Snappen wat de vraag is en voor weinig veel oplossen

Architect, Interview

Snappen wat de vraag is en voor weinig veel oplossen

Door: Peter de Winter | 08-06-2014

Omdat hij de negatieve gevolgen van een aangekondigde reorganisatie voor wilde zijn, stapte hij vrijwillig op bij zijn vorige werkgever. Intussen bouwt hij al anderhalf jaar aan een eigen oeuvre. Daarnaast leert hij studenten extreem nadenken over het vak en beleeft hij het meeste plezier aan innovaties die ontstaan omdat iedereen iets over het hoofd heeft gezien. Dat zijn volgens hem de leukste. Job Schroën is de derde kandidaat in de interviewestafette. In de vorige editie werd hij uitgenodigd door Thijs Asselbergs.

 

Architectuur is teamwork

Gevraagd naar de betekenis van de naam September architectuur steekt Job Schroën met een paar verhalen van wal. Zijn beide ouders waren architect en zijn vader kwam al jong te overlijden. Op een dag kwam er een oom naar Nederland (de rest van de familie was geëmigreerd naar Canada) die de familiestamboom had uitgezocht en kon laten zien dat Job Schroën de 9e generatie architect in de familie is. Dat was nieuw voor hem. Zijn voorkeur voor het vak architectuur bleek dus een weinig originele keuze. Een tweede reden om voor September architectuur te kiezen was dat hij in die maand het besluit nam voor zichzelf te beginnen. Daarnaast vindt hij het vreemd een architectenbureau naar één persoon te vernoemen. Dat is in zijn optiek teveel eer voor het ego van ‘de baas’. Architectuur is per definitie teamwork en dan is een wat neutralere naam beter. Bovendien is hij in september geboren. Al met al waren dat argumenten genoeg voor de naamgeving.

Waarom koos je voor zelfstandigheid?

Ik liep al een tijdje rond met het idee, toen mijn werkgever Benthem Crouwel liet weten dat het niet goed ging in de markt en dat een reorganisatie waarschijnlijk onvermijdelijk was. Voor mij leek dit een uitgelezen moment om de stap naar zelfstandigheid te zetten. Ik zei toen dat als er mensen uit moeten, ze mij maar moesten wegsturen. Een jaar later was het zo ver en kon ik relatief onbezorgd opstappen omdat ik me in de tussentijd op een zelfstandig bestaan had voorbereid.

fotoplayer]

Je doet er nogal luchtig over?

Ik verkeer in de luxe positie dat mijn vriendin in een ander vak zit en we het ons kunnen veroorloven dat een van ons stopt met werken zonder dat er direct paniek uitbreekt. Ik kon de stap dus maken en gelukkig loopt m’n bedrijf behoorlijk goed. Maar het fijne van weloverwogen kiezen voor zelfstandigheid is dat het ‘mijn’ spanning is. Dat is toch een heel ander verhaal dan wanneer je tegen je zin de wacht krijgt aangezegd. Dan heb je te maken met een afhankelijk soort spanning en moet je hals over kop een plan-B improviseren.

Wat zijn de USP’s van September architectuur?

Weten hoe je moet detailleren en vanuit een grote betrokkenheid het vak uitoefenen. Wat ik daarmee bedoel? Als architect was ik verantwoordelijk voor het ontwerp van de Ziggo Dome. In die tijd bezocht ik veel concerten waardoor ik ontdekte wat precies de problemen zijn in een muziekgebouw. Neem het sanitair. Bij concerten waar meer dames dan heren op af komen zou je om filevorming te voorkomen de toiletgroepen op een simpele manier moeten kunnen aanpassen. Daar had ik nooit bij stilgestaan tot ik in de pauze van een concert van Marco Borsato zag dat er dubbeldikke rijen dames bij het herentoilet stonden omdat ze niet op hun eigen toilet terecht konden. In Ziggo Dome hebben we dat probleem opgelost door in de toiletgroepen op drie plekken rolschermen te monteren waarmee je de verhouding heren- en damestoiletten eenvoudig op de behoefte per concert kunt aanpassen. Maar mijn belangrijkste USP is toch een soort slimmigheid waardoor ik goed snap wat precies de vraag is waardoor ik met een voorstel kan komen, waarmee ik voor weinig geld veel problemen tegelijk oplos. Daarnaast moet je begrijpen waar de innovatie in de architectuur vandaan komt.

Waar komen die innovaties dan vandaan?

Op de eerste plaats van nieuwe materialen die beschikbaar komen. Op de tweede plaats van nieuwe vragen die ontstaan, zoals bij Ziggo Dome. Er was in Nederland niet eerder zo’n grote concertzaal gebouwd dus nog niemand wist van de problematiek rond zo’n opdracht en hoe je daar innovatief mee kunt omgaan. En heel af en toe ontstaat innovatie omdat iedereen iets over het hoofd heeft gezien. Dat zijn de allerleukste. Eerder genoemde toiletgroep is daar een goed voorbeeld van. Het innovatieve zat dus in slimmer en dus betaalbaar omgaan met het gekozen aantal toiletten.

Je bent coördinator Extreme Architectural Engineering aan de TU Delft. Vertel!

Twee weken geleden hield ik een inleidende lezing en vertelde dat het gaat om integraal ontwerpen. Studenten moeten in hun ontwerp dus gaan nadenken over constructie, installatie, klimaat, ruimte enzovoort. Althans, dat denkt de meerderheid. Maar dat is niet zo. Extreme Architectural Engineering gaat over persoonlijke ontwikkeling en studenten slimmer maken. Wat dit vak interessant maakt, is dat we de opdracht zo formuleren dat je geen smoesjes meer kunt verzinnen. Wat ze moeten ontwerpen, is een onderzoeksstation op Antarctica. Achterliggend idee is dat er op de Zuidpool omstandigheden zijn die je niet kunt ontkennen. Bij brand bijvoorbeeld kan je de brandweer wel bellen, maar die is er pas over drie maanden. Je moet dus een brandveiligheidsconcept bedenken dat slimmer is dan 90 minuten brandwerende wandjes. We willen bereiken dat (master) studenten de standaard regeltjes loslaten en oplossingen bedenken uit onverwachte hoek. Ik merk dat de meeste studenten een ingewikkelde probleemstelling goed aankunnen, maar dat ze door gebrek aan praktijkervaring meer tijd nodig hebben om tot een oplossing te komen. Daarom coach ik sterk op proces; waarom vind je dat het ontwerp af is, heb je geen stap overgeslagen en voldoet het ontwerp aan de geformuleerde uitgangspunten? Een paradigmaverschuiving lukt het beste door extreme opdrachten te formuleren, zoals bouwen op Antarctica of op 8 kilometer hoogte. Overigens gaan we de gebouwen niet realiseren. Het gaat om het gedachte-experiment, om het tackelen van mitsen, maren en beperkende bepalingen.

Is er nog toekomst voor architectuurstudenten?

We hebben als TU de verantwoordelijkheid studenten zoveel mogelijk perspectief te bieden. We moeten ze in elk geval de mogelijkheid geven zich te kunnen ontwikkelen in een vak met toekomst. Moet je dat zoeken in de hoek van stageplaatsen of moet je ze duidelijk maken dat een ingenieursbureau of een gevelbouwer ook een interessante werkgever kan zijn? We hebben op de architectuurfaculteit altijd het idee gehad dat architect zijn het leukste beroep van de wereld is, maar dat is maar betrekkelijk. Bij een corporatie 200 woningen realiseren voor kansarmen is minstens zo interessant. De faculteit Bouwkunde heeft veel te bieden door de manier van denken die je er leert, onze studenten kunnen veel meer dan architect worden. Ik kan me voorstellen dat de huidige generatie de discussie over de architectentitel niet zo interessant vindt. Ze hebben hun studie gedaan en willen gaan doen waar ze goed in zijn. Dat kan ook een restaurant in de Alpen uitbaten zijn. Ze weten immers hoe zo’n gebouw in elkaar moet zitten omdat ze de cursus Extreem hebben gedaan. Daarnaast hebben architecten de laatste decennia het beeld over zichzelf afgeroepen van mensen die je een hoop geld geeft waarmee ze een gebouw voor je gaan ontwerpen. Als je geluk had, kreeg je wat je bedoelde. We moeten architecten afleveren die acteren als een belastingadviseur. Die kost een beetje, maar levert veel op. Dat moet een architect ook kunnen. Hij moet ontzettend goed luisteren naar wat de opdrachtgever nodig heeft. Mijn vak is niet een gebouw maken dat ik mooi vind, mijn vak is een gebouw maken dat ongelofelijk goed is in leveren wat de opdrachtgever voor ogen stond. Ik zeg wel eens gekscherend tegen mijn studenten dat een gebouw voor een opdrachtgever net zo functioneert als een pc. Het is een apparaat dat je nodig hebt om een bedrijf te runnen.

Hoe zie je de toekomst van het vak?

Hoewel het voor onze beroepsgroep een spannende tijd is, kan de toekomst toch ook positief zijn, tenminste, als we beter gaan anticiperen op de vraag uit de markt. Welke ontwikkeling we gaan doormaken? Wat interessant kan zijn, is BIMmen. Enerzijds is het handig als je uit een BIMmodel direct kunt distilleren wat de CO2 belasting van de toegepaste materialen is, anderzijds zou ik het buitengewoon interessant vinden als BIM naast managementtool ook ontwerptool gaat worden. Hoe handig zou het niet zijn als je al in een heel vroeg stadium je ontwerp in BIM kunt zetten en direct ziet dat de EPC-score benedenmaats is. Dat past naadloos in mijn ambitie in alle opzichten betere gebouwen te maken. Architectuur moeten namelijk minder mode zijn en meer slimmigheid.

Tot slot. Wie wil je dat ik ga interviewen van de oude generatie en wat wil je van hem weten?

Ik wil tuin- en landschapsontwerper Piet Oudolf voorstellen. Met hem heb ik vrij intensief samengewerkt bij het ontwerp van de Ponte Palazzo/ Paleisbrug, die nu gebouwd wordt in ‘s-Hertogenbosch. Hij heeft me wel eens verteld dat het ‘gewoon’ een kwestie van volhouden is en hopen dat de kwaliteit van je werk erkend wordt. Ik denk dat zijn verhaal over zijn vak, het belang van vakkennis en hoe je dat in de praktijk brengt, erg interessant is.

Job Schroën studeerde in 2001 af in Architectuur aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Vervolgens werkte hij bij Bureau Kroner, Henket en Partners en Benthem Crouwel. In 2012 startte hij in Utrecht zijn eigen bureau, September architectuur. Sinds april 2013 is hij daarnaast docent en coördinator Extreme Architectural Engineering aan de TU Delft. Ook geeft regelmatig hij workshops vormgeving aan kinderen in het Stedelijk Museum.

Fotografie: Roel Dijkstra
Dit artikel is verschenen in ArchitectuurNL 4-2014.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.