Mark van der Net, naast architect ook programmeur

Architect, Platform jong talent

Mark van der Net, naast architect ook programmeur

Door: Jeroen Junte | 15-03-2014

Open source, dataprocessing, crowdfunding, digital prefabrication, co-creatie. In 2014 moet elke architect weten wat deze Engelse termen inhouden. Voor architect Mark van der Net (1982) behoren ze stuk voor stuk tot de dagelijkse praktijk. Zo maakt hij zijn Hermit Houses, volledig geautomatiseerd ontworpen en geproduceerde werk- of woonunits, via een app bereikbaar voor iedereen. En met de website Open Source City, dit voorjaar online, koppelt en analyseert hij data, die voor architecten en stedenbouwers interessante nieuwe conclusies opleveren.

‘Er zijn in Nederland te veel traditionele architecten. Maar tegelijkertijd moet er nog zoveel gebeuren. Er is woningnood én er is leegstand. Die impasse kan alleen veranderen als de architectuurwereld fundamenteel verandert.’ De hoofdrol in die verandering speelt het internet, zo is de diepe overtuiging van Van der Net. ‘Ik bouwde al in 1998 mijn eerste website. Naast architect ben ik feitelijk ook programmeur.’

Mass customization

Een manier waarop Van der Net het internet gebruikt is bij de ontwikkeling van mass custumization van architectuur. ‘Ik wil gebouwen creëren waarbij de gebruiker tot op zekere hoogte kan bepalen hoe zijn huis eruit ziet.’ De eerste aanzet daartoe is het Hermit House, dat Van der Net in 2009 ontwikkelde met architect Daniël Venneman. Dit houten huis kan worden gebuikt als flexibele werkplek, tuinhuisje of vakantie-unit. De bouwtekening is parametrisch opgebouwd en kan op de website worden gemaakt.’ Uitgangspunt is een huis met een zigzag-vorm. ‘Dit zorgt voor een constructieve stevigheid en versterkt de beleving van een flexibel huis dat geschakeld is. Op de site kan met een speciale app de breedte (‘maximaal vijf meter’) en lengte (‘feitelijk onbeperkt’) worden ingevoerd. Vervolgens kan een vloerplan worden gemaakt. Is het ontwerp klaar, dan berekent de computer hoeveel materiaal er nodig is en dus ook de kostprijs. Ook de productie van het huis is volledig geautomatiseerd. Er wordt gebruik gemaakt van gestandaardiseerde materialen en het hout wordt op maat gemaakt met computergestuurde zaag- en freesmachines. ‘Het resultaat is een generiek gebouw met een unieke vorm en afmeting.’ Deze ‘catalogusarchitectuur 2.0’ heeft als voordeel dat de Hermit House slechts een fractie kost van traditionele architectuur. ‘Alle toeleveranciers zijn weggehaald uit het productieproces. Het huis kan door een door ons geselecteerd bouwteam worden gerealiseerd maar ook door de consument zelf.’ Het kan eenvoudig worden afgebroken en weer worden opgebouwd en leent zich daardoor ook goed voor tijdelijke projecten. ‘Afgelopen zomer hebben we een huisje opgebouwd op het Oerol Festival op Terschelling. Het was gebouwd op een duinpan, een plek die eigenlijk ongeschikt is voor bebouwing.’

Crowdfunding

Het Hermit House is inmiddels marktklaar; de eerste twee huisjes zijn al verkocht. Van der Net en partner Venneman werken aan een uitbreiding van het concept. ‘Uiteindelijk moeten de huisjes autarkisch zijn met zonnepanelen en een regenwaterreservoir met filter.’ Bovendien zoeken de twee architecten naar samenwerking met andere partijen. ‘We willen de huisjes aanbieden met een bijbehorend stukje grond. Er is zoveel grond waar – al dan niet tijdelijk – niets mee wordt gedaan.’ Van der Net denkt daarbij aan uiterwaarden maar ook weilanden rond boerderijen. Om de drempel te verlagen wordt deze ‘cabin culture’ aangeboden volgens een timesharing-concept. Op het online crowdfundingplatform Oneplanetcrowd.nl kunnen geïnteresseerden zich intekenen. Vooralsnog worden de huisjes alleen in Nederland aangeboden in een natuurgebied bij Deventer. Maar uiteindelijk moeten de Hermit Houses overal in Europa verrijzen. ‘Omdat de productie digitaal wordt aangestuurd, is het in principe heel eenvoudig om het bouwmateriaal ter plekke op maat te fabriceren.

Ondernemen

Van der Net maakt niet alleen gebruik van innovatieve technieken (crowdfunding, digital fabrication, co-creatie, etc), met het Hermit House tackelt hij ook urgente thema’s in de architectuur, zoals tijdelijkheid, duurzaamheid en particulier opdrachtgeverschap. Deze nieuwe vraagstukken vragen om een nieuwe architectuur, is de overtuiging van Van der Net. ‘Gewoon maar een weiland vol bouwen met woonhuizen, daar zit niemand nog op te wachten.’ Dat betekent dus ook dat de rol van de architect verandert. ‘Natuurlijk wil ik ook gebouwen realiseren. Maar ik doe dat door het opzetten van een onderneming. Bij de Hermit House is het businessmodel net zo belangrijk als het ontwerp. Waarom zou dat niet kunnen met echte woonhuizen? De houten huizen van een bureau als Onix, waar ik stage heb gelopen, zijn fantastisch. Maar ze zijn te duur voor 99 procent van de woningzoekenden. Met een standaardontwerp dat zich eenvoudig laat aanpassen en waarbij de toeleveranciers zijn weggesneden, kan ik zo’n woonhuis bereikbaar  maken voor een grote groep. Dat wordt mijn volgende stap.’ Dus noemt hij zichzelf ‘een modernist pur sang’ – zonder een spoor van ironie uiteraard. ‘Ik wil impact hebben op de manier van wonen van juist de gewone man, zeg maar. Internet maakt dat mogelijk.’

Het klassieke puntdak

Natuurlijk is het internet niet zaligmakend, weet ook Van der Net. ‘Het blijft vaak een virtuele wereld. Op het internet getoonde resultaten bieden geen garantie voor de realiteit. Maak de wereld schoner door deze pagina te liken, dat soort onzin.’ Daarbij loop je als ondernemer het gevaar om te ver voor de troepen uit te lopen. ‘Het Wikihouse, waarvan de bouwtekeningen gratis van internet kunnen worden gedownload, is bijvoorbeeld een prachtig initiatief. Het is vooral een interessant

experiment maar nauwelijks goedkoper dan bestaande huizen. Alleen is een huis voor veel mensen te belangrijk om mee te experimenteren.’ Daarom heeft het Hermit House het silhouet van het klassieke puntdak. En daarom ook wordt de consument zoveel mogelijk rompslomp uit handen genomen. Maar wie wil kan ook de bouwtekeningen downloaden en zelf een Hermit House bouwen, dat dan wel. ‘De moderne consument eist keuzevrijheid.’

De drang tot innovatie had Van der Net al tijdens zijn studie Bouwkunde aan de TU Eindhoven, waar hij deel uitmaakte van het Cloud Collective, een collectief van een tiental jonge architecten. ‘Het idee was om door samenwerking meer slagkracht te genereren. Hoewel we pas net waren begonnen, zouden we door ons volume ook grote opdrachten aan kunnen.’ Dat klinkt prachtig. Maar de praktijk bleek weerbarstiger. ‘Door de open structuur van een collectief is de besluitvorming traag en log. Er was dus juist minder slagkracht. Een groep talentvolle personen bij elkaar maakt nog geen succesvol collectief.’ Daarbij werkte het collectief eigenlijk hetzelfde als een traditioneel bureau. ‘We deden bijvoorbeeld mee aan aanbestedingen. Als dat geen resultaat oplevert, dan gaat iedereen vervolgens steeds meer zijn eigen weg zoeken.’ Dat wil zeggen: Van der Net zocht al snel zijn eigen weg. Het Cloud Collective bestaat nog steeds. ‘Maar ik ben nu aan een persoonlijke zoektocht naar een nieuwe architectuur begonnen.’

Open Source City

Misschien nog wel meer dan een ontwerper is Van der Net het soort architect dat de voorwaarden schept waaronder een gebouw tot stand komt. In 2011 startte hij met Open Source City, een website die als database fungeert voor architecten, stedenbouwers en beleidsmakers maar ook de geïnteresseerde consument. ‘Bijna alle informatie die relevant is voor architectuur staat op het internet. Je moet het niet alleen weten te vinden, je moet de data ook nog eens kunnen analyseren. Dat doet deze website allemaal voor je.’ De benodigde data wordt verzameld bij de Kamer van Koophandel, kadasters en overheidsinstellingen maar ook Funda en Monsterboard. ‘Door deze data slim te koppelen met zoekcommando’s, creëer ik nieuwe informatie.’ Van der Net geeft een demonstratie op zijn laptop. ‘Kijk, ik tik in basisscholen en coffeeshops en voer als zoekcommando in een straal van 500 meter. Vervolgens beperk ik de regio tot Amsterdam. En voilà.’ Op zijn computerscherm verschijnt de kaart van Amsterdam waarop alle coffeeshops en scholen die in een straal van 500 meter van elkaar liggen zichtbaar worden. De conclusie is vervolgens onthullend: ‘Wow, best veel eigenlijk.’

Deze website Oscity.nl is opgebouwd uit vijf domeinen: Energie, Leegstand, Erfgoed, Arbeidsverdeling en Commons (openbare voorzieningen als bibliotheken, scholen etc). Naast het verzamelen van actuele informatie leent Oscity.nl zich ook voor het maken van prognoses en een action map. ‘Als je weet waar de onveiligheid groot is en de openbare voorzieningen juist schaars zijn, dan ligt een oplossing voor de hand.’ Van der Net geeft nog een voorbeeld. ‘Als ik de hoogte van het land combineer met leeftijdsindicator ouder dan 65 jaar, dan blijkt dat de senioren van Noord-Friesland het slim hebben bekeken. Ze wonen allemaal op hooggelegen gronden. Jongeren onder de dertig jaar wonen verspreid door het gebied. Dan kun je je afvragen: worden zij de terpenbouwers van de toekomst?’ De huidige website is nog een proefmodel dat Van der Net ontwikkelde met subsidie van het Fonds voor de Creatieve Industrie. ‘De definitieve database die voorjaar 2014 wordt gelanceerd komt achter een betaalmuur. Hoe specifieker de vraag, hoe duurder de informatie.’

Tijdens de Biënnale van Shenzhen in China (december 2013 t/m februari 2014) presenteerde Van der Net een sneakpreview van de praktische toepassing van data-analyse. De locatie van de architectuurbiënnale – met als creatief leider Ole Bouman, voormalig NAi-directeur – was een oude fabrieksloods. ‘Ik heb allerlei digitale data van het internet geplukt en daarvan een visualisatie gemaakt. Welke bedrijven zitten er om de lege fabriek? Hoeveel creatieve industrie zit er in Shenzhen? Wat is de waarde van onroerend goed in de omgeving? Zo kun je uiteindelijk een doortimmerd plan maken voor herontwikkeling van een fabriekshal in China maar ook in Deventer.’

Favoriete historische gebouw? San Carlo alle Quattro Fontane in Rome van Francesco Borromini. Waar de synthese tussen wetenschap, kunst en religie nog intact is. Vol inventies en inspiratie.
Favoriete hedendaagse gebouw? Dirty House in Hackney, Londen, van David Adjaye.
Favoriete Nederlandse gebouw? Universiteitsbibliotheek op de Uithof in Utrecht van Wiel Arets.
Favoriete architect? Le Corbusier. Met romantiek en rationaliteit project-voor-project bouwen aan een persoonlijke visie op en voor de wereld.
Favoriete hedendaagse architect? Sou Fujimoto. Architect van de ondraaglijke lichtheid van het nu.
Favoriete Nederlandse architect? Guido van Rossum, de software-architect van programmeertaal Python.
Wanneer niet in Nederland, vanuit welk land zou je dan willen werken? Elk land met veel natuur en een goede internetverbinding.
Wat zou je nooit ontwerpen? Iconen, onderbroeken (zoals David Adjaye) en hoofdkantoren ter meerdere glorie van twijfelachtige bedrijven of staten.
Wat irriteert je het meest in het vak? We realiseren te weinig voor te weinig mensen. We moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor de ontstaanscondities van architectuur.
Wat is je droomopdracht? Een geheel zelfvoorzienende woning met erf (voor een geliefde).
Belangrijkste inspiratiebron buiten architectuur? Het Internet. De grote collector en connector waar zich de epische strijd om de toekomst voltrekt.
Meest waardevolle advies ooit? Je moet alleen werken binnen de grenzen van je kunnen – Francis Ponge.

Dit artikel is verschenen in ArchitectuurNL 2-2014.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , , , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.