Architextiles

Architextiles

Exposities, Inspiratie
Door: Jeroen Junte | 12-05-2015

Textiel is een niet meer weg te denken bouwmateriaal. Ruw of glanzend, sterk of buigzaam, ventilerend of isolerend, futuristisch of vertrouwd – het zijn allemaal eigenschappen van deze architextiles. Textiel kan bijdragen aan luchtreiniging, warmteregulatie, flexibiliteit en mobiliteit of de integratie van beeld en geluid. De expositie Building with Textiles zoomt in op de toegevoegde waarde van textiel voor architectuur.

In 2002 werd Inside Outside, het ontwerpbureau opgericht door Petra Blaisse, gevraagd om na te denken over een gordijn met zonnecellen. Opdrachtgever was de non-profit organisatie Architecture for Humanity, die onder meer scholen en ziekenhuizen in Afrika realiseert. Zou het nou niet geweldig zijn als er een gordijn was dat zonlicht zou kunnen omzetten in stroom voor bijvoorbeeld mobiele noodhospitaaltjes of koeling van medicijnen? De realiteit bleek weerbarstiger. Welke garen gebruik je? Waar laat je de energie die je opwekt? Hoe integreer je alle conductieve garens in je doek? En dan de zonnecellen zelf, hoe flexibel zijn die? En hoe kwetsbaar? Vragen die niet meteen konden worden beantwoord maar toch door het hoofd bleven spoken van Petra Blaisse, die met Inside Outside monumentale doeken ontwierp voor bijvoorbeeld een synagoge in Amsterdam van SeARCH, de Seattle Library van OMA en de installatie Re-set voor het Nederlandse paviljoen op de Architectuur Biënnale van Venetië in 2012.

Energieopwekkend gordijn

Dus toen het Textiellab, het onderzoekscentrum van het TextielMuseum in Tilburg, een researchopdracht aanbood, lag het onderwerp voor de hand: een energieopwekkend gordijn. ‘Met OMA werken we aan het ontwerp van een bibliotheek in Doha, de hoofdstad van Qatar, zodat we ook een concrete toepassing hebben’, licht Blaisse toe. In samenwerking met het Nederlandse bedrijf Solar Fiber wordt een gebreid gordijn ontwikkeld dat aan de buitenkant van het gebouw hangt. Overdag voorziet het in schaduw, ’s avonds kan het worden geopend, zodat het gebouw oplicht. Het gordijn is voorzien van pockets waarin zonnecellen van 24 bij 7 centimeter hangen. De zonnecellen kunnen rechter of schever in deze zakken worden geplaatst, voor een optimale energieopwekking ongeacht de zonnestand. ‘De grote uitdaging is een gordijn te breien dat flexibel is, bestand tegen extreme weersomstandigheden en voldoende stroom opwekt om rendabel te zijn. Anders is het letterlijk window dressing.’

Building with Textiles

Een energieopwekkend gordijn is slechts een van de vele toepassingen van textiel in architectuur. Naast staal, steen, beton en hout is textiel inmiddels een niet meer weg te denken bouwmateriaal. Dik en ruw, dun en glanzend, sterk of juist buigzaam, ventilerend en transparant of isolerend met een kameleontisch kleurpalet, futuristisch en hightech maar ook herkenbaar en vertrouwd – het zijn allemaal eigenschappen van deze architextiles. Bijzondere kwaliteiten van textiel kunnen een bijdrage leveren aan bijvoorbeeld luchtreiniging, warmteregulatie, flexibiliteit en mobiliteit of de integratie van beeld en geluid. Nog los van de esthetische kwaliteiten van textiel natuurlijk. De omvangrijke expositie Building with Textiles in het TextielMuseum in Tilburg (t/m 25 januari 2015) zoomt in op de toegevoegde waarde van textiel voor architectuur. Overigens worden onder textiel op deze expositie tal van flexibele materialen beschouwd, zoals carbonvezels, plexiglas en teflon. Te zien zijn onder meer uniek archiefmateriaal, maquettes, foto’s en video’s, interviews, ontwerptekeningen, schetsen en natuurlijk talloze materiaalproeven.

Vroege experimenten

De omvangrijke en verhelderende expositie begint met een authentieke Mongoolse yurt, opdat we niet vergeten dat het eerste gebouwde onderkomen een tent van textiel was. In de twintigste eeuw zetten visionaire ingenieurs en architecten als Richard Buckminster Fuller, Frei Otto en Haus Rucker & Co lichtgewicht constructies opnieuw op de architectuuragenda. Buckminster Fuller experimenteerde al vroeg met textiele overspanning van zijn befaamde geodetische domes. Ook van Frei Otto zijn lichtgewicht constructies te zien, waaronder het iconische Olympisch Stadion in München uit 1972.

De tentachtige overkappingen hiervan zijn gespannen van plexiglas; de constructie was gebaseerd op organische membranen en andere biologische principes. Aan het eind van de twintigste eeuw komt de toepassing van textiel in een stroomversnelling met de opkomst van nieuwe synthetische materialen en nieuwe constructieve inzichten.

Dat de ontwikkelingen sindsdien niet hebben stilgestaan, blijkt uit de Allianz Arena, het nieuwe sportstadion in München van Herzog & De Meuron. De façade is vervaardigd van 2760 gebolde luchtkussens van ethyleentetrafluorethyleen, een hightech folie van slechts 0,2 mm dik dat volledig recyclebaar is. ETFE-folie is lichtgewicht, hitte- en vriesbestendig, zelfreinigend (regen) en transparant, kortom ideaal voor architectuur. De lichtdoorlatende eigenschap is door Herzog & De Meuron benut door elke luchtgevulde membraan apart te belichten.

Paviljoens

Natuurlijk komen ze allemaal voorbij: de blobachtige paviljoens van Zaha Hadid, Shigeru Ban en OMA. Naast de flexibiliteit in kleur en vorm danken deze gebouwen hun extraverte esthetiek ook aan het lichte gewicht en de extreme spankracht van textiel. De Prada Transformer van OMA had nooit kunnen worden gerealiseerd zonder het lichtgewicht en lichtdoorlatende polyvinylchloride-membraan. Het licht in het donker op en laat overdag licht binnenvallen. De constructie bestaat uit een skelet met vier archetypische vormen: een cirkel, kruis, hexagoon en rechthoek. Het paviljoen kan eenvoudig met een hijskraan worden gekanteld, waardoor het telkens een andere plattegrond en omtrek krijgt.

Saillant detail: het principe van een kantelbaar gebouw stamt van het Dymaxion House van Buckminster Fuller dat met een helikopter op elke gewenste plek kon worden gedropt. Ook voor tijdelijke en mobiele architectuur biedt textiel ongekende mogelijkheden. Architect en textielontwerpster Samira Boon werkt aan de ontwikkeling van Super Folds, een grote vouwstructuur die als een harmonica kan worden uitgeklapt tot een tijdelijk paviljoen. Door een ingenieuze combinatie van stevige en elastische garens in combinatie met de juiste weefverbindingen ontstaat een doek dat op eigen kracht kan staan en in voorgeprogrammeerde plooien kan worden gevouwen. Boon ontwikkelt dit concept, evenals Inside Outside, bij het Textiellab, de werkplaats van het Textielmuseum. Van Inside Outside wordt ook de installatie Re-set voor het Nederlandse paviljoen op de Architectuur Biënnale van Venetië in 2012 getoond.

Hightech textiel

Maar de meest voor de hand liggende toepassing van textiel is nog steeds in het interieur. Daarbij worden verschillende functies gecombineerd, zoals een flexibel wandsysteem, warmte- en geluidisolatie en steeds vaker lichtbron. De Nederlandse Aoife Wullur studeerde af aan de Design Academy Eindhoven met Shades of Light, een gordijn dat is geweven van geleidend garen, verdeeld in plus en min. Met een speciaal ontwikkelde plug kunnen kleine leds naar keuze in dit gordijn worden gehangen.

Horizon van de Deense ontwerpster Astrid Krogh is uit een lang gordijn van optische vezels, leds en papier. Het gordijn kan geleidelijk en gedeeltelijk van kleur verschieten, waarbij het eveneens verandert van transparant naar gesloten. In een meer verfijnde versie kan een gordijn tevens fungeren als een ledbeeldscherm. Industriële combinaties van textiel en licht zijn de Luminous Carpets van tapijtfabrikant Desso en Philips. Dit dynamische lichttapijt kan worden ingezet als routewijzer, infographics of logo’s.

Dat de rek er nog lang niet uit is bij de integratie van textiel en architectuur blijkt op een aparte zaal met materiaalinnovaties. Denk aan een strak gespannen wandpaneel dat als een klassieke luidspreker klanken kan voortbrengen door trillingen. Of een weefsel met reactieve garens die bij een elektrische impuls straktrekken. En natuurlijk een duurzaam gordijn met zonnecellen en zuinige ledlampen. ‘Dit is alleen nog maar een technische kwaliteit van textiel’, zegt Petra Blaisse. ‘Daarnaast voorziet het harde architectuur van staal en steen van tactiliteit en emotie. Daarbij maakt het de architectuur flexibel. Een doek kan net als een toneeldoek komen en gaan. Die combinatie van techniek en een theatrale ervaring is wat textiel onmisbaar maakt.’

Internationale hoogstandjes

Soft House is de winnende inzending van Kennedy & Violich Architecture voor de Internationale BauAusstellung in Hamburg. De zuidgevel is een grote raampartij met aan de buitenzijde textiele lamellen met PV zonnecellen. Deze lopen met een elastisch textielcomposiet over in lichtere flexibele stroken textiel op het dak. Deze lamellen reageren op de zonnestand en genereren zonne-energie die wordt afgegeven aan een gordijn voorzien van ledlicht. Het zonlicht wordt binnenshuis omgezet in kunstmatig avondlicht. De gevel van het One Ocean Thematic Pavilion (World Expo, Yeosu, Zuid-Korea 2012) bestaat deels uit 108 lamellen die zich als een golf openen. De lamellen scharnieren geleidelijk van boven naar beneden open met het dramatische effect van een vissenkieuw die zich opent en sluit. De lamellen zijn vervaardigd van glasvezelversterkte kunststof van slechts 9 mm dik waardoor zij elastisch zijn. In de lamellen is bovendien een ledlicht-systeem geïnstalleerd dat verschillende patronen kan vertonen. Voor het grote plein rondom de Heilige Moskee in Medina ontwikkelde architect Bodo Rasch (oprichter van SL Rasch en leerling van Frei Otto) een installatie van 250 parasols die beschermt tegen zon en regen. In de 20 meter hoge pilaren is een lichtplan geïntegreerd. Het teflon kan hoge spanning aan, is waterdicht, weer- en UV-bestendig, vouwbaar, niet brandbaar en vuilafstotend. Een geopend scherm meet 26 x 26 meter; de totale overkapping bedraagt 145.000 m2. De opening van de parasols – een perfect adaptief systeem – is een magisch schouwspel.

Bloom (DOSU Studio Architecture, Los Angeles 2011) is een ruimtelijke structuur, opgebouwd uit 14.000 lasergesneden platen van thermobimetaal, dat uitzet bij verwarming en dus kan krullen in zonlicht. De kinetische platen zijn in 141 frames geplaatst waarvan de vorm via computermodellen is berekend op basis van zonnestraling gedurende de dag. Bij wisselende temperaturen zorgen de frames voor schaduw of ventilatie. Toegepast in de gevel van een gebouw, zou de energiewinst heel groot zijn aangezien geen dure airconditioning voor koeling nodig is. De tentoonstelling Building with Textiles is te zien tot en met 25 januari 2015 in het TextielMuseum in Tilburg. De collectieopdracht voor een energieopwekkend gordijn aan Inside Outside wordt eind januari gepresenteerd in het Textiel Museum tijdens een Expert Meeting.

Tekst Jeroen Junte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.