Levend erfgoed met Tracing Thomas

Inspiratie

Levend erfgoed met Tracing Thomas

Door: Redactie ArchitectuurNL | 10-09-2019

De 12-jarige Thomas is op mysterieuze wijze verdwenen. Met 100 man tegelijk wordt naar hem gezocht in Fort 1881 in Hoek van Holland. Dat is het uitgangspunt van een real life game, waarin toeschouwers, acteurs en architectuur de hoofdrolspelers zijn. Behalve een spannende middag, biedt het project Tracing Thomas ook erfgoed een tweede leven. Danny van Zuijlen van Architects Of vertelt over dit bijzondere project.

Theatrale ervaring in Fort 1881

Nederland kent tien waterlinies, waarvan de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam de bekendste zijn. In heel Nederland zijn ruim 100 forten, sommige getransformeerd, andere wachtend op een nieuwe invulling. In de herbestemde forten worden meestal tentoonstellingen en educatieve projecten geprogrammeerd. RAAAF (Bunker 599, Deltawerk) en Anne Holtrop (Waterliniemuseum Fort bij Vechten) maakten van soortgelijk robuust erfgoed een architectonische sensatie. Danny van Zuijlen ontwierp met een team van theatermakers en gamedesigners in Fort 1881 een unieke theatrale ervaring. Gezien de grote hoeveelheid leegstaande forten zou je denken dat het eenvoudig is om een fort te vinden om een real life game te situeren. Maar dat valt tegen, aldus Van Zuijlen: ‘Op basis van het artistieke idee maak je een berekening. Om financieel uit te kunnen moeten minimaal 100 man per keer de voorstelling kunnen bezoeken. Een fort is dan ideaal, want dat is ontworpen om veel soldaten in korte tijd te mobiliseren. Iedere soldaat had een rol en een doel, een fort was een geoliede machine. Je kunt dus goed rennen op zo’n locatie. Daar maken we nu gebruik van.’

Zoektocht naar locatie

Vervolgens berekende het team hoeveel ruimtes nodig zijn voor het verhaal. ‘Dat zijn er bij Tracing Thomas zo’n 40. Je kijkt naar de historie van de locatie zelf. Past de geschiedenis een beetje bij het verhaal? En dan voer je gesprekken met forteigenaren.’ De eigendom-constructies lopen sterk uiteen, ontdekte Van Zuijlen gaandeweg zijn zoektocht. Soms worden ze gehuurd of zijn ze in eigendom. Veel forten worden beheerd door zeer betrokken vrijwilligers met duidelijke ideeën over wat een fort moet zijn. ‘Vaak stuiten we dus op bezwaren. Er zijn bovendien heel specifieke eisen: is het veilig, is het niet te smerig? En dan heb je nog de vleermuizen, een beschermde diersoort. In de hele Utrechtse Waterlinie mag je bijna niets organiseren tussen oktober en april.’ Tot slot moeten mensen er goed kunnen komen en dus ook kunnen parkeren. Regelgeving en monumentenorganisaties vormden zelden een probleem, maar toch hield Van Zuijlen maar een paar locaties over.

Bouwen aan verbeelding

Toen Fort 1881 eenmaal gevonden was, begon het verfijnen van het verhaal. Het fort veranderde de verhaallijnen. Acteurs maken zich de locatie eigen en werken dan hun rol uit. Van Zuijlen werkt bewust zo min mogelijk met props, decors en aanlichting. ‘Het Fort is de hoofdrolspeler. Ook uit praktische overwegingen: als je eenmaal begint met opschonen, is het einde zoek. Het past ook bij onze manier van werken. Niet voor niks heten we Architects Of. Ik zie architecten als scheppers, createurs, makers. We nemen dat als geuzennaam. We bouwen aan verbeelding.’ Inmiddels is Tracing Thomas een doorslaand succes. Ruim 20 uitverkochte voorstellingen zijn er al geweest, tot eind december zijn er 17 extra voorstellingen. ‘Het is een landelijk megacircus.’ Mensen uit de erfgoedwereld komen naar hem toe. Om welke locaties het gaat, kan hij vanzelfsprekend niet vertellen tot het idee is uitontwikkeld, maar denk aan kastelen, buitenplaatsen. ‘Ik leg ze dan wel uit dat het voordeel van forten is dat ze hufterproof zijn.

Bunkers

Buitenhuizen hebben tapijten, beeldjes, kwetsbare meubels – die zijn nooit bedoeld voor grote groepen mensen! Bunkers zijn weliswaar groot en log, maar er passen te weinig mensen in. Je zou er een escaperoom kunnen maken, maar ik hou meer van grootschalige projecten met veel acteurs. Ik denk wel met organisaties mee over hoe hun erfgoed op een nieuwe manier te ontsluiten is voor een nieuw, soms jong publiek, zonder de collectie of de geschiedenis te verloochenen.’

Geschiedenis tot leven brengen

Van Zuijlen ziet een trend. Tijdens de Airborn Herdenking op de Ginkelse heide bij Ede springen parachutisten uit vliegtuigen, dat trekt duizenden mensen publiek. Huis Doorn doet aan re-enactments. Met 200 man gaan ze terug naar het einde van de Eerste Wereldoorlog, waarbij zowel het soldatenleven als burgervermaak wordt nagespeeld. ‘Dat werkt! Net als daar, is ook in Fort 1881 het bezoek aan het museum en het restaurant toegenomen. Het is belangrijk om erfgoed op een nieuwe manier te ontsluiten. Jongeren kennen hun geschiedenis niet meer, voelen dat niet meer, je moet een nieuwe manier vinden om de geschiedenis tot leven te brengen. Nu kan dat beter dan 10 jaar geleden. Mensen zijn meer gewend aan locatietheater en om naar evenementen toe te reizen. Ze wachten niet langer passief af wat de lokale schouwburg programmeert. Ze trekken er op uit. Daar spelen wij op in. We hebben ondersteuning van enkele culturele fondsen, maar ook van het Veteranenfonds. En ook gemeenten zijn co-financiers, die profiteren immers mee.’ De volgende locatie is inmiddels in ontwikkeling. Geheim nog uiteraard, maar hou ze in de gaten.

Tekst: Indira van ’t Klooster.
Fotografie: Danny van Zuijlen/Architects Of

Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 4 van 2019

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.