Definitieve lancering Besluit kwaliteitsborging?

Wet- en regelgeving

Definitieve lancering Besluit kwaliteitsborging?

Door: Redactie ArchitectuurNL | 10-05-2021

Op 7 mei 2021 heeft Peter de Haan een open brief aan de Eerste Kamer verzonden met de oproep om akkoord te gaan met een ongewijzigde publicatie van het Besluit kwaliteitsborging voor het bouwen (Bkb) in het Staatsblad. Inmiddels is deze lagere regelgeving al vijf jaar (!) bij de Eerste Kamer in behandeling. Peter legt in zijn brief uit waarom de praktijk recht heeft op duidelijkheid:

De Eerste Kamer heeft in zijn brief van 15 april 2021 met vragen over het stelsel van kwaliteitsborging Peter veelvuldig aangehaald. Dat was voor hem aanleiding om bovengenoemde brief te verzenden.

Het stelsel van kwaliteitsborging

Het Bkb bevat de uitwerking van de wijzigingen in de vergunningverlening en handhaving onder het stelsel van kwaliteitsborging. Dit stelsel houdt vereenvoudigd in dat een private kwaliteitsborger op de bouw toezicht houdt. Hij moet een positieve verklaring afgeven als het gerealiseerde bouwwerk aan de technische nieuwbouwvoorschriften voldoet. Zonder zijn positieve verklaring mag het gerealiseerde bouwwerk niet in gebruik worden genomen.

Dit nieuwe stelsel treedt voor gevolgklasse 1 (lees: grondgebonden woningen en industriehallen van maximaal 2 bouwlagen) gelijktijdig met de Omgevingswet in werking. Hoewel de inwerkingtreding vooralsnog staat gepland voor 1 januari 2022, zal minister Ollongren vermoedelijk binnenkort aankondigen dat het 1 april of 1 juli 2022 wordt.

Nog steeds vragen over wijzigingen Burgelijk Wetboek

Het wekt verbazing dat de Eerste Kamer in de brief van 15 april 2021 nog steeds vragen stelt over de wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek. De Eerste Kamer heeft op 14 mei 2019 de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) met een ruime meerderheid aangenomen. En het Bkb werkt als lagere regelgeving de wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek niet uit.

De reden dat de Eerste Kamer nog met vragen zit over het Burgerlijk Wetboek is vermoedelijk, omdat die Kamer voor het eigen deskundigenoverleg van 23 maart 2021 geen juristen heeft uitgenodigd. Vereniging Eigen Huis was wel uitgenodigd en die heeft allerlei reeds afgeronde onderwerpen opnieuw ter discussie gesteld. Een voorbeeld daarvan is de vraag of het niet beter is alsnog in het Burgerlijk Wetboek een verplichte verzekering voor de aannemers op te nemen.

Minister Plasterk heeft een verplichte verzekering ontraden. Hij maakte zich zorgen over het verleggen van de prikkels. Volgens Plasterk ontstaat dan een gemeenschappelijk belang voor de opdrachtgever en opdrachtnemer (de aannemer dus) om het dan maar liever aan de verzekeraars en daarmee, via de premies, aan anderen over te laten. De verplichte verzekering zal naar verwachting voor de kleinere aannemers duurder zijn dan voor de grotere aannemers, waardoor hun concurrentie-positie verslechtert, aldus Plasterk.

Nu bij het deskundigenoverleg geen juristen publiek bouwrecht waren uitgenodigd, bleef de Eerste Kamer ook met vragen over het stelsel van kwaliteitsborging zitten. Nu het Bkb dat stelsel uitwerkt, worden die vragen hieronder wel behandeld.

Risicobeoordeling en borgingsplan

Voor de bouwwerken uit gevolgklasse 1 is straks geen omgevingsvergunning voor een (technische) bouwactiviteit vereist. In plaats daarvan moet een bouwmelding worden gedaan. Bij die bouwmelding moet een risicobeoordeling en een borgingsplan worden verstrekt. De Eerste Kamer vraagt zich af of de kwaliteitsborger beide stukken wel moet opstellen. In de risicobeoordeling worden de bouwtechnische risico’s geanalyseerd en in het borgingsplan worden waarborgen opgenomen dat die risico’s geen bewaarheid worden.

Het is een zeer begrijpelijke keuze dat de kwaliteitsborger zowel de risicobeoordeling als het borgingsplan opstelt. De rol van de kwaliteitsborger is duidelijk en onmiskenbaar indien hij de risico’s bij het bouwplan moet beoordelen, maatregelen moet nemen tegen die risico’s, op de bouw toezicht houdt én het gerealiseerde bouwwerk beoordeeld. Dan is er geen versnippering van verantwoordelijkheden.

Verbod op ingebruikname

De oplevering en gereedmelding vormen de kern van kwaliteitsborging. De aannemer verstrekt aan zijn opdrachtgever een opleverdossier waaruit volgt dat hij een deugdelijk bouwwerk heeft gerealiseerd. Daarnaast moet de initiatiefnemer het gerealiseerde bouwwerk bij de gemeente gereedmelden en daarbij een dossier bevoegd gezag verstrekken. Het belangrijkste onderdeel van het dossier bevoegd gezag is de positieve verklaring van de kwaliteitsborger dat het gerealiseerde bouwwerk aan de technische nieuwbouwvoorschriften voldoet.

De Eerste Kamer heeft zich door Vereniging Eigen Huis tijdens het deskundigenoverleg op het verkeerde been laten zetten. Om te beginnen kan het uitblijven van een positieve verklaring van de kwaliteitsborger niet een verrassing zijn. De kwaliteitsborger is wettelijk verplicht onverwijld zijn opdrachtgever en de aannemer te waarschuwen als hij meent dat het bouwwerk in aanbouw niet aan de technische nieuwbouwvoorschriften voldoet. Wanneer de kwaliteitsborger vreest dat hij bij voltooiing geen positieve verklaring kan afgeven, zal hij ook de gemeente moeten waarschuwen. De gemeente zal dan zo nodig handhaven. Ook is het niet zo dat de kwaliteitsborger geen positieve verklaring kan afgeven als het gerealiseerde bouwwerk op ondergeschikte onderdelen niet voldoet. De kwaliteitsborger geeft een positieve verklaring af als er “naar zijn oordeel een gerechtvaardigd vertrouwen” is dat het bouwwerk voldoet.

Een ander misverstand is dat de gemeente de gereedmelding en het dossier bevoegd gezag moet goedkeuren. Dat is niet het geval. Ook als de gemeente geen reactie geeft binnen twee weken na de gereedmelding, mag het bouwwerk gewoon in gebruik worden genomen.

Kostenverhogende effecten

Een ander aandachtspunt dat Vereniging Eigen Huis opwerpt, zijn de leges. Minister Ollongren heeft het maximale gedaan om de kosten van het stelsel van kwaliteitsborging voor de opdrachtgever te beperken. Voor bouwwerken uit gevolgklasse 1 geldt geen bouwtechnische vergunningplicht maar een meldplicht. Voor die bouwmelding mag de gemeente geen leges heffen.

Ook op andere manieren heeft de minister in het Bkb rekening gehouden met de kosten. Zo is daarin geregeld dat de kwaliteitsborger deels mag vertrouwen op de kwaliteitssystemen van anderen, zoals de interne kwaliteitssystemen van de aannemer, certificaten en erkende technische toepassingen.

Inwerkingtreding

Het is teleurstellend dat de Eerste Kamer na vijf jaar nog steeds niet akkoord is gegaan met de publicatie van het Bkb in het Staatsblad. Oorspronkelijk zou het stelsel van kwaliteitsborging in 2017 in werking treden. Het lijkt er vooralsnog op dat de inwerkingtreding op 1 juli 2022 zal plaatsvinden. Dit laatste onderdeel van het nieuwe publieke bouwrecht behoeft geen wijzigingen meer. In ieder geval is wenselijk dat het Bkb definitief wordt. Ook als positief signaal voor de verdere voorbereiding op wat komen gaat.

Tekst: mr. dr. ing. Peter de Haan, advocaat-partner PDH Advocatuur

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.