65 jaar BOUW

Nieuws

65 jaar BOUW

Door: Jacqueline Knudsen | 16-11-2011

Van Centraal weekblad voor het bouwwezen tot ArchitectuurNL

65 jaar geleden, in 1946, verscheen het eerste nummer van BOUW, Centraal weekblad voor het bouwwezen. Vanaf 1946 tot heden heeft BOUW zich ontwikkeld van spreekbuis van de wederopbouw, met veel aandacht voor sociale, economische en technische vraagstukken, tot vakblad over hedendaagse architectuur in Nederland. Deze ontwikkeling komt ook in de titel tot uitdrukking, sinds oktober 2006 opereert BOUW onder de naam ArchitectuurNL. Een terugblik op 65 jaar BOUW.

Bureau Documentatie Bouwwezen

BOUW is niet het enige kort na de oorlog opgerichte architectuurtijdschrift. Forum, waarvan het eerste nummer verscheen in april 1946, en Stedenbouw, dat op 15 maart 1946 als Rotterdam Bouwt het levenslicht zag en in 1956 zijn naam veranderde, bestaan in 2011 eveneens 65 jaar.
De oprichting van BOUW is slechts één van de vele activiteiten van het Bureau Documentatie Bouwwezen, dat formeel in 1946 is opgericht, maar reeds in de oorlogsjaren actief was. De aannemer Joop van der Wal, directeur van de BAM, en de statisticus Jan van Ettinger, werkzaam bij het CBS, zijn de initiatiefnemers van dit instituut, dat op wetenschappelijke en systematische wijze de wederopbouw van het land zou moeten gaan begeleiden. Behalve een tijdschrift worden ook de Stichting Ratiobouw en het Bouwcentrum opgericht, dat in 1948 in Rotterdam in de nieuwbouw aan het Weena opent. Van Ettinger is behalve directeur van het Bouwcentrum jarenlang hoofdredacteur van BOUW (tot 1967). In BOUW komen afwisselend vier aspecten van het bouwen aan de orde: architectonische/stedenbouwkundige, sociale, technische en economisch/statistische vraagstukken. De redactie is gevestigd in het kantoor van de BDB aan de Koninginnegracht 62 in Den Haag. In 1955 verhuist de redactie naar het Bouwcentrum in Rotterdam.

Wederopbouw: eendrachtige samenwerking

Het nulnummer van oktober 1945 staat bol van de hoogdravende teksten van hoogwaardigheidsbekleders, waaronder een vijftal ministers (o.a. Ringers en Drees) en vertegenwoordigers van allerlei vakgebieden en aan de bouw gelieerde organisaties. BOUW wil echter nadrukkelijk geen spreekbuis van de overheid zijn. Het tijdschrift is een duidelijke exponent van de doorbraakgedachte kort na de Tweede Wereldoorlog. Bij de Wederopbouw van Nederland moeten de architecten de oude tegenstellingen tussen modern en traditioneel vergeten en eendrachtig samenwerken. Op de omslag staat zowel een gebouw van Duiker als van Kropholler. In het eerste aan architectuur gewijde nummer geeft de bekende architect Van den Broek een analyse van de verschillende architectonische opvattingen in Nederland, waarin hij behoedzaam en pragmatisch alle stromingen in hun waarde laat. Ook architect en stedenbouwkundige Van Embden meent dat de wederopbouw eendrachtig ter hand moet worden genomen, maar voelt niets voor een synthese tussen modern en traditioneel. ‘De waarheid ligt niet in het midden.’ Naar analogie met de historisch gegroeide steden met onderling strijdige architectuuropvattingen zoekt hij naar een ‘harmonie der tegendelen’, waarin ‘individuele architectuurstukken tot één stedenbouwkundige compositie vereenigd moeten worden.’

Industrialisatie en rationalisatie versus traditionalisme

Hoewel BOUW dus qua architectuuropvatting een zo neutraal mogelijke koers probeert te varen, is het duidelijk dat de redactie een voorkeur heeft voor verregaande industrialisatie en rationalisatie van de bouw. Directeur van Ratiobouw Mazure, een van de pijlers van het BDB, noemt de bouwnijverheid in het openingsnummer ‘achterlijk’. Ook in de opmaak heeft het blad een moderne uitstraling. Er staan veel artikelen over systeembouw, woningplattegronden en betontechniek in de eerste jaargangen. Industrialisatie is echter moeilijk verenigbaar met de ideeën van de Delftse School. In 1946 stemt de redactie in met de conclusies van het artikel ‘De dictatuur van het Delftsche bouwen’ van J.J. Vriend. De meeste opdrachten bij de wederopbouw gaan eenzijdig naar vertegenwoordigers van de Delftse School. Granpré Molière reageert hierop met een artikel over ‘bouwen als hooge roeping’. Hij keert zich andermaal tegen kunstmatige materialen als staal, beton en glas en tegen de industrialisatie van de bouw. De redactie haast zich vervolgens haar standpunt te nuanceren, maar enkele pagina’s verder bekritiseren auteurs als Van Embden, Van den Broek en Oud deze geest van behoudzucht. De vooroorlogse controverse tussen modernen en traditionelen is weer terug bij af, maar BOUW staat open voor alle gezindten.

Documentaties over bouwprojecten

Noodgedwongen worden er de eerste jaren vooral plannen en buitenlandse projecten getoond. ‘En toch – er wòrdt gebouwd!’ is de optimistische naam van een rubriek waarin elke nieuwbouw met gejuich wordt begroet. De eerste gebouwdocumentatie behelst de Rotterdamse noodschouwburg in 1947. Naar mate er meer gebouwd wordt, nemen deze gebouwdocumentaties een belangrijker rol in. Vanaf eind jaren zestig krijgen ze een vaste plek en opmaak en vervolgens een aparte katern. De systematische aanpak van de projectdocumentaties is het werk van redacteur Gert Jonker. Ze worden vanaf 1974 zelfs enkele jaren gebundeld tot een soort jaarboek van de Nederlandse architectuur. Deze boeken geven een naargeestig maar adequaat beeld van de droevige jaren zeventig. In 1983 doet de kleurenfotografie zijn intrede en vanaf 1 januari 1984 is de projectdocumentatie volledig in kleur. In de eerste jaren worden de documentaties nog verzorgd door de architecten zelf, die aan de hand van een standaardformulier zelf de toelichting schrijven. Omdat negen van de tien teksten volledig moeten worden herschreven wordt dit systeem midden jaren tachtig gewijzigd. Redacteuren Gerda ten Cate en Peter Visser en later Jacqueline Knudsen en freelancers verzorgen de projectdocumentaties. Sinds de naamswijziging in ArchitectuurNL wordt een groot deel van het blad gevuld met projectdocumentaties. 65 jaar BOUW levert op deze wijze een neutraal maar veelzijdig overzicht van de Nederlandse architectonische productie.

Redactionele ontwikkelingen

Aanvankelijk worden de meeste artikelen aangeleverd door incidentele auteurs: architecten, onderzoekers en ingenieurs. Hoofdredacteur Van Ettinger heeft vanaf 1 januari 1949 een vaste rubriek, de Spiegel van de Week. Vanaf 1957 krijgt BOUW in de vorm van de kunstcriticus Anne Buffinga een tweede vaste auteur, die tientallen artikelen schrijft waarin hij uiteenlopende interesses als kerkenbouw en Rietveld combineert. Buffinga overlijdt op veertigjarige leeftijd in 1969. Zijn opvolger is de ex-jurist Gert Jonker, die vanwege zijn kritische houding niet langer welkom is bij het Bouwkundig Weekblad. In 1979 gaat Jonker met pensioen en komt de redactie architectuur in handen van de kunsthistorica Gerda ten Cate. De oorspronkelijke opzet met vier aandachtsgebieden blijft al die tijd gehandhaafd. Vanaf eind jaren ‘60 bestaat de redactie uit vier redacteuren voor architectuur, techniek, economie en maatschappij. Deze redacteuren leveren de meeste artikelen. Bij een vernieuwing in 1973 worden de losse edities per aandachtsgebied verlaten en wordt BOUW een multidisciplinair weekblad. Behalve de redacteuren zijn er weinig vaste medewerkers aan BOUW. Eind jaren vijftig heeft J. Bakker, technisch hoofdambtenaar van Openbare Werken Velzen, een technische rubriek waarin vaak bouwfouten worden behandeld. Gerhard Werkman verzorgt vanaf 1962 artikelen over woningbouw; van 1967 tot 1975 is hij hoofdredacteur. In later jaren zijn columnisten als Peter Drijver en René Strijland actief. Het wat stoffige imago uit de jaren zeventig, waarin het blad vooral populair lijkt bij HTS-ers en volkshuisvesters, verdwijnt met de hernieuwde aandacht voor architectuur van de laatste decennia.

Frequentie

Het Centraal weekblad voor het bouwwezen bleef lange tijd daadwerkelijk een weekblad. In 1978 wordt overgegaan op een tweewekelijkse frequentie en sinds november 1994 is BOUW een maandblad. Vanwege het bemachtigen van de felbegeerde domeinnaam www.architectuur.nl wijzigt de naam in 2006. Hoewel veel actuele informatie verplaatst is naar de website lijken de meeste architecten nog steeds gehecht aan drukwerk. Ook is er nog steeds geen echt verdienmodel voor tijdschriften op internet. Overigens waren er al in 1973 twijfels over de toekomst van het gedrukte vakblad. Bij een grote lezersenquête denkt slechts een kwart van de ondervraagden dat dit in 2000 nog zal bestaan. De overige 75% denkt dat kabeltelevisie, computer, videorecorder of cassetterecorder het vakblad zullen hebben vervangen…. Door papierschaarste verschijnt BOUW in de beginjaren vaak met 24 of soms zelfs met maar 8 pagina’s. Het aantal pagina’s stijgt vanaf de jaren vijftig explosief tot rond de 2000 per jaar met de 2172 pagina’s van 1966 als hoogtepunt. In de crisisjaren zeventig neemt het aantal pagina’s weer af. Aanvankelijk worden de pagina’s doorgenummerd, maar dat systeem wordt ook in 1978 verlaten.

Logo’s en lay-out

Logo en basisopmaak van BOUW zijn van de bekende ontwerper Piet Zwart. Tot 1973, dus zevenentwintig jaar lang, blijft deze lay-out gehandhaafd. In de jaren zeventig en tachtig wordt de typografie verzorgd door Arie J. Landman, die enige vernieuwingen doorvoert. In deze tijd worden de artikelen voorzien van een pasfoto en een functieomschrijving van de auteur(s). September ’85 krijgt BOUW een nieuwe lay-out van Wim Crouwel, Jolijn van der Wouw en Gijsbert Dijker van Total Design. Het blad wordt na veertig jaar kleiner van formaat ‘zodat het beter in de kast past en gemakkelijker te kopiëren is.’ In 1989 is er een nieuwe lay-out en een nieuw logo. Ondertitel is nu vakblad voor het bouwmanagement. November 1994 wordt BOUW een maandblad en krijgt het een nieuwe lay-out van Robert Schuurmans Stekhoven. Vijf jaar later is er opnieuw een ingrijpende verandering; het huidige karakteristieke grote formaat wordt geïntroduceerd met een nieuwe lay-out en logo van ontwerpbureau Joseph Plateau, die ook in 2004 een nieuwe lay-out ontwerpt. Die is tot op heden gehandhaafd. Momenteel wordt een ingrijpende vernieuwing van het blad in 2012 voorbereid om naadloos aan te sluiten bij de wensen en behoeften van de huidige en toekomstige architect.

Uitgeverijen en hoofdredacteuren wisselen elkaar af

In 1985 verandert BOUW van uitgever, het begin van een reeks veranderingen, verhuizingen en wisselingen van hoofdredacteuren die tot op de dag van vandaag voortduurt. BOUW gaat eerst naar uitgeverij VUGA, die in 1989 ondergebracht wordt bij Delwel en komt vervolgens in 1991 bij Keesing Bouwinformatie terecht. In 1993 neemt Misset het blad over, dat in 1997 met Bonaventura fuseert tot Elsevier Bedrijfsinformatie. In 2002 wordt Elsevier onderdeel van Reed Business. Eind 2009 dreigt ArchitectuurNL in de efficiencyslag van Reed te sneuvelen, ondanks positieve bedrijfsresultaten. Sinds januari 2010 wordt het tijdschrift uitgegeven door de Eisma Media Groep. Elke wijziging van uitgever betekent ook een verhuizing van de redactie: van Rotterdam naar Den Haag, Amsterdam-Zuidoost, Maarssen en Houten. In 1995 verhuist BOUW terug naar Rotterdam naar het WTC, om via Den Haag uiteindelijk in Doetinchem terecht te komen. Ook de hoofdredacteuren wisselen elkaar in hoog tempo af: John Bindels (1975-81), Jan Rutten (1981-88), Hans Stevens (a.i.), Herman Feddema, opnieuw Jan Rutten (1989-93), Pieter de Mos (1993-97), Gerda ten Cate (a.i.), Karel de Vos (a.i.), Hans Mulder (2000-06), Jan Bol (2006-09), Trees van der Wal (2010) en Peter de Winter (v.a. oktober 2010).

65 jaar

Nu de pensioengerechtigde leeftijd niet langer op 65 jaar is gefixeerd, zullen latere generaties misschien raar opkijken bij het stilstaan bij het 65-jarig bestaan. Er zijn wel meer merkwaardige jubilea in het bestaan van BOUW geweest. Zo wordt het tienjarig bestaan al in juni 1953 gevierd, uitgaande van de start van het Bureau Documentatie Bouwwezen in 1943. Echte jubilea als het vijfentwintigjarig en het vijftigjarig bestaan worden nauwelijks gememoreerd met niet meer dan een wat plichtmatig stuk. Het veertigjarig bestaan daarentegen wordt gevierd met een uitgebreide terugblik met bijdragen van hoofdredacteur Jan Rutten, Ed Taverne, Ernest Groosman en P. Collette. Wordt vervolgd in 2021?

Tekst Paul Groenendijk

Dit artikel is verschenen in ArchitectuurNL 07 2011

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.