Rond 1900 zoekt een groep architecten en kunstenaars naar een nieuwe vormgeving passend bij hun eigen tijd, als reactie op de gangbare historiserende stijlen. De naam van hun stijl benadrukt het nieuwe: Art Nouveau, maar hoe modern of nieuw was die nieuwe kunst eigenlijk? De expositie Art Nouveau in Nederland die tot 28 oktober 2018 te zien is in het Gemeentemuseum in Den Haag, is opgebouwd rond thema’s als ‘terug naar de natuur’, ‘terug naar het ambacht’ en ‘verlangen naar de Oriënt’. Die thema’s getuigen niet echt van vernieuwingsdrang, maar wel van een zoektocht naar het authentieke. De expositie toont o.a. enkele complete interieurs, inclusief behang, stoffering, meubilair, verlichting en gebruiksvoorwerpen. Gesamtkunstwerken die het wonen van de progressieve elite in die tijd prachtig tot leven roepen. In juni publiceert ArchitectuurNL een uitgebreid artikel, hier vast een introductie.
Het verlangen van de progressieve kunstenaars en architecten rond 1900 naar het ambacht, de natuur en hun fascinatie voor de ‘onbedorven’ culturen in de Oriënt getuigen van een ‘queeste naar het authentieke’. Het zoeken naar echtheid zet zich af tegen commercialisme en de consumptiemaatschappij. Die zoektocht resulteerde in zeer uiteenlopende ontwerpovertuigingen, die in de tentoonstelling Art Nouveau in Nederland gebroederlijk zijn samengebracht.
De onderlinge verschillen tussen de vormgevers, die in theorieën en geschriften breed uitgemeten werden, blijken in de praktijk veel minder groot.
Terug naar de natuur
Ontwerpers en kunstenaars vinden inspiratie in de planten- en dierenwereld. Theo Nieuwenhuis bestudeert het plantenleven tot in detail, maakt botanische kleurenplaten en in gestileerde vorm komen planten overal in zijn ontwerpen voor interieurs en producten terug. Ook het onderwaterleven vormt een rijke bron van inspiratie. Gerrit Willem Dijsselhof schilderde verstilde onderwaterdecors van vissen, krabben en kreeften die hij uitgebreid in Artis bestudeerde. Maar meer nog dan in de onderwaterwereld, vinden ontwerpers inspiratie bij vogels en de pauw groeit uit tot hét art-nouveaumotief. Bijvoorbeeld in de kamer die Dijsselhof in 1895-1900 ontwerpt voor de Amsterdamse arts Willem van den Hoorn.
Terug naar het ambacht
De ideeën van de Engelse Arts-and-Craftsbeweging over de lelijke massaproducten versus de schone ambachtelijke producten uit de middeleeuwen vinden ook in Nederland hun weerklank. De nieuwe kunst moest – paradoxaal genoeg – de oude wereld van schoonheid en ambachtelijkheid herstellen. De ontwerpers van verkooplokaal ’t Binnenhuis, o.a. H.P. Berlage en Jac van den Bosch, maken interieurproducten volgens ‘rationalistische’ principes. Maar hoewel rationeel in constructie, speelt versieringsdrang in de producten van ’t Binnenhuis wel degelijk mee, blijkt uit de geëxposeerde meubels.
Internationale Art Nouveau
De architecten en vormgevers van ’t Binnenhuis zetten zich in hun geschriften fel af tegen de internationale art nouveau, vooral tegen de Duitse en Frans-Belgische art nouveau met de kenmerkende zweepslaglijn. In Den Haag heeft een groep vormgevers en architecten nauwe contacten met Duitse en Belgische ontwerpers, o.a. met Henry van de Velde. Haagse architecten als J. Mutters en J.P.J. Lorrie ontwerpen gevels en interieurs met golvende lijnen.
Interdisciplinair
In de Haagse interieurzaak Arts & Crafts worden interieurs van o.a. Henry van de Velde en Johan Thorn Prikker verkocht. Kritiek op schilders die de stap naar de toegepaste kunsten maken, komt vooral van architecten en is wellicht een manier om de eigen marktwaarde op peil te houden. Toch is juist die interdisciplinariteit kenmerkend voor veel ontwerpers van die periode, ook bij Berlage’s Binnenhuis. In de complete interieurs die opgesteld zijn, maar ook in de soms verrassende diversiteit aan werken van een en dezelfde ontwerper, komt die interdisciplinariteit in de tentoonstelling goed tot uiting.
Expositie en boek
De tentoonstelling Art Nouveau in Nederland is tot 28 oktober 2018 te zien in het Gemeentemuseum Den Haag
Bij de tentoonstelling hoort een tweetalige catalogus (Nederlands, Engels), met teksten van Jan de Bruijn, Frouke van Dijke en Madelief Hohé, conservatoren van het Gemeentemuseum (€24,95)
Binnenkort verschijnt in ArchitectuurNL 3 en op deze website een uitgebreider artikel van Jacqueline Knudsen over de expositie.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.