Daan Roosegaarde / Studio Roosegaarde

Architect, Platform jong talent

Daan Roosegaarde / Studio Roosegaarde

Door: Jacqueline Knudsen | 05-11-2010

Daan Roosegaarde exposeert in Rotterdam, Londen, Tokyo en Venetië. Zijn kunstwerken Dune, Flow en Lotus hebben de vorm van zwarte lichtgevende staven, ventilatoren die gevels openen of hittegevoelige folie. In de wereld van Roosegaarde activeren licht, geluid, warmte en beweging sensoren in uiteenlopende kunstwerken. Zo gaan voorbijgangers een relatie aan met hun – door technologie gedreven – omgeving. De magie van de objecten en het intense contact tussen object en mens dat zijn projecten mogelijk maakt, roept associaties op met digitale totempalen. ‘Nu lijkt het bovennatuurlijk, maar straks is het heel normaal. Het is aan ontwerpers om technologische ontwikkelingen betekenis te geven. Om digitale mogelijkheden te laden met een agenda.’

‘Lichaam en ruimte, dat fascineert me. Nu al is technologie onderdeel van ons lichaam, de bobbel van je iPhone in je broekzak. Die letterlijke relatie beïnvloedt hoe we dingen ontwerpen en dingen maken. De vraag is hoe we het natuurlijke, dat we missen in een geconditioneerd landschap als het Nederlandse, terug kunnen brengen in onze leefwereld. Dat is geen vraag die zich in de toekomst afspeelt, en in essentie niet per se gerelateerd aan techniek. Ik haal meer inspiratie uit de 17e eeuwse landschapsschilder Jacob van Ruysdael dan uit bijvoorbeeld Peter Struycken. Ik ben niet bezig met gevelversiering, maar – net als Van Ruysdael – met het onderzoeken van de relatie tussen de mens en zijn omgeving.’

Aan de kunstacademie van Enschede liep je tegen de grenzen van de kunst aan.‘Toen ik de kunstacademie deed, ging het niet over de context van het kunstwerk. Relevante vragen waren: “wat doet het werk met jou”, “wat betekent het voor jou”? Terwijl ik het veel interessanter vond om de rituelen, hoe mensen met elkaar communiceren, in kaart te brengen. Waarom betekent een verlicht bord op het dak van een taxi in het ene land dat de taxi vrij is en in het andere dat hij bezet is? Als ik een schilderij van een taxi ga maken, stel ik wel het fenomeen aan de orde, maar pak ik niet de laag die daaronder zit. Ik stuitte op een exemplaar van Hunch en ging naar het Berlage Instituut. Ik vond het geweldig. 100 man die kritisch nadenken.’

Wat wilde je leren bij het Berlage Instituut? ‘Hoe je werkelijk engagement kunt uitlokken, een kritische agenda opstellen, een groepskunstwerk maken.’

En leerde je dat? ‘Het was twee jaar lang een bizar soort hel, met 100 ambitieuze mensen uit verschillende culturen, maar ik had nooit kunnen doen wat ik nu doe, zonder het Berlage Instituut. Ik moest constant nadenken over waarom ik de dingen deed, ik leerde complexe processen te begrijpen. Daar kwam ook de notie van het belang van publieke ruimte. Ik heb alles opgezogen als een spons, en na die twee jaar nog een tijdje bij OMA en MVRDV rondgehangen.

Dus je zat nog vrij hardnekkig in de architectuur. ‘Ja, maar dat doe ik nu nog steeds.’

Beschouw je wat je nu maakt dan als architectuur? ‘Nee, nog niet, maar we gaan van kunst naar design, naar architectuur.’

Dus projecten als Dune en Lotus zijn een voorspel voor wat je uiteindelijk in gebouwen wilt gaan doen? ‘Jazeker, mijn werk gaat in eerste instantie over ruimte, wat gebeurt daar, wat wil je uitlokken en wat wil je vertellen.’

Je maakt objecten die reageren als je langsloopt, op kleren die je draagt, op licht en geluid. Daarmee experimenteer je nu ook in gevels, maar hoe ziet een heel gebouw eruit? ‘Dat weet ik nog niet. Mijn kunstwerken gaan over de relatie met een technologische wereld. Hoe kun je de technische wereld minder absoluut maken, poëtischer, persoonlijker? Datzelfde geldt ook voor architectuur. Juist waar mijn werk in de publieke ruimte staat, komt het tot leven. De relatie tussen mens en technologie gaat verder dan lcd-schermen en blinkie-blinkie toepassingen in de gevel. Dat is puur decoratief. Wat wil je met die technologie? Is het een spiegel of is het een interface die bijvoorbeeld vertelt hoeveel CO2 er in de lucht zit? Glas-in-loodramen in de middeleeuwse kerken vertelden een verhaal. Die narrative ontbreekt nu in de architectuur. Jean Nouvel en zijn Institut du Monde Arabe, Ben van Berkel – ze leunen op een effect. De cruciale vraag is: hoe geef je technologie betekenis?’

Van musea verschuift je werk naar toepassing in gebouwen, in Assen in het Cultureel Kwartier, in het GGZ in Breda, met Bjarne Mastenbroek (SeARCH) in het Wagnermuseum in Bayreuth. Wat is dan je rol als ontwerper? ‘Ik hoef eigenlijk niet per se gebouwen te maken, maar gebouwen bieden de kans om mijn gedachtegoed driedimensionaler te maken. The next step. Neem het Cultureel Kwartier in Assen. Dat hele gebouw is verschrikkelijk, het enige dat interessant is, is de trap. Vanwege het hoogteverschil, omdat daarin de maatschappelijke betekenis van het gebouw tot uiting komt. Toen hebben we gezegd: oké, daar focussen we ons op en met de rest bemoeien we ons niet.’

Toch zoek je ook de coproductie. ‘Ons werk is geen sausje over een gebouw heen. In het Wagnermuseum wordt het: Mastenbroek meets Roosegaarde. Dat wordt tof. Hij heeft zijn domein waarin ik hem met rust laat en hij mij, maar er is ook een gebied waarin het gewoon clasht, dan moeten we uitvechten: wat willen we nou, wat betekent deze ingreep?’

Op tafel ligt een papiertje, misschien 5 bij 5 centimeter, een folie dat reageert op warmte en beweging. Roosegaarde pakt het op. Zodra hij ertegenaan blaast, krult het om. ‘Dit papier is de basis van Lotus, onze laatste lovebaby. Met dit materiaal kunnen we wanden maken die zich openen en sluiten, dingen verbergen of juist tonen. We waren geïnteresseerd in beweging zonder techniek. Maar we denken ook na over de betekenis van deze technologie. Nu is het nog een kunstwerk, maar eigenlijk is het een denkmodel dat vraagt om toepassing. Ik vind dat woord ook helemaal niet meer verkeerd: toepassing. De toepassing bepaalt de agenda en het gedrag.’

Je moet het vullen met content? ‘Ja, je kunt techniek decoratief gebruiken, of betekenis geven. Daarom passen we het wél toe in het GGZ-project in Breda en weigeren we Holland Casino. Ik wil laten zien dat technologie ook verbindingen tussen mensen, of tussen mensen en dingen kan leggen.’

Je bent heel positief over de mogelijkheden van technologie, maar je zei ook: mensen ervaren het heel verschillend, techniek kan heel bedreigend zijn.’ ‘Het allerergste is als mensen hun kop in het zand steken en de mogelijkheden van technologie ontkennen. Je kunt het niet tegenhouden, er komen 3d-printers waarmee we neuronen kunnen printen, contactlenzen waarop je je e-mail voorbij ziet scrollen. De vraag is: wie heeft daar controle over? Wie bepaalt dat? Kunnen we dat als cultuur en maatschappij bepalen?’

Gaat het dan nog over ontwerp? ‘Jawel, hoe iets zich gedraagt in de publieke ruimte is ontwerp. Dat is wat architecten altijd al deden: programmeren. Waar komt de slaapkamer, waar de woonkamer? Dat programmeren was vroeger een plattegrond, nu heb ik een microchip met 5000 meer-opties.’

Rietveld Schröderhuis 2.0. ‘Rietveld! Ik dacht altijd: dat is die man met dat huis met die schuivende wandjes. Ik ben eens gaan kijken. Holy shit, dat huis opent zich en sluit zich, impressive! Daar begon de zoektocht naar verschillende opties. Nadenken over variatie en het verpersoonlijken van ruimten.’

Zie je dat dan in het verlengde van domotica, je huis personaliseren, of een paar stappen verder? ‘Dat is precies de vraag. Creëren we met al die technologie een nieuwe comfortzone, in onze glazen bubble, of gebruiken we de technologie om een nieuw bewustzijn tot stand te brengen? Ontwerpers kunnen bepalen wat ze wel en niet ontwerpen, dat is een cruciale factor in onze rol als architect en vormgever.’

Architecten praten in termen van opgaven. De snelweg is belangrijk of de shopping mall moet worden vormgegeven, wat betekenen transferia. Gebieden die vorm moeten krijgen. ‘Ja, want dat heeft effect op hoe ons land eruit ziet.’

 Maar jouw agenda is een hele andere, die gaat niet over het vormgeven van gebieden, maar over manieren waarop je leeft. ‘Daarom gaat de samenwerking met andere architecten ook zo goed. Ik kom van een andere planeet. Lotus, dit soort folies, ontwikkelen we zelf, de toepassing komt later. Doordat ik zelf kennis vergaar, bouw ik een eigen manier van werken en expertise op, waardoor ik een niche creëer die ik zelf kan laden met een agenda. Aan de ene kant blijven we autonome kunstenaars, maar ik ben steeds meer geïnteresseerd in gebouwen. Geef mij maar die entree of dat kale plein, die Maastunnel, die parkeergarage. We zijn een hybrid practice, soms doen we mode, soms doen we pleinen, maar wat cruciaal is dat ik iets maak, dat ook weer mij maakt. Dat is evolutie, dat is ontwerpen, dat is design.’

Je kunt het doen omdat je niet gebonden bent aan het stramien van pve, opdrachtgever, plattegronden. Veel architecten zitten daar in vast. ‘Precies. Zij creëren hun eigen gevangenis.’

Is dit is jouw wake-up call voor architecten: neem de ruimte om agenda te bepalen? ‘Je moet leren infiltreren! Dat is cruciaal! De BAM uit Assen belde. Het slechte nieuws was: lichtarchitect ontslagen. Het goede nieuws was: ons project gaat over licht. Toen werd onze opdracht uitgebreid en waren we geen kunstproject meer, maar onderdeel van het gebouw. Opeens konden ze niet meer om ons heen! Opeens werden we onderdeel van een programma en dat geeft zeggenschap.’

Van belang is dat het leveren van plattegronden en gevels niet meer toereikend is voor architecten om iets toe te voegen, iets te zeggen, een agenda te bepalen. ‘Ja, je moet nieuwe tools ontwikkelen. Architecten zitten teveel in de materiaalhoek, dan gaan ze een nieuwe baksteen ontwikkelen, of iets dergelijks.’

Ontbreekt het hen aan maatschappijkritisch bewustzijn? ‘Of aan besef van de mogelijkheden. Van dat folie kun je domes maken, gebouwen die ademen als een plant. Dan vervagen alle grenzen, dan weet je niet meer wat jij doet, wat het materiaal doet, wat de ruimte doet. In de 19e eeuw kwamen er roltrappen. Het was aanvankelijk technologie zonder functie. Non-functionaliteit kreeg betekenis doordat de functionaliteit een context kreeg. De roltrap was ooit het artefact van de toekomst. Het vinden van toepassingen voor technologie in de dagelijkse leefomgeving, daarin schuilt de toekomst van de architect.’

Interview Een nieuwe betekenis van technologie in kunst en leefomgeving door Indira van ’t Klooster, gepubliceerd in ArchitectuurNL 09 2010

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.