Natuurlijk bouwen volgens Werkstatt

Platform jong talent

Natuurlijk bouwen volgens Werkstatt

Door: Jeroen Junte | 29-01-2018

Het is de liefde voor pure materialen die het architectenduo bij elkaar bracht. Niels Groeneveld en Raoul Vleugels, sinds 2014 verenigd in bureau Werkstatt, hebben een uitgesproken visie over duurzaamheid. Natuurlijke materialen spelen daarin een dominante rol. Werkstatt bouwt met traditionele eco-materialen als leem en hout en experimenteert met materiaalinnovaties zoals kalkhennep en massiefhoutbouw. ‘Maar als er details zijn die beter in beton of zink uitgevoerd kunnen worden, dan doen we dat, heel bewust.’

 

Natuurlijk bouwen

‘Architectuur is in essentie een materiële discipline. Hoe een gebouw wordt ervaren, wordt in grote mate bepaald door de materialen die zijn gebruikt. Niet alleen esthetisch of hoe een gebouw aanvoelt, intiem door zachte materialen of juist hard en modern door glas en beton. Maar ook het leefklimaat wordt erdoor beïnvloed. Een gebouw van natuurlijke materialen reguleert luchtvochtigheid en temperatuur’, zegt architect Niels Groeneveld (1985), die met Raoul Vleugels (1985) het Eindhovense bureau Werkstatt vormt. Het architectenduo heeft een heeft een uitgesproken visie over duurzaamheid. Natuurlijke materialen spelen daarin een dominante rol. ‘Duurzaamheid draait in de Nederlandse bouw vooral om energiebesparing en -opwekking, door middel van installatietechniek en synthetische isolatiematerialen’, zegt Groeneveld. ‘Maar gebouwen worden daar op een paradoxale manier niet persé duurzamer van. Met de strenger wordende isolatie-eisen worden ze steeds vaker dampdicht verpakt met synthetische materialen. Gebouwen ademen daardoor niet meer, waardoor het leefklimaat verslechtert.’

Kalkhennep en massiefhoutbouw

Werkstatt bouwt met traditionele ecomaterialen als leem en hout maar experimenteert ook met duurzame materiaalinnovaties zoals kalkhennep en massiefhoutbouw. Groeneveld: ‘Dat zouden we vaker willen doen, experimenteren met nieuwe materialen die onze architectuur verrijken. Wat onze Vlaamse collega’s De Vylder Vinck Taillieu doen met de snelbouwbaksteen, die laten die gewoon zien in het interieur. Een gebouw biedt daardoor zo’n rijke ervaring.’

Oerhuis

De mission statement van Werkstatt is feitelijk het recent opgeleverde Oerhuis, het woonhuis van Vleugels waarin het duo alle kennis op gebied van natuurlijk bouwen heeft gestopt. Het huis zelf is klassiek, met een puntdak zelfs. De innovatie zit in de materialiteit. ‘Het is opgebouwd uit een houten skelet en muren van leem. De installaties zijn minimaal. De onbewerkte houten gevel zal op een hoogwaardige manier verouderen.’ Daarnaast moet het Oerhuis ook een bewijs zijn dat bouwen met natuurlijke materialen voor iedereen bereikbaar is. ‘Het is een stijlvol en comfortabel startershuis voor een concurrerende prijs.’ Werkstatt had voor dit Oerhuis al ervaring opgedaan met het Hennephuis, een off-the-grid woonhuis van kalkhennep voor een echtpaar in Oudega. ‘Hennep is een ademend materiaal, feitelijk bestaan de massieve muren van het huis uit een 40 centimeter ademende isolatielaag.’ Het probleem was alleen dat er in Nederland nauwelijks knowhow is in bouwen met hennep. ‘We moesten vakmensen uit Italië laten overkomen. Uiteindelijk kan de Friese aannemer nu ook bouwen met hennep, wat een prachtige kennisoverdracht is.’

Charcoal House

Daarop volgde een woonhuis waarbij Werkstatt de opdrachtgever moest overtuigen van de voordelen van een ademende gevel van hout. Dat lukte door een onderhoudsvrije houten gevelafwerking te ontwerpen. ‘De gevel van Nederlands larikshout hebben we volgens een Japanse techniek zwart geschroeid, waardoor zich een dichte huid op het hout vormt waar mos en schimmels geen vat op krijgen. Het hout krijgt bovendien een schitterend zwartgrijs patina, dat verandert met de lichtval.’ Het huis valt hierdoor flink op in de keurige Rotterdamse nieuwbouwwijk Nesselande.

Architect Peter Zumthor

Het is de liefde voor pure materialen die het duo bij elkaar bracht. Voor Groeneveld zijn natuurlijke materialen in de eerste plaats een manier om duurzamere architectuur te verwezenlijken. ‘Architectuur staat aan het begin van een keten die verantwoordelijk is voor grofweg de helft van het energieverbruik en de CO2-uitstoot. Daarmee kun je als architect een belangrijke stempel drukken op de toekomst.’ Bij Vleugels kwam de focus op de materiële kwaliteiten van architectuur pas later tijdens zijn stage bij Peter Zumthor en daaropvolgend bij een restauratieatelier. ‘Echt heel stompzinnig, maar daar ondervond ik pas echt dat een plank gewoon een stuk boom is. Of hoeveel moeite het kost om gips te maken. Er wordt al zoveel nagedacht en gepraat over architectuur, laten we vooral niet vergeten om het te voelen. Dat het aangenaam aanvoelt en er fijn uitziet en vooral ook dat je er prettig in kunt wonen of werken.’

Fysiek ontwerpen

Het doen van materiaalproeven en het maken van realistische schaalmodellen zijn voor Groeneveld en Vleugels een onmisbaar aspect van het ontwerpproces. Werkstatt (werkplaats in het Duits) deelt een Eindhovense werkplaats met productontwerper Max Lipsey, bekend van stalen tafels en stoere stoelen van leer. ‘Materiaal is voor ons een ontwerptool. Om goed te kunnen bouwen moet je materialen begrijpen. Weten hoe leem reageert op vocht en wat de optimale houtverbinding is voor een dakconstructie. En soms is het gewoon goed om een ontwerpidee op te pakken en even ergens anders te zetten om te kijken hoe het er dan uitziet. Dat fysieke aspect geeft plezier in het ontwerpen.’

Wars van trends

Het streven naar duurzaamheid beperkt zich niet tot een natuurlijke materiaalkeuze. Tropisch hardhout wordt zo veel mogelijk vermeden. Soms zijn er ook praktische bezwaren. ‘Bamboe is een prachtig duurzaam materiaal maar het ontbreekt ons nog eenvoudig aan de kennis om ermee te bouwen. Bovendien heeft het geen traditie hier. Die lokale context is belangrijk.’ Dan werken ze liever met de vergeten grondstof hennep. ‘Alleen de blaadjes worden gebruikt voor textiel- en papierproductie. De steel is restmateriaal, dat we gebruiken in de bouw. Hennep is ook geschikt als tussengewas om grond vruchtbaar te houden. Kortom, het past in een bestaand systeem, in tegenstelling tot bamboe.’ Al is Werkstatt ook in het gebruik van lokale materialen allesbehalve dogmatisch. ‘Laten we streekarchitectuur nou ook weer niet romantiseren. Voor je het weet worden er in Amsterdam alleen smalle grachtengeveltjes gebouwd en in Brabant alleen langgevelboerderijen. Dan wordt Nederland één groot openluchtmuseum.’

Werkstatt pretendeert met het gebruik van ecomaterialen wars te zijn van trends. Maar het sluit naadloos aan bij slowfood, de opmars van eerlijk katoen en hennep in de mode-industrie en gerecyclede meubels. Vleugels, vol afschuw: ‘Weet je wat een rare trend is? Tiny houses! Dan staan er straks op allemaal afgelegen stukjes natuur van die… houten caravans. Dat biedt geen constructieve oplossing voor het huisvestingsvraagstuk.’ De jonge architecten zijn er van overtuigd dat natuurlijk bouwen geen trend is maar iets blijvends. ‘Vergeet niet, er is eeuwenlang gebouwd met leem en hout. Alleen de afgelopen zestig, zeventig jaar zijn beton en kunststof gemeengoed geworden. Daar komen we nu dus van terug.’

Houtbouw

Eigenlijk willen Vleugels en Groeneveld geen nadruk leggen op hun natuurlijke materiaalgebruik. ‘Een reguliere architect vraagt toch ook niet constant of de opdrachtgever steenwol of glaswol als isolatie wil?’ Vleugels vult aan: ‘Maar voordat een opdrachtgever met ons in zee gaat zeggen we wel: besef dat je een huis krijgt uit natuurlijke materialen. Als er details zijn die beter in beton uitgevoerd kunnen worden, dan doen we dat. Bij het Hennephuis hebben we zelfs dakplaten van zink gebruikt, omdat wij die hierbij mooier vonden. Maar dat doen we dan heel bewust.’ Een hardnekkig vooroordeel over houtbouw is dat het alleen geschikt is voor kleinschalige woningbouw. Maar het leent zich juist uitermate goed voor binnenstedelijk verdichting, meent Groeneveld. ‘Het is snel, duurzaam en praktisch. Bovendien worden er veelal lokale houtsoorten als vuren gebruikt, waardoor de impact op mondiale problemen als het milieu of olieconflicten veel lager is.’

Goedkoop deklaagje

Een bijkomend voordeel van hoogwaardige materialen als leem en hout is dat ze ook hoogwaardig verouderen, zegt Vleugels. Een voorwaarde daarbij is vakmanschap. ‘Een houtconstructie moet mooie verbindingen hebben en leem moet strak en compact worden aangebracht.’ Maar ook moet er nog een forse mentaliteitsslag worden gemaakt bij de gebruikers. Groeneveld: ‘Van architectuur wordt smetteloosheid verwacht. Sinds het modernisme staat architectuur voor vooruitgang en vernieuwing. Een kras op glas of mos op beton oogt al snel treurig maar op bakstenen of hout krijgt een gebouw patina. Daarom willen wij ook geen strakke witte modernistische dozen maken.’ Vleugels: ‘Dat witte stuc is bovendien een makkelijke manier om kosten te drukken. Als je hout, baksteen en beton wil laten zien, dan moet het netter worden gebouwd, wat veel duurder is. Een goedkoop deklaagje is het.’ Vernieuwing van de architectuurpraktijk zoekt Werkstatt ook in de financiële realisatie van hun bouwprojecten. Tot voorbeeld strekt daarbij het Rotterdamse Woongenootschap van architectenbureau Happel Cornelisse Verhoeven. ‘Woningbouw wordt gefinancierd op basis van een lage hypotheekvrije inleg door toekomstige bewoners, die daarnaast ook huur betalen. Omdat er geen winstoogmerk is, blijven de huren relatief laag. Met deze coöperatieve woningbouw wordt wonen in de binnenstad beter bereikbaar voor gezinnen en middeninkomens. Bovendien is er minder externe financiering nodig.’ Al is er ook een heel helder eigenbelang voor Werkstatt. ‘Houtbouw schrikt traditionele ontwikkelaars nog steeds af. Daarom moeten we het heft zelf in hand nemen.

Questionnaire

Favoriet historisch gebouw? De grote moskee van Djenné. Dit is al meer dan honderd jaar het grootste leemgebouw ter wereld en beschermd werelderfgoed. Het is bovendien heerlijk koel, terwijl het middenin de woestijn ligt.
Favoriet hedendaags gebouw? Casa Poli door Pezo von Ellrichshausen. Een betonnen huis – dat wel – maar de plattegrond is geniaal. Het voelt twee keer zo groot als het is. Ook de ligging op een rots in Chili is spectaculair.
Favoriet Nederlands gebouw? Landgoed Valkenberg, door Ard de Vries We hebben veel respect voor hoe hij in dit proces zijn ontwerp heeft bewaakt. Supermooi ook!
Favoriete architect? Mauricio Pezo & Sofia von Ellrichshausen. Zij ontwerpen met de lokale bouwcapaciteit in het achterhoofd. Hun gebouwen in Chili zijn heel anders dan in Zwitserland.
Favoriete hedendaagse architect? Onze jonge Belgische collega’s. Daar is veel meer aandacht voor materialiteit en de bouwpraktijk.
Favoriete Nederlandse architect? Happel Cornelisse Verhoeven Architecten. Zij zijn net een generatie boven ons en zijn ontzettend goed in het bewaken van de oorspronkelijke uitgangpunten van hun ontwerpen. Bovendien doen ze doen interessante experimenten met alternatieve ontwikkelmodellen.
Wanneer niet in Nederland, vanuit welk land zouden jullie dan willen werken? Chili, waar veel ruimte is voor architectonisch experiment.
Wat zou je nooit ontwerpen? Een witte doos. Een gebouw moet leven en ademen.
Wat irriteert je het meest in het vak? Duurzaamheid ‘oplossen’ met installatietechniek.
Wat is je droomopdracht? Een sociaal en collectief woningbouwproject. Uiteraard met een houtbouwskelet.
Belangrijkste inspiratiebron buiten architectuur? Productontwerpers Naoto Fukasawa en Jasper Morrison, die met hun boek Super Normal – Sensations of the Ordinary een pleidooi houden voor de schoonheid en het belang van ‘het normale’. Het is een belangrijke herinnering dat alles wat wij ontwerpen een heldere reden moet hebben.
Meest waardevolle advies ooit? Niet teveel lullen over architectuur maar het voelen, maken en doen.

Fotobijschriften

1, 2 en 3. Kalkhennephuis, Oudega. De hoofdconstructie bestaat uit eiken spanten, de buitenwanden zijn structureel opgetrokken in  houtskeletbouw en vervolgens ingestort in hennepkalk. Dit levert een homogene, isolerende wandopbouw op welke aan de binnenzijde is gestuct met kalk. Deze massiefbouwmethode heeft een positieve CO2-voetafdruk en levert met zijn ademende eigenschappen een gezond en aangenaam binnenklimaat.
4. Oerhuis, Leende. Deze bescheiden starterswoning, door Werkstatt zelf gebouwd met een klein budget, is een showcase voor een bouwmethodiek die gebaseerd is op duurzaam gebruik van natuurlijke materialen. Het huis staat los van de grond op een houten tafel, liggend op een demontabele fundering. De larikshouten gevel zal op natuurlijke wijze vergrijzen.
5. Het Charcoal House in de Waterwijk in Rotterdam is opgetrokken in dampopen houtskeletbouw, geïsoleerd met houtwol en afgewerkt zwart geblakerd Naoshima hout.
6. Het interieur is zeer open van opzet, met een grote vide en een tussenetage. Materialen zoals leem, multiplex, en gelamineerd constructiehout zijn zichtbaar aanwezig.
7. Het Charcoal huis heeft afgeschuinde hoeken, zo ontstaan er geen smalle ‘laantjes’ langs het gebouw. Een groot raam in de noordwestelijke gevel biedt uitzicht over het water.
8. Architecten Niels Groeneveld (staand) en Raoul Vleugels vormen samen Werkstatt.

Tekst: Jeroen Junte

Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 6 van 2017

In ArchitectuurNL 2 2018 staat een artikel over het Oerhuis van Werkstatt

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.