Het Marconiplein. Nu ook wel de rotte kies van Eindhoven genoemd, straks een stralend gebit waarin design en architectuur versmelten. Van Aken Architecten en designer Maarten Baas ontwierpen hier gezamenlijk The Sketch, een vernieuwend, kleurrijk en markant multifunctioneel gebouwencomplex met een typische Maarten Baas-esthetiek.
Het verwaarloosde, rauwe en grauwe Marconiplein krijgt straks een chiquere benaming: De Bakermat. The Sketch maakt deel uit van dit ontwikkelende gebied en wordt vloeiend ingepast in de bestaande structuur: een druk kruispunt van vijf wegen in het hart van Eindhoven, precies tussen het Philips Business park, de St. Petruskerk, de Philips Lichttoren en Strijp S.
Auto Lichtstad Garage
The Sketch is een verrassend, vernieuwend en vrolijk hoekblok, dat tegelijkertijd met respect voor de historie is ontworpen: op deze plek stond de voormalige ‘Auto Lichtstad Garage’, de eerste grote garage die na de Tweede Wereldoorlog in Eindhoven is gebouwd. Het ontwerp voor The Sketch kwam op een nogal uitzonderlijke manier tot stand. SDK Vastgoed had de grond begin 2015 overgenomen nadat de vorige eigenaar er niet in slaagde om met de gemeente Eindhoven overeenstemming te krijgen over de verbouwing van de garage tot woningen. De verloedering van het gebied had inmiddels toegeslagen en de gemeente besloot de eigenaar in 2012 te dwingen het pand te slopen.
Baas leidt twee ontwerpteams
SDK Vastgoed ging de samenwerking met Van Aken Architecten aan. Het in Eindhoven, Aken en Shanghai gevestigde Van Aken Architecten stelde twee internationale teams samen binnen de eigen studio. SDK Vastgoed vroeg Maarten Baas als hoofd van beide teams. Dat de keuze op deze ontwerper viel heeft meerdere redenen. Allereerst omdat hij een autonoom ontwerper en kunstenaar is met een totaal andere blik dan doorgaans in de architectenwereld heerst en hij een tot de verbeelding sprekend handschrift heeft. Baas is vooral bekend om zijn imperfecte en karaktervolle ontwerpen zoals de Smoke-series: zwartgeblakerde meubels met een epoxy coating, de met de hand geknede Clay-series en de intrigerende ’tijd’-projecten, zoals de door het Rijksmuseum aangekochte Grandfather Clock – waarbij een film in de staande klok een man toont die met de hand steeds de wijzers verplaatst. Tot slot speelt Baas’ affiniteit met de regio een rol: hij studeerde in Eindhoven aan de Design Academy en heeft een studio in Den Bosch.
Twee ontwerpen: House-up en The Sketch
Het jonge internationale team met Alexandra Predeina, Renske Aben en Giovanni Lavanna ging de strijd aan met het team van Gordon Jack, Kim Pietersz, Jiazuo Hou en Thomas Beckton. Dat leverde uiteenlopende resultaten op: The Sketch en House-Up met uit de gevel stulpende vogelhuisjes die associaties oproepen met wrattige padden. Tijdens de Dutch Design Week 2015 in Eindhoven werd de uitslag van de Marconiplein-competitie bekend gemaakt, nadat zowel het publiek als een vakjury met trendwatcher Lidewij Edelkoort als voorzitter een stem hadden uitgebracht voor een van de twee ontwerpen. Het winnende plan The Sketch bestaat uit zes zeer verschillende gebouwen – sommige van elf bouwlagen – op een plint van vier verdiepingen met commerciële en maatschappelijke functies, een parkeergarage en 215 woningen van verschillende oppervlakten. Er is gevarieerd in hoogtes en in uiterlijk, mede door creatieve toepassingen van de materialen baksteen en gespoten pleisterwerk als tweede huid.
Gouden combinatie
De architecten Alexandra Predeina en Renske Aben van het winnende team roemen de samenwerking met Baas. ‘Een gouden combinatie’, zeggen ze, die uiteindelijk tot The Sketch leidde. Al vonden ze het aanvankelijk wel moeilijk. ‘Je moet alles wat je gewend bent durven los te laten. Ideeën bedenken zonder restricties, dat zijn we niet gewend’, zeggen ze. Maar Baas bleek als vrije intuïtieve denker een inspirator met een andere achtergrond en kijk op dingen. ‘Architecten hebben uiteraard de knowhow die ik niet heb als ontwerper’, zegt hij, ‘maar ik vind ook dat zij vaak een conservatieve kijk hebben op hoe iets er uit hoort te zien.’ ‘Zoals iedereen hou ik van de schoonheid van de natuur. En zoals iedereen kan ik geraakt worden door een kindertekening, al is het maar omdat het er vaak grappig uitziet. Zowel die kindertekeningen als bomen en bergen in de natuur, zijn grillig en organisch ontstaan. Blijkbaar levert dat iets op wat veel mensen mooi vinden’, vertelt hij. ‘Maar zodra een ontwerper of architect achter de tekentafel gaat zitten, komen daar strakke, gelikte en symmetrische vormpjes uit. Dat straalt iets uit van onoverwinnelijkheid, van succes en perfectie. Ik denk dat we ons wijs hebben gemaakt dat dàt mooi en nastrevenswaardig is, terwijl het ons eigenlijk niet raakt. Ik pleit voor iets meer geluid uit de andere hoek; ik wil de rigide en strakke benadering doorbreken’, betoogt Baas. Over het algemeen ging dat goed. De vele schetsen die het team samen maakte, leidden tot een ontwerp dat dicht bij het oorspronkelijke idee is gebleven.
Van elkaar leren
Iedereen was ook welwillend om van elkaar te leren. Zo leerde Baas meer over technische en praktische zaken, zoals waar een huis aan moet voldoen, wat wel en niet kan, wat bepaalde oplossingen kosten. Het leverde hem een bredere kijk op het geheel op: hoe beleef je een gebouw vanaf de straat, vanaf de binnenplaats, als je Eindhoven binnen rijdt, als je op de bovenste of juist de onderste verdieping woont. Wat betreft ontwerpmethodieken werken architecten met bepaalde standaarden. ‘Dat is een nieuw inzicht’, zegt Baas, ‘want mijn werk kenmerkt zich vooral door niet-standaard oplossingen.’
Baas-esthetiek
Als je Maarten Baas’ architectonische ontwerpen moet vergelijken met een architect, dan denk je aan de postmodernisten zoals de Amerikaanse architect Michael Graves. En toch is Baas’ stijl uniek. Zo refereert de ontwerper weliswaar aan een traditionele Nederlandse huizentypologie zoals je aan de Avenues in New York ziet of aan de Amsterdamse grachten, maar hij voegt er een onmiskenbare Maarten Baas-esthetiek aan toe. ‘Ik wilde niet per se refereren aan mijn eigen werk, maar het is nou eenmaal mijn handschrift waar ik in geloof’, zegt hij. Zo sluit het gekleurde pleisterwerk aan op zijn Clay-series waarbij hij met de hand het synthetische materiaal om een metalen frame modelleert tot wiebelige stoelen en bevende tafeltjes, net zoals de Aardman-animaties Wallace and Gromit worden gekneed. Of aan Sculpt: metalen met walnotenfineer beklede kasten gebaseerd op snelle schetsen, die tot monumentale afmetingen worden uitvergroot.
Karakters
Met dat handschrift bedachten de architecten en Baas het hoogbouwblok aan het drukke kruispunt dat aan weerszijden aflopend is in hoogte. Die panden zijn wat betreft schaal en ‘normaalheid’ op dezelfde hoogte gebracht als de bestaande bouw. Ook aan de zijstraten kregen de twee verdiepingen tellende duplexwoningen dezelfde schaal als de traditionele bouw. De voorzijde van de panden aan het drukke kruispunt lijken op een rijtje uiteenlopende karakters: je hebt uitgerekte strakke en smalle gebouwen, een huis met speels verspringende ramen en terrassen, een pand met een kleurrijk baksteenmozaïek, een zwart gebouw en in het midden een wiebelig huis op hoge poten, bedekt met een aandacht trekkende gele pleisterwerkfaçade.
Op de daken prijkt een symbolisch herkenningspunt: een typisch Maarten Baas-wolkje of klok. ‘Subtiele Dutch Design grapjes,’ zeggen Predeina en Aben, die speelden met kleuren en vormen terwijl ze ook zorgden dat de balans niet doorsloeg naar een soort kitsch-stijl. Omdat het geel geaccentueerde gebouw een enorme façade heeft, is dat doorbroken door de entree op te tillen. ‘Zo ontstaat een poort, de ingang van Eindhoven, de internationale stad van high technology en design dat tegelijkertijd een dorp is’, legt Alexandra Predeina uit. Geflankeerd door een koffiezaak, leidt de entree naar een semi-openbare binnenruimte, een intieme oase van rust met een gemeenschappelijke tuin met foodgarden. ‘Want’, zegt Baas, ‘veel architectuur is niet vriendelijk en staat ver van de natuur.’
Zichzelf bevestigend systeem doorbreken
Het is goed om met andere disciplines samen te werken, vinden zowel de architecten als de ontwerper. ‘In elk wereldje heersen bepaalde opvattingen van hoe je iets moet doen. Dat wordt al snel een zichzelf bevestigend systeem, dat af en toe wel wat lucht kan gebruiken’, meent Baas. ‘Ik kan niet voor ‘ontwerpen’ of ‘architectuur’ in het algemeen spreken, omdat het brede vakgebieden zijn, maar architectuur kun je wel minder vrijblijvend noemen dan design. Van een stoel kun je nog zeggen: ‘als je hem niet leuk vindt, koop je hem niet’. Met architectuur zadel je mensen langere tijd op. Daarom zijn gebouwen waarschijnlijk vaak voorzichtiger in de vormgeving. Toch wil ik juist niet die voorzichtigheid hanteren, maar een onderscheidend gebouw maken.’ Dat is zeker gelukt. Nu hopen Maarten Baas en Van Aken Architecten dat het oorspronkelijke plan van The Sketch daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Als het bestemmingsplan is gewijzigd, kunnen wellicht dit jaar de eerste palen van het markante gebouwencomplex de grond in.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.