Distilleerderij Nolet Schiedam

Distilleerderij Nolet Schiedam

Project
Door: Redactie ArchitectuurNL | 18-07-2007

Projectgegevens

Projectarchitect Peter Vermeulen
MedewerkersSjoerd Dantuma, Willem van der Burgh, Henk van Rossum, Eric Caspers, Rinus Roelofsen, Max van Steen, Jan Körbes
Interieurarchitect Van Mourik Vermeulen Architecten
OpdrachtgeverNolet Vastgoed
Hoofdaannemer Boele & Van Eesteren
Adviseur Constructie Aronsohn Raadgevend Ingenieurs
Adviseur installaties en bouwfysica Adviesburo Halmos
Adviseur akoestiek Peutz & Associes
Adviseur bouwmanagement en bouwkosten Van Mourik Vermeulen Architecten
Start bouwFebruari 2002
OpleveringMei 2006 (hal)
Bruto vloeroppervlakte 8600 m2
Bruto inhoud ca. 40.000 m3
Bouwsom € 25.000.000, incl. installaties (€ 5.000.000), excl. inrichting en BTW
TekstJan Bol
Foto'sTeo Krijgsman

Het fabriekscomplex van distilleerderij Nolet in Schiedam is de afgelopen zes jaar verbouwd, gerenoveerd, gerestaureerd en met nieuwbouw uitgebreid. De distilleerderij hecht aan de historische, stedelijke locatie van het bedrijf vanwege de publiciteitswaarde. De verschillen in architectuur van de gevels aan de Hoofdstraat laten de groei van het bedrijf zien. Bottel- en expeditiehal Baltimore aan de noordzijde is een grote nieuwe toevoeging met veel glas, veel vrije ruimte en een golvend dak als beeldend element.

Van de traditionele jeneverindustrie in Schiedam is distilleerderij Nolet één van de twee resterende stokerijen. De historische omgeving geeft het merk meerwaarde. Met inachtneming van veiligheids- en milieu-eisen konden het bedrijf en de gemeente traditionele bedrijvigheid in de binnenstad houden. Goed voor de public relations, zo redeneerden ze. Bedrijfsbelang en gemeentelijk belang kunnen mooi hand in hand gaan. Uitbreiding en modernisering van het veelvormige fabriekscomplex waren nodig, mede omdat het merk aan globale expansie werkt, met name in de VS. Dat betekende een grootscheepse aanpak van verbouwen, renoveren, restaureren en met nieuwbouw uitbreiden van het fabriekscomplex aan de Hoofdstraat, grenzend aan de Buitenhaven.

Sinds 1999 wordt er in fasen aan het complex gewerkt. Het meest recent is de heel doorzichtige en luchtige nieuwe bottel- en expeditiehal Baltimore, opgeleverd in 2006. Nu nog zijn een gigantisch logistiek centrum en magazijn in aanbouw, net buiten de historische locatie, aan de overkant van de Buitenhaven. Daardoor blijft straks aan- en afvoerverkeer weg van de woonomgeving die grenst aan het bedrijf, mede dankzij de aanleg van een expeditietunnel onder de Buitenhaven door.
Het van verre opvallende deel van het complex is een geheel nieuwe stellingmolen aan de zuidelijke kopse kant. De molen, een verhaal apart, is met ruim 40 meter hoger dan welke traditionele windmolen ook en heeft grotere wieken dan normaal. Een voorbeeld van historiserend bouwen, de publiciteit dienend en bovendien functioneel als energiegenerator.

Hoog afwerkingsniveau
Nolet adverteert niet met zijn producten. Wie meer wil weten over product en bedrijf is welkom op de distilleerderij. De architectuur en afwerking van de aanpassing en modernisering van het fabriekscomplex moeten dan ook aan hoge eisen voldoen ten aanzien van de representativiteit . Daarnaast zijn van belang de functionaliteit van de bedrijfsvoering en het productieproces, de veiligheid voor personeel en omgeving en de milieu-eisen in een stadse omgeving. In alle geledingen van het bedrijf en de bedrijfsgebouwen geldt een spic en spanfilosofie. Tot in de kleed- en toiletruimten van het personeel toe. Vloerafwerking, wandafwerking, materialen, alles moet duurzaamheid en hygiëne uitstralen en dus ook goed schoon te houden zijn. Dat uit zich bijvoorbeeld in granieten vloeren en wandafwerkingen in de kantoor- en bezoekersruimten. In de kwaliteit van het sanitair, in de lay-out en materialisering van de looproute voor bezoekers. Die route met loopbruggen en trappen verheft zich boven de werkvloer en is uitgevoerd in staalconstructie ingevuld met matglazen vloerelementen, als een herkenbare rode draad door het complex.

Verbouwen tussen de bedrijven door
In de loop van de eeuwen is door opeenvolgende uitbreidingen een veelvormig fabriekscomplex ontstaan. Slechts een klein deel dateert uit de 17e eeuw, toen de eerste generatie net begon met een jeneverstokerij. De voorlaatste uitbreiding, grenzend aan de nieuwste hal, is nog geen 20 jaar oud. Deze uitbreiding kenmerkt zich qua architectuur door een rechttoe rechtaan repeterende betonnen structuur voorzien van gevels in baksteen. Voor het overige is de straatwand een assemblage van typische donkere bakstenen fabrieks- en werkplaatsgevels uit de 19e eeuw. Heel utilitaire vormgeving van de lokale aannemer-timmerman. Aan de hand van de straatwand laat de geschiedenis van het bedrijf zich lezen.
Restauratie, renovatie en nieuwbouw van en technische aanpassingen aan de bedrijfsruimten én de installaties moesten tussen de bedrijven door gebeuren. Het continue productieproces mocht niet stilstaan door de bouw- en installatiewerkzaamheden. Een ware puzzel om de bouwactiviteiten te faseren. Met als effect dat onder anderen projectleider Sjoerd Dantuma van Van Mourik Vermeulen Architecten zich tot in de details van de jeneverproductie moest verdiepen. De gebouwinstallaties en productiesystemen zijn onder supervisie van het architectenbureau vernieuwd of aangepast. Nieuwbouw op een industrieterrein zou veel eenvoudiger en misschien sneller geweest zijn. Maar dat liet zich niet verenigen met de wens van corporate branding van Nolet.

Bottel- en expeditiehal Baltimore
Het (voorlopige) nieuwbouw-sluitstuk van het fabriekscomplex aan de Hoofdstraat is Bottel- en expeditiehal Baltimore. In deze nieuwbouw zijn behalve de productiehal ook de entree met receptie, een bedrijfskantine, een ondergrondse parkeergarage, een liftput die aansluit op de expeditietunnel, een installatieruimte en boven de entree enkele kantoorruimten ondergebracht.
Bij de aansluiting op de bestaande bebouwing maakt gevelwand aan het water een knik van zo’n 30 graden en volgt daarmee de grens van water en bouwlocatie. De gevel aan de straatzijde staat recht in het verlengde van de voorgaande bebouwing, om vervolgens na de entreepartij parallel aan de daklijn een knik te maken, iets flauwer dan de gevel aan de waterzijde.
De straatgevel bestaat uit roodkleurige baksteen schijven die onderbroken worden door verticale glasstroken. Het licht golvend dak, dat een verwijzing zou zijn naar de bedrijfsexpansie overzee, steekt ter plaatse van de entreepartij fors over en vormt zodoende een luifel. Het ligt als het ware iets los boven de bakstenen gevel, waardoor er plaats is voor bovenlichten. Aan de waterkant bestaat de gevel voor ongeveer eenderde uit glas. Door de grote hoeveelheid daglichttoetreding ontstaat er een atypische productieruimte die veel vrij doorzicht biedt. Dat doorzichtige wordt bevorderd door het nagenoeg ontbreken van kolommen op de werkvloer.
De hoofddraagstructuur bestaat uit doorgaande ronde stalen kolommen waarop gelamineerde liggers van Siberisch lariks rusten. De liggers zijn allemaal van dezelfde hoogte. Door constructiewijze en sober kleurgebruik bereikte architect Peter Vermeulen in samenspel met het daglicht een rustige en evenwichtige werkruimte waarin de mens genoeg levendigheid en kleur brengt.

     

Gerelateerd

Tags:

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.