Bezoekerscentrum DOMunder

Bezoekerscentrum DOMunder

Door: Jacqueline Knudsen | 19-01-2016

DOMunder is een bezoekerscentrum onder het Domplein in Utrecht dat 2000 jaar geschiedenis op een intense manier tot leven brengt. Juist omdat hier zulke bijzondere archeologische schatten in de bodem zitten, zijn aan de realisering vele jaren van onderzoek, lobbyen, plannen maken, graven en bouwen vooraf gegaan. Het resultaat is op het plein bescheiden zichtbaar, maar onder de grond een beleving van formaat. Voor deze unieke combinatie van behoud en beleving van archeologisch erfgoed tekende JDdVarchitecten het ruimtelijke ontwerp en Tinker imagineers de museale en multimediale invulling.

 

De bewonings- en bebouwingsgeschiedenis van de plek van het huidige Domplein start rond het jaar 50, toen hier het eerste van vijf opeenvolgende Romeinse kampen werd gebouwd. In de vroege middeleeuwen wordt binnen de oude omwalling van het Romeinse castellum een houten kerkje gebouwd, de eerste in een reeks van vele kerken. In de loop der eeuwen vestigen zich bisschoppen in de nederzetting, bouwen kerken, kapittelhuizen en een bisschoppelijk paleis. Ook de keizer laat er een paleis bouwen en later strijkt de universiteit er neer. Kortom, een plek met een uitzonderlijk rijke geschiedenis. Het plein zelf ontstaat na instorting van het schip van de gotische Domkerk, tijdens een zware storm in 1674. Sindsdien staat de Domtoren los van het overgebleven deel van de Domkerk. In de loop van tweeduizend jaar is het maaiveldniveau vijf meter gestegen, een stukje archeologische bodem van de hoogste orde.

Fascinaties en initiatieven

Deze rijke geschiedenis spreekt tot de verbeelding en houdt historici, archeologen en architecten al lang bezig. In de jaren 1929-1949 vinden er op enkele plekken op het Domplein archeologische opgravingen plaats, waarbij restanten van kerken en castella worden gevonden. Grote vondsten die nauwkeurig worden vastgelegd en in kaart gebracht en vervolgens weer bedekt met grond en bestrating. Af en toe worden er plannen gemaakt voor het Domplein, zoals in 1988 voor een prijsvraag om de historie beter in beeld te brengen. In 1994 maakt Op ten Noort Blijdenstein architecten en ingenieurs (ONB) samen met de Franse architect Paul Chemetov een plan voor herinrichting van het plein als huiskamer van de stad. In hetzelfde jaar presenteert architect Jaco de Visser een plan voor een ondergronds bezoekerscentrum onder het plein. Alle plannen verdwijnen in de laden van het gemeentehuis. Alleen tijdelijke initiatieven zijn levensvatbaar, zoals in 2004 een constructie van steigerpijpen die de contouren het middenschip tijdelijk zichtbaar maakt, ter gelegenheid van 750 jaar Domkerk. Het Domplein en de bodem eronder zijn enititeiten waar zo behoudend mee omgegaan wordt dat vrijwel alle initiatieven doodbloeden. Ook de realisatie van het ondergrondse bezoekerscentrum DOMunder heeft vanaf de eerste plannen ruim 20 jaar geduurd. Dat het gelukt is alle weerstanden weg te nemen en fondsen te werven voor het centrum is voor een groot deel te danken aan de enorme volharding en het enthousiasme van Theo van Wijk, in 1994 ten tijde van het plan voor herinrichting van het Domplein werkzaam bij ONB, en in 2005 oprichter van Stichting Initiatief Domplein. Hij bundelt krachten met vele partijen, waaronder architect Jaco de Visser, en weet uiteindelijk de gemeentelijke diensten, politiek en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) mee te krijgen voor het plan.

BIM en BEM  

Het ontwerp van Jaco de Visser/JDdV volgt de omtrekken van sleuf 19 en 20 van opgravingen die archeoloog Van Giffen in 1949 heeft uitgevoerd. Zo gaat geen ongeroerd archeologisch materiaal verloren. Op deze plek tussen Domkerk en Domtoren zijn ondergronds resten aanwezig van 20 eeuwen geschiedenis, van het hoofdgebouw van het Romeinse castellum tot de eerste gietijzeren waterleiding uit het einde van de 19e eeuw. Alle gegevens van eerdere opgravingen, grondradaronderzoek, een 3D-laserscan, 360 sonderingen en nieuwe proefsleuven en -ontgravingen, zijn vooraf in een 3D-model gezet om te bepalen hoe een route onder de grond vormgegeven kan worden en hoe de beleving ervan zou kunnen worden. De werkwijze met 3D modellen voor de bouw (BIM) en voor de omgeving (BEM: Building Environment Modelling) maakt oplossingen inzichtelijk en overtuigt de RCE van de risicomijdende aanpak.

Damwanden en dek

Aan de hand van dit model is ook de exacte locatie van de damwanden bepaald, die trillingvrij zijn ingebracht tot een diepte van 10 meter. Daarop is een zo veel mogelijk vrijdragende betonnen dakconstructie ontworpen die rekening houdt met de verschillende hoogtes van de fundamenten van zes pijlers van de kerk. Het dek rust ook op ronde dikke stalen schijven tussen dek en pijlers. In het dek rond de pijlers is een sparing omdat er niets van de bovenzijde van de pijler mag worden gesloopt en het (overige) dek toch voldoende dikte moest hebben. Zo is een dichte omhulling ontstaan, die alleen aan de onderzijde open blijft. In het betonnen dek zijn permanent drie ovale openingen uitgespaard voor vensters en een nooduitgang, en een rechthoekige opening voor de publieksentree. Via tijdelijke grotere rechthoekige openingen vindt de ontgraving en de opbouw plaats, een delicate onderneming. Er is gegraven tot een diepte van circa 5,5 meter, de bovenzijde van de Romeinse weg, waarvan nog sporen zichtbaar zijn. De constructie is berekend op verkeersklasse 600 (geschikt voor zeer zwaar vrachtverkeer) vanwege de evenementen die op het Domplein worden gehouden.

Afdalen in de historie

Bezoekerscentrum DOMunder is bereikbaar via een luik in het Domplein, dat alleen tijdens de openingstijden open staat. Het luik bestaat uit cortenstalen vingers die in elkaar grijpen wanneer het wordt gesloten en dan in het plein verzinken. Kaartverkoop voor het bezoekerscentrum vindt plaats in het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK) aan het Domplein. In een kelder van het UCK is een expositie ingericht en krijgen bezoekers een inleiding op het bezoek. Ook bevinden zich daar de klimaatinstallaties voor DOMunder, de twee zijn verbonden via een leidingentunnel. Het centrum is alleen te bezoeken onder begeleiding in groepen van maximaal 20 personen. Via het luik en een lange trap dalen bezoekers af tot een diepte van ca. 4 meter. In de min of meer rechthoekige ruimte zijn voor de damwanden gebogen wanden uit cortenstaal geplaatst, die zijn geperforeerd met honderdduizenden gaatjes van verschillend formaat. De wanden worden vanaf de achterzijde aangelicht en tonen zo historische taferelen. Ook worden hoogtepunten uit de bewogen geschiedenis van de locatie op de wanden geprojecteerd. Achter wanden is veel techniek weggewerkt. Door de ruimte loopt een rondgaande route met op enkele punten een verbreding. De bodem en balustrades van het pad zijn gemaakt van CNC gezaagde betonplex, bestand tegen een luchtvochtigheid van meer dan 75%. Ook in de balustrades zit veel techniek weggewerkt die de beleving compleet maken. De route kent niveauverschillen, het diepste punt bij het Romeinse principia ligt 4,70 meter onder straatniveau. Tinker Imagineers hebben de belevingsroute verder ingevuld qua content en de multimediale presentaties ontworpen. Bezoekers kunnen als archeologen zelf door de geschiedenis dwalen en dingen ontdekken. Aan het begin van de route krijgt iedereen een interactieve zaklamp en koptelefoon, door het aanlichten van objecten kan men daar meer informatie over beluisteren. De route slingert zich langs de vondsten. De ruimte is schaars verlicht en ademt een mysterieuze sfeer. Het graven in het verleden wordt verder verlevendigd door multimediale projecties. Zo ontvouwt zich op interactieve en intense wijze de bewogen historie van de locatie. Hoogtepunt van het bezoek is een weergave van de instorting van het schip van de Domkerk tijdens een zware storm in 1674.

Toekomst en behoud belangrijk

Naast beleving is ook behoud belangrijk. De vochthuishouding en de conservering van de archeologische schatten worden continu nauwlettend gemonitord. Voorkomen moet worden dat er schimmels, mossen of algen ontstaan door te hoge luchtvochtigheid, maar anderzijds mag de klei niet uitdrogen. Met behulp van het systeem Biopt, dat eerder succesvol is toegepast in het stadmuseum in Ljubljana (Slovenië), is dat mogelijk. De ervaringen zijn tot nu toe goed. Na afloop van een proefperiode van twee jaar wordt besloten of er uitgebreid mag worden. Er bevinden zich in en rond DOMunder nog vier interessante plekken, die aan de experience kunnen worden toegevoegd. Ook zou er een ondergrondse verbinding naar het UCK kunnen worden gerealiseerd. Verder zoekt Jaco de Visser nog naar een oplossing om de ovale dakvensters te voorzien van een diafragma sluiter, waarmee de daglichtinval geregeld kan worden. Sinds de opening is DOMunder een groot succes, het trekt veel bezoekers en heeft diverse internationale prijzen in de wacht gesleept.

Tekst: Jacqueline Knudsen
Fotografie: Palladium Photodesign/Oliver Schuh

Dit artikel werd  gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 8 van 2015

Projectgegevens

LocatieDomplein, Utrecht
OpdrachtgeverStichting Initiatief Domplein
ArchitectJDdVarchitecten
Ontwerp belevingsrouteTinker imagineers
Adviseur constructiesABT
Adviseur klimaat/installatiesLBP\SIGHT
AannemerVan Zoelen
UItvoering interieurBrandwacht en Meijer
LuikNering Bögel.
Vloeroppervlakte350 m2
Bouw2012-2014
TekstJacqueline Knudsen
FotografiePalladium Photodesign / Oliver Schuh

Gerelateerd

Tags: , , , , , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.