Asymmetrisch vierkant

Asymmetrisch vierkant

Door: Viveka van de Vliet | 10-10-2014

Overnachten in het huis van een architectenechtpaar, dichter bij een schepping van een architect kun je bijna niet komen. Maar Wibbine Kien en Judith van den Berg maken het mogelijk met hun project ‘Wake up in Architecture’ tijdens de International Architecture Biënnale Rotterdam 2014. Zo kunnen zij je verrassend matchen met bekende architecten als Winy Maas of Francine Houben, of je wordt wakker bij Folkert van Hagen en Monica Adams.

Toevallig was Folkert van Hagen (Group A) al eens in dit pand aan de Mathenesserlaan geweest toen hij een visualiser zocht voor een project. Toen deze vorige eigenaar, die vijftien jaar alleen in dit 340 vierkante meter grote pand woonde, het huis te koop zette, keerde Van Hagen er terug, dit keer met zijn vrouw Monica Adams (Bekkering Adams architecten). Beide architecten werden prompt verliefd op dit uitzonderlijke pand. Ze woonden voordien op mooie locaties in het centrum van Rotterdam, zoals aan de Breitnerstraat en de Graaf Florisstraat. Ze hadden wel eens gekeken naar een andere woning – een koetshuis, een gymzaal, een vrije kavel – maar het zelf bouwen of volledig verbouwen kost veel geld en tijd. Ze hadden ook wel eens een lijstje gemaakt met voorwaarden waaraan dat nieuwe huis zou moeten voldoen zoals een werkplek (beiden), tuin (Monica) en een klusruimte (Folkert, die ooit begonnen is als timmerman na de MTS). Maar dit pand had nog iets extra’s. Van buiten lijkt het een doodnormale gevel, maar daarachter schuilt een verrassende zee van ruimte. Het meest bijzondere zijn de afmetingen van het dubbele huis: 14,5 bij 14 meter. Bijna vierkant en heel breed. De verhoudingen zijn contra-traditioneel: geen kamer heeft dezelfde afmetingen. Voorts is het asymmetrisch ingedeeld: aan de twee beuken zit aan slechts een zijde de gang. Deze leidt je als het ware door het huis, als een parcours. Links van de voordeur is de slaapkamer van de zoon, rechts een ruime werkkamer voor, en een enorme woon-zitkamer achter met grote ramen op de eveneens brede tuin. Linksaf buigt de gang richting de wc, badkamer, en de slaapkamer van de architecten en richting de trap naar beneden die naar de keuken met openslaande deuren naar de tuin leidt. De twee beuken van deze kelder hebben de architecten helemaal opengebroken waardoor de voormalige kamer van het dienstmeisje en het kolenhok nu een lichte ruime keuken met daarachter een tv- en zitkamer is geworden, met daarachter een groot klushok met werkbank.

Unieke details

Het huis is in 1902 gebouwd en moet welvarende bewoners hebben gehad die vaak partijen gaven want in deze lange straat staan veel herenhuizen uit het begin van de twintigste eeuw met aan de overkant dokterswoningen en een aantal rijksmonumenten. De architecten vertellen dat ze graag fantaseren dat in hun huis een Rotterdamse scheepsmagnaat woonde die grote feesten hield. Gelukkig zijn veel karakteristieke elementen behouden gebleven, zoals de bewerkte plafonds, glas-in-lood ramen, en de parketvloeren. Ook andere details als de gaskraantjes waar voorheen lampen aan bevestigd waren, zijn nog overal in huis te vinden. De beige en zwart geblokte tegelvloer in de keuken heeft een opmerkelijk honingraatmotief. Volgens de makelaar moesten ze deze tegels nooit slopen. Het is immers een unieke vloer, typisch voor de Mathenesserlaan, en bijna nergens is zo’n intacte tegelvloer nog te vinden in deze straat, wist hij te vertellen. De grote, open woonkamer boven is nog vrijwel leeg: er staan alleen een loungebank en een stoel die Folkert zelf heeft ontworpen. ‘Die ruimte moeten we nog ontdekken, die groeit vanzelf. We kunnen ons voorstellen dat wij hier ook feesten houden, zoals de vroegere bewoners deden’, vertellen de architecten bij het ontbijt met gekookt ei en cappuccino.

Aan de keukentafel zitten ze vaak. Door de opengewerkte doorgang kijk je in de keuken. ‘Toen we voor de schouw platen weghaalden troffen we deze Delfts blauwe tegeltjes met molens aan, in perfecte staat.’ Het levert een mooi contrast op met de lange moderne keuken met veel hout, die Folkert in zijn nieuwe werkplaats heeft vervaardigd. De openslaande deuren leiden naar een groene tuin. Deze ligt in het midden van het centrum, maar toch heerst er een serene rust. Er staan veel fruitbomen zoals pruimen, appels, en vijgen, en een opvallende houtoven. Ook die heeft Folkert zelf gemaakt; je kunt er perfect pizza’s in bakken. Wat ze nog missen in zo’n enorm huis is een fietsenberging. Die komt straks in de kamer van Martijn onder een te bouwen hoogslaper. ‘Vroeger bestond deze kamer uit twee kamers. Zo brengen we de ruimte in balans en kloppen de verhoudingen weer’, zegt Folkert.

Vakidioten

Ze wonen niet alleen samen, ook hun bureaus zitten in hetzelfde pand aan de Pelgrimsstraat: samen met nog een bureau deelt Group A (dertig man) kantoorruimte met Bekkering Adams architecten (acht man). Ieder een eigen bureau met eigen opdrachtgevers. Monica werkt momenteel vooral aan overheidsgebouwen, zoals scholen en kazernes. Folkert heeft meer zakelijke opdrachtgevers en realiseert veel kantoren, hotels, inclusief interieurarchitectuur. Ze zitten niet op elkaars lip, komen elkaar zelden in competities tegen. Waar ze elkaar wel tegenkomen is in hun drijfveren. We hebben hier namelijk te maken met twee vakidioten. Zeggen ze zelf. De gedeelde passie voor het werk spat er vanaf. ‘Ja’, zegt Monica, ‘we praten veel over ons werk. We voeren niet zozeer felle discussies, we zijn redelijk gelijkgestemd. We reflecteren op elkaar. Stellen kritische vragen, zijn benieuwd hoe de ander een probleem zou oplossen of we bespreken een geslaagd of minder gelukt project.’ Soms gaat dat ver, vertelt de zoon. ‘Als we op reis zijn en ze zien een gebouw dat ze lelijk of mooi vinden, dan kunnen ze daar eindeloos over doorpraten. Dan zeg ik: pap, mam, we zijn op vakantie!’

Voor de laatste Architectuurbiënnale in Venetië, heeft Monica’s bureau een bijzonder goed gelukt project gerealiseerd. In het oude Palazzo Mora creëerden ze samen met een lichtontwerper een installatie: een kubus met hangende objecten waar bezoekers doorheen kunnen lopen. De objecten met een gladde schuimrubber textuur bestaan uit 14.000 balletjes waarvan er 1500 beschilderd zijn met parelmoerverf, waardoor een soort tweede laag ontstaat. Het geheel heeft een haast vervreemdend, desoriënterend maar ook sprookjesachtig en magisch effect.

Gelaagdheid en diepgang

Ze vinden de lagen in de architectuur interessant, zeggen de architecten aan de ontbijttafel. ‘Het gaat niet om de vorm maar om die lagen’, zegt Folkert. ‘In oude architectuur kun je vaak de lagen lezen, zoals ook in ons huis. Dat vind ik prachtig, fascinerend.’ Hij bindt daarom de strijd aan tegen de trends, de voorbij waaiende grillen. De duurzaamheidsgolf is er zo een, meent hij. ‘Elke vijf jaar is er weer iets nieuws en veel architecten rennen er hijgend achteraan want daar is het werk en daar krijg je aandacht. Een frappant fenomeen van de afgelopen jaren zijn de spierwitte gebouwen, als opvolgers van de donkere baksteenarchitectuur. Ook in mijn bureau komen jonge architecten met renderings; ze denken niet na over de textuur, ze maken de buitenkant wit en zijn snel klaar. Het is tekenend voor de tijd. Het tempo ligt hoog vanwege de crisis. Dat eenduidige modebeeld verkoopt, dat is wat opdrachtgevers zoeken’, zegt Folkert kritisch. ‘Dat begrijp ik ergens wel’, zegt Monica nuancerend, ‘wij worden ook wel meegezogen in de trend. De focus van afgestudeerden is gericht op wat hip is. Een jaar later is de aandacht weer verschoven naar iets anders en daar willen ze bij horen. Maar architectuur is niet snel. Het is veelomvattend en traag. Kennis uitbouwen kost tijd en behelst een heel groot veld aan expertise. Het veld wordt steeds ingewikkelder en eist meer expertise’, zegt ze. ‘Jongeren zijn opgegroeid met renderen en een hands on mentaliteit.

Er is niet veel tijd om er rijkheid en diepgang in te brengen. Ze zeggen dat het pas na je veertigste begint als architect. Nou, dat blijkt echt zo te zijn. De kwaliteit van gelaagde architectuur groeit met de jaren. Daarbij is het ook een kunst om alle expertises samen te brengen.’ ‘Het is als een ingewikkelde puzzel met steeds meer stukjes. Alleen een goede ervaren teamspeler en inspirator kan de puzzel maken’, vult Folkert aan. ‘We liepen net door de tentoonstelling van de Architectuur Biënnale Rotterdam met als thema ‘urban nature’. Dan realiseer je je weer hoe ongelofelijk complex problemen zijn met zoveel parameters in de grote stedenbouw. Alles grijpt in elkaar, heeft gevolgen voor de omgeving, de natuur, de mensen, de dieren, de dijken.’ Ook bij Group A worden grote projecten gerealiseerd. Trots is Folkert op zijn team dat aan de Amsterdamse Zuidas het Akzo- Nobelgebouw gaat neerzetten. ‘Aan dit project hebben we zeker tien jaar gewerkt, het langstlopende project dat ik ooit heb gedaan. Ik ben er uitgeput van, maar tegelijkertijd zijn de concepten rijker geworden omdat we de tijd hebben genomen. Na drie jaar in de ijskast, hebben we er weer fris naar gekeken en dat heeft voor verrijking gezorgd. Het gebouw wordt een icoon.’ En dan is het helaas tijd voor het afscheid van de architecten, de bijzondere overnachting en de gelaagde architectuur van het huis aan de Mathenesserlaan. Iedereen weer aan het werk.

Projectgegevens

LocatieMathenesseserlaan, Rotterdam
TekstViveka van de Vliet
FotografieDaria Scaglilo

Gerelateerd

Tags: , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.