Projectgegevens
Projectarchitect | Jesse van der Veen |
---|---|
Projectteam | Jesse van der Veen, Maarten Min, Jetty Min |
Opdrachtgever | Credo Integrale Planontwikkeling, Oosterbeek; Te Pas Bouw, Enschede; Woningstichting Goede Stede, Almere |
Stedenbouwkundig en beeldkwaliteitsplan | Mulleners + Mulleners Architecten, Amsterdam |
Hoofdaannemer | Te Pas bouw, Enschede |
Adviseur constructie | Ingenieurs Groep Emmen |
Adviseur installaties | Breman IJsselmuide |
Tekenwerk | Saarberg & Partners, Moordrecht |
Adviseur bouwbesluit | La Rotonda, Schiphol-Rijk |
Adviseur brandveiligheid | Adviesburo Nieman, Zwolle |
Start bouw | 2005 |
Oplevering | 2006 |
Bruto vloeroppervlak | 18.300 m2 |
Bruto inhoud | 60.000 m3 |
Differentiatie | 138 woningen in 6 types, 10 bedrijfsruimten |
Bouwsom | € 10.200.000 incl. installaties, excl. inrichting en BTW |
Leveranciers gevelstenen | Kooy baksteencentrum, Bilthoven; Steenfabriek Vogelensangh, Deest |
Leverancier houten galerijen en trappenhuizen | Meerdink Winterswijk |
Tekst | Peter Visser |
Foto's | Ger van der Vlugt |
In de Stripheldenbuurt in Almere worden veel gesloten bouwblokken gerealiseerd. Min2 bouw-kunst koos voor de typologie van het pakhuis in combinatie met het loft concept. Deze combinatie zorgt intern voor veel variatie, maar straalt extern toch een eenheid uit. Om de identiteit van de bewoners te vergroten heeft ieder blok een eigen ‘stripogram’ gekregen.
De Heldenhof maakt deel uit van de Stripheldenbuurt en bestaat uit ruim 360 woningen. Deze zijn en worden gebouwd rond binnenplaatsen en gemeenschappelijke tuinen. Mulleners & Mulleners tekende voor dat laatste type, Inbo en Min2 voor het eerste. De blokken van Min2 vallen op door hun robuuste vormgeving.
Het complex van Min2 is ontstaan als vervolg op de Gewild Wonen Expositie in 2001 in de naastgelegen Eilandenbuurt van Almere. Ging het daar om vrijstaande en twee-onder-een-kap woningen, hier was de opdracht om een gevarieerd programma van woningen binnen gesloten bouwblokken te realiseren. Er zijn startersappartementen, huur-, koop- en woon-werkwoningen.
Om van deze grote gevarieerdheid geen versnipperd plan te maken heeft de architect gekozen voor de typologie van het pakhuis. Hierdoor konden alle verschillende vormen binnen één concept worden gevat. Zeker aan de buitenzijde van de blokken valt het verschil tussen de verschillende woningtypes nauwelijks waar te nemen. Aan de binnenterreinen maken bijvoorbeeld de galerijen veel meer duidelijk wat waar zit.
Niet alleen de algehele vormgeving verwijst naar pakhuizen, ook in de detaillering zijn duidelijke verwijzingen te vinden. Vooral in de gevelindeling van de appartementen is duidelijk de typologie van het pakhuis te herkennen. En de huisnummers die in de gevel verwerkt zijn versterken dat beeld, zonder dat er teruggegrepen is op nostalgische detailleringen.
Extra betekenislaag
Omdat de woningen in de Stripheldenbuurt staan heeft de architect een stripogram bedacht, geïnspireerd op reclameschilderingen zoals die van oudsher op pakhuizen te vinden waren. Dit voegt een extra betekenislaag aan het complex toe, zowel op buurtniveau als op dat van de individuele huurder. Elk blok heeft een huiselijk thema: servies, bestek, meubels en kleding, dat op elke hoek weer door een ander stripogram is verbeeld. Volgens de architect reageren de bewoners hier heel positief en enthousiast op, ze kunnen nu zeggen: ik woon in het huis met de schaar in plaats van in het derde huis van rechts.
De gesloten bouwblokken zijn toegankelijk via diverse poorten, brede poorten voor auto’s, smallere voor fietsers en voetgangers. De binnenterreinen zijn in tegenstelling tot de buitenkant bijna sculpturaal vormgegeven. Enerzijds door verspringingen in de achtergevels als gevolg van het gevarieerde programma, anderzijds door de vele houten elementen die het binnengebied verlevendigen. Achterin de tuinen van de eengezinswoningen staan houten schuren en de galerijen en trappenhuizen van de appartementen zijn met hout afgewerkt. Erfafscheidingen tussen privé en openbaar gebied zijn deels in baksteen, deels in hout uitgevoerd.
Het middengebied van de bouwblokken is gereserveerd voor parkeren, waardoor er geen auto’s direct voor de voorgevels hoeven te staan. Een groenplan voor het binnengebied, met leilindes en enkele grotere bomen is in de maak.
Voor de appartementen is gekozen voor het loft concept, waarbij een maximale keuzevrijheid voor de toekomstige bewoners aanwezig was ten aanzien van de indeling van de woning, binnen de beperkingen van seriematige productie op dragerniveau. Dit idee, al eerder toegepast in de Gewild Wonen Expositie, komt vooral neer op een zo open mogelijke plattegrond.