Zo’n 50 musici hebben door middel van crowdfunding een nieuw muziekpodium annex oefenruimte neergezet, Splendor in Amsterdam. Het voormalige badhuis uit 1922 in de Nieuwe Uilenburgstraat deed, nadat het zijn functie had verloren, onder andere dienst als dansschool en meest recent een fietsverhuurbedrijf. Wat de architect aantrof bij de eerste bezichtiging was niet best, maar Edwin de Wild zag mogelijkheden.
Het idee voor Splendor ontstond in 2009 bij contrabassist Wilmar de Visser, die na het verdwijnen van de IJsbreker behoefte had aan een nieuwe plek waar musici elkaar én hun publiek kunnen ontmoeten. Medestanders waren snel gevonden, een geschikte locatie duurde iets langer. In 2010 opperde het stadsdeel om het oude badhuis te gebruiken, een gemeentelijk monument dat toch al gerenoveerd moest worden.
Een eerste bezoek van musici met architect (en muziekliefhebber) De Wild was voldoende: hier zou Splendor gaan komen. Van het oorspronkelijke interieur was inmiddels niets meer over, het was ernstig mishandeld. Foto’s uit die tijd op diverse plaatsen in het gebouw laten zien hoe het er toen voorstond, niet best. Maar iedereen zag mogelijkheden.
Toen volgde een lang proces om de financiering rond te krijgen, voor de exploitatie werden er leden geworven die € 100 per jaar betalen en daarvoor gratis toegang tot 50 donateursconcerten en korting bij andere optredens krijgen. En om de verbouwing zelf te bekostigen werden er obligaties voor de leden uitgegeven van € 1000, met dividend in de vorm van een huiskamerconcert. Inmiddels zijn er tegen de 1000 leden, zijn bijna alle 255 obligaties verkocht en de in december 2012 gestarte verbouwing is nu zo goed als afgerond.
Flexibele zalen
Het fraaie pand in de stijl van de Amsterdamse School bestaat uit drie delen: het centrale hoekdeel met twee ingangen, een vrouwenafdeling en een grotere mannenafdeling. Omdat het oorspronkelijke interieur al helemaal gesloopt was, was meteen duidelijk dat hier de twee zalen moesten komen.
De grote zaal biedt ruimte aan 100 bezoekers, de kleine aan 65, afhankelijk van de ruimte die het optredende ensemble nodig heeft en de opstelling. Er zijn namelijk geen vaste podia, voor elk concert is een andere opstelling mogelijk.
De zalen zijn vanwege de geluidsisolatie uitgevoerd als een doos-in-doosconstructie en de vensters zijn voorzien van een extra binnenraam. De kap van de grote zaal was er niet best aan toe en is weer in oude luister hersteld met de oorspronkelijke ventilatiekap weer op zijn plek. De kapconstructie is nadrukkelijk in beeld gebleven, wat de sfeer van de zaal heel huiselijk maakt. Op de vloer ligt parket omringd door een zwarte lijst die doorloopt in de plint. En de akoestiek is uitstekend.
Loze zolder
De oorspronkelijke manneningang in het hoekgebouw vormt nu de hoofdingang, de vrouweningang wordt nu gebruikt voor laden en lossen. Hier zit ook de lift die het gebouw toegankelijk maakt voor rolstoelgebruikers. Een aparte artiesteningang is er niet, die gebruiken dezelfde ingang als het publiek. Want daar draait het juist om bij Splendor, contact en interactie tussen musici en publiek.
Eenmaal binnen loopt de bezoeker rechtstreeks de foyer in, om van daaruit vervolgens één van de zalen te betreden. Tussen foyer en grote zaal ligt een smalle tussenzone, waar ruimte is voor de kassa en een nieuw trappenhuis. In de verdiepte kelder onder foyer en grote zaal zijn repetitieruimtes, bergingen en de garderobe, onder de kleine zaal de toiletten en de enorme luchtbehandelingsinstallatie.
Op de eerste verdieping was een zolder die eerst niet bereikbaar was omdat er geen trap naar boven ging. Het waarom van deze ruimte is dan ook een raadsel, maar nu is het trappenhuis doorgetrokken en ontsluit daar een prachtige multifunctionele zolderruimte met plaats voor kinderconcerten, studie en overleg.
Zo heeft alles zijn plek gekregen in dit prachtige gebouw. En hoewel de laatste puntjes nog op de i gezet moeten worden, draait Splendor sinds eind september op volle toeren. Met naast veel oefening, iedere week wel een aantal voorstellingen. Het stadsdeel, eigenaar van het pand, heeft inmiddels de buitenzijde helemaal gerestaureerd en verhuurt het nu aan de Stichting Splendor Amsterdam. De hoofdstad is weer een bijzonder podium rijker.