Op de campus van de TU Eindhoven is het labgebouw de DIFFER, naar een ontwerp van Ector Hoogstad Architecten gerealiseerd. Het is het eerste Nederlandse labgebouw met een certificaat BREEAM Excellent. Op 19 november wordt het lab officieel geopend.
In mei 2015 verhuisde het instituut van Nieuwegein naar het gloednieuwe gebouw in Eindhoven. De ontwerpopgaven van de DIFFER was driedelig. Duurzaamheid, een hoog en specifiek installatieniveau voor de speciale labs en experimenteerruimten en ten slotte de uitdaging om mensen in een gebouw bij elkaar te brengen. In het ontwerp voor DIFFER(Dutch Institute for Fundamental Energy Research) zijn deze drie punten gerealiseerd door het larderen en verankeren van het hele gebouw met betekenisvolle zichtlijnen en die te combineren met aantrekkelijk vormgegeven gemeenschappelijke voorzieningen.
Ontmoetingsplekken
Centraal liggen twee clusters van experimenteerruimten met daarnaast brede verkeersruimten voorzien van vides die de verdiepingen met elkaar verbinden. Precies op de stedenbouwkundig belangrijke as over De Zaale ligt het hart van het gebouw, bestaande uit de belangrijkste ontmoetingsplekken: twee dubbelhoge lounges, verbonden met vergaderfaciliteiten, presentatiezalen en het restaurant, dat toegang geeft tot een van de groene daktuinen op de experimenteerclusters. De noordzijde van het gebouw is gesitueerd aan een belangrijke toegangsweg tot de campus.
BREEAM Excellent
Het gebouw is, als eerste labgebouw in Nederland, voorzien van een BREEAM Excellent certificaat. De toepassing van driedubbele beglazing en volledige benutting van het dakoppervlak voor PV-cellen levert hier een grote bijdrage aan.
Gevelontwerp
Opvallend is het gevelontwerp, waarbij specifieke oplossingen ontworpen zijn voor de noordgevel (grote mate van transparantie), zuidgevel (overstekken in combinatie met uitvalscreens voor beschaduwing) en de gevels aan oost- en westzijde. Bij die laatste zorgt een zaagtandprofiel voor een opdeling in een noord- en een zuidgericht deel. Verticale screens op de zuidgerichte delen zorgen voor zonwering, terwijl de niet bedekt noordgerichte delen volop daglicht en uitzicht garanderen. De eenduidigheid van het ontwerp zorgt ervoor dat het gebouw zich presenteert als een paviljoen in het landschap.Door de hoge glaspartijen en de doorgaande horizontale (micro-)betonnen gevelbanden is een geslaagde combinatie bereikt van zwaarte en transparantie.
Licht en groen in interieur
Het interieur staat in het teken van overvloedig licht en uitbundig groen als verwezenlijking van de campusgedachte: een synthese van wetenschap en idylle. Het integrale ontwerp kwam tot stand in samenwerking met IMd Raadgevende Ingenieurs (constructie), Deerns (technische installaties), Peutz (bouwfysica) en IGG (bouwkosten).