Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Amersfoort

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Amersfoort

Project
Door: Redactie ArchitectuurNL | 03-09-2009

Projectgegevens

Projectarchitecten Juan Navarro Baldeweg (NBA) en Wim Woensdregt (ADP)
Opdrachtgever Rijksgebouwendienst, Den Haag
Adviseur constructie ABT, Velp
Adviseur installaties Huygen Elwako, Rotterdam
Adviseur bouwfysica en akoestiek DGMR, Arnhem
Adviseur bouwmanagement Stevens en van Dijk, ’s-Hertogenbosch
Adviseur bouwkosten DHV, Amsterdam
Hoofdaannemer Visser & Smit bouw, Papendrecht
TuinarchitectAnk Bleeker, Bennekom
InterieurarchitectenInterieurarchitecten Julian Wolse van OTH, Amsterdam (RCE) en Jurgen Bey van Studio Makkink & Bey (KAdE)
Beeldend kunstenaarGuido Geelen, Tilburg
Start bouw Maart 2006
OpleveringMei 2009
Bruto vloeroppervlakte15.286 m2
ProgrammaRCE Publiekshal, restaurant, auditorium, bibliotheek en archieven: 13.786m2; expositieruimte KAdE 1.500 m2; parkeergarage 3.693m2
Bouwsom€36.500.000 incl. installaties (€8.000.000), excl. inrichting en BTW
GlasScheuten, Heerlen
Gevel constructiefPermasteelisa/Scheldebouw, Heerlen
KleitegelsTerreal Importeur Leikon, Waalwijk
Phase Change Material ClimSel C21-22 Climator, Skövde (S)
Kasten archief en bibliotheek Unicompact Scheeres, Apeldoorn
TekstEls Verbeek
Foto’s John Lewis Marshall (2, 3, 5, 8, 10, 11) John van Helvert (1, 6, 7, reserve), Robbert Roos (9) en ArchitectuurNL (4)

Langs het spoor in Amersfoort is een nieuw bastion verschenen, voor wie uit noordelijke richting met de trein binnenrijdt is het alsof de oude stadsmuur weer is opgetrokken of doet het denken aan de lijnen van een schip. Het is het nieuwe hoofdkantoor van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, voorheen RACM. Zij deelt het gebouw met cultureel expositiecentrum KAdE, Kunst aan de Eem.

Het gebouw van zes verdiepingen is ontworpen door de Spaanse architect Juan Navarro Baldeweg. Voormalig Rijksbouwmeester Jo Coenen heeft eind 2000 aan meerdere grote mediterrane architecten opdracht gegeven voor een ontwerpvisie. En Baldeweg won.
Wat langs het spoor een massief gebouw lijkt, manifesteert zich aan de parkzijde als een schuin geplaatste glazen wand – gefragmenteerd in grote vlakken. Baldeweg geeft de lucht, het open schootsveld zó terug aan de stad. In die gevel reflecteren allengs zijn gekoesterde Hollandse luchten.

“Er gaat heel wat tijd overheen voor het Rijk een nieuw gebouw neerzet”, zegt oud-directeur Monumentenzorg Fons Asselbergs. “Ik kende Amersfoort als wethouder goed en heb bij mijn aantreden in 1993 de plek van koekjesfabriek Meursing als een goede locatie genoemd. Het gebouw vormt nu – zestien jaar later – een mooi scharnierpunt tussen de oude en de nieuwe stad. Vanuit dit gebouw zie je in één blik alle tijdlagen van de stad: De Koppelpoort, het Zocherplantsoen de sluizen van het Spui, het Pieter- en Bloklands Gasthuis, het moderne schakelstation van Van Berkel en het spoor. Met dit gebouw heeft Monumentenzorg deze tijd als ijkpunt gekozen, het is een modern huis waarin goed gecommuniceerd kan worden”.

Baldeweg’s visioen van licht
In de directiekeet spreek ik drie maanden voor oplevering met Baldeweg’s partner Wim Woensdregt van ADP Architecten uit Amsterdam. Baldeweg is de ontwerpende architect, ADP is de uitvoerende architect. ADP werkte eerder samen met Spaanse en Portugese architecten, onder meer met Alvaro Siza (Stedelijk Museum, woongebouw op het Céramiqueterrein Maastricht en Blokkenstad in Amsterdam Noord) en Cruz y Ortiz (Rijksmuseum). Baldeweg is behalve architect ook schilder en beeldhouwer en het zijn de oude Hollandse meesters die inspiratiebronnen waren voor dit ontwerp. Woensdregt noemt het zeventiende-eeuwse schilderij van Ruisdael De bleek van Haarlem waar een boerderij met grote vergrijsde rieten daken het namiddaglicht vangt. En een schilderij van een kerkinterieur van Saenredam, waarin houten elementen als banken en katheders de schaal van de grote hoofdconstructie verbinden met de menselijke maat. Wie in het atrium van het RCE gebouw staat begrijpt dat Baldeweg die visioenen van licht heeft waargemaakt.
Het riet wordt nu verbeeld door een rechthoekige bruingrijze kleitegel van Franse makelij, die goed harmonieert in de omgeving van het spoor. Om het skelet van beton en stalen draagbalken zijn nu nog slechts glas en klei zichtbaar. De kleitegels of leipannen zijn in drie lagen overlappend rechtstandig op regels gelegd waardoor ze iets oplichten.
Het Spaanse ontwerp heeft heel wat te verduren gehad voor het echt aardde op Hollandse bodem. Het oorspronkelijke ontwerp kromp van ruim 18.000 m2 naar ruim 15.000 m2 nu. Woensdregt: “Zowel in oppervlakte als in de hoogte heeft het gebouw aan volume ingeboet. Dat had te maken met de samenvoeging van de twee rijksdiensten die uiteindelijk met minder ruimte toekonden. Maar het werd ook in een tijd aanbesteed dat de grondstofprijzen de pan uit rezen. Verder was er de aanpassing aan het Nederlandse klimaat. De Spanjaard staat veel toleranter tegenover hitte en warmte. De glazen parkgevel baadt de hele middag in het zonlicht, dus in een later stadium hebben Baldeweg en Woensdregt de gevel tot generator van klimaat gemaakt.

Hybride ventilatiesysteem
In de spouw van de tweedehuidfaçade wordt lucht opgewarmd. Die iets opgewarmde lucht komt op normale dagen via grote klepramen het atrium in en wordt verder mechanisch het gebouw ingezogen. Is het echt zomers dan wordt de opgewarmde lucht tussen de glazen gevels via natuurlijke schoorsteenwerking door kleppen bovenin gedoseerd uit de gevel afgevoerd. Voor de tussenseizoenen wordt de lucht door kleppen in de binnengevel opgenomen en door onderdruk verder naar de werkplekken gebracht. Dit systeem wordt hybride ventilatie genoemd en is in samenwerking met raadgevend ingenieursbureau DGMR uitgedacht en uniek in haar soort.
Daarnaast wordt gebruik gemaakt van koudewarmte opslag in dieperliggend grondwater. In het gebouw zijn geen radiatoren meer. Aanvullende verwarming en verkoeling vindt plaats via actieve plafonds en vloeren. De combinatie van koudewarmte opslag, hybride ventilatie en het gebruik van PCM (phase change materials) levert het gebouw een hoge milieu-index op van circa 200. Dat getal wordt berekend door water-, energieverbruik, materiaalgebruik en de factor mobiliteit te meten.

Toffee in cellofaan
Verder heeft die dubbele glazen gevel zijn effect op de lichtwerking binnen en buiten. Het gebouw krijgt van buiten iets spannends. Woensdregt: “Baldeweg stelde het gebouw voor als een ouderwetse toffee met zo’n cellofaanwikkel om een zilverpapiertje: dat breekt en dat schittert en daardoor wordt alles wat binnenin is een beetje verhuld, het oog kan moeilijk focussen”. Van binnen vond Baldeweg het licht echter te hard. Dat heeft hij enerzijds opgelost door het plaatsen van gebogen verticale glaspanelen aan de buitenzijde, de belts, waardoor het zonlicht gebroken wordt. Anderzijds bekleedde hij de stalen steunbalken binnen – evenals een deel van de vloer – met licht esdoornhout. Door de reflectie op het blanke hout wordt het licht warmer en zachter.
De rijksdienst heeft met het atrium een toegankelijke bezoekersruimte gekregen. Twee grote roltrappen geven een royale entree naar de eerste verdieping. Achterin is een mezzanine die is ingericht als archiefruimte. Onder deze vloer is de bibliotheek ingericht. Staande in het atrium heb je naar buiten zicht op het Zocherplantsoen en binnen zie je alle verdiepingen: glazen balustrades, witte muren, kantoorruimtes in glazen kubussen: Het interieur is op z’n Spaans sober gehouden.

Expositieruimte en café KAdE
Op de begane grond verbinden de grote witte luifel, de doorlopende bestrating en de reflecting pond buiten met binnen. Langs de vijverpartij die licht naar binnen reflecteert, maakt de bezoeker zijn entree bij de hoofdbalie van de Rijksdienst. De noordkant van het gebouw is voor KadE. De twee gebruikersruimten zijn volledig gescheiden, zij het met transparante wanden. KadE heeft op de begane grond een entree, een café annex museumwinkel met terras en een tentoonstellingsruimte. Eigen trappen brengen de bezoeker naar drie tentoonstellingsruimtes. Jurgen Bey van Studio Makkink & Bey heeft het interieur van het café en de winkel vormgegeven, alsmede de kasten in het auditorium en de rolwanden in de expositieruimte.

Baldeweg
Wie Baldeweg’s eerdere creaties bekijkt, herkent zijn voorkeur voor lange gevellijnen en het spel met licht. In de lobby van zijn Cultureel Centrum in Benidorm valt en golft het licht naar binnen door verzonken ramen en golvende houten constructies aan het plafond.
Bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zorgen de inpandige ramen aan de achterzijde van het gebouw voor een bijzondere lichtval. Wat volgens Woensdregt mediterrane architecten kenmerkt is ambachtelijkheid in combinatie met nieuwe materialen. Zo is het in Spanje traditie om royaal met natuursteen te werken, dat geeft die rijke uitstraling. Een voorbeeld daarvan is Baldeweg’s conferentiecentrum in Salamanca. Gelijktijdig met dit gebouw ontwierp Baldeweg in Madrid het Teatro del Canal, die hij een soortgelijke, zij het vlakke en verticaal geplaatste glazen gevel gaf, maar die baadt in een ander licht.

     

Gerelateerd

Tags:

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.