School in Cereol

School in Cereol

Door: Redactie ArchitectuurNL | 05-11-2013

Bastiaan van de Kraats studeerde in 2002 aan de TU Delft als architect af op een herbestemmingsplan voor de Utrechtse sojafabriek Cereol, die toen nog volop productie draaide. In de jaren daarna werd de fabriek vanwege overlast gesloten, woedde er een vernietigende brand, moesten er grote delen worden gesloopt en uiteindelijk kocht BOEi de restanten van het complex. Dat krijgt nu stukje bij beetje een nieuwe bestemming en het ontwerp voor de restauratie en herbestemming is gemaakt door bureau 1meter98 van, jawel: Bastiaan van de Kraats. 

De Dominicusschool is de eerste nieuwe gebruiker van de Cereolfabriek, zoals het complex ‒ na een wedstrijd onder buurtbewoners ‒ nu heet. De katholieke basisschool zit ook in een fraai historisch pand aan de nabijgelegen Händelstraat, maar knalde daar aan alle kanten uit. In de voormalige fabriekshal van Cereol zijn vijf extra lokalen gemaakt en ook de docentenkamer en de directie zijn naar het voormalige fabrieksterrein verhuisd. Als alles volgens plan verloopt, komen er binnen het jaar ook nog een aantal kantoren, buitenschoolse opvang, een bibliotheek, sportzaal, theaterzaal, wijkcultuurcentrum en een horecagelegenheid bij in de Cereolfabriek.

Oliefabriek

De fabriek ‒ aan het Merwedekanaal vanwege de transportmogelijkheden ‒ werd als Stichtsche Olie- en Lijnkoekenfabriek (SOL) in 1907 gebouwd in opdracht van de Stichtse Boerenbond. Er werd olie uit lijnzaad geperst, het residu werd verwerkt tot veekoeken. In de loop der jaren kwamen er wat nieuwe gebouwen bij, onder meer een opvallend wit silogebouw in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid. Een bijzonder complex op een mooie plek, aan de rand van de tuinwijk Oog in Al, een ontwerp van Berlage en Holsboer aan de westkant van de stad. In de jaren 50 werd soja de nieuwe grondstof en het productieproces chemischer. De buurt klaagde steeds harder over overlast en veiligheidsrisico’s en in 2002 kocht de gemeente Utrecht Cereol ‒ zoals de fabriek inmiddels heette ‒ uit, samen met de naastgelegen gronden van de KPN. De gemeente verkocht het geheel aan VOF Meysters Buiten (Heijmans, Blauwhoed en Van der Vorm). De nieuwe eigenaars sloopten aanbouwen aan de achterkant van de fabriekshal en daarmee begon het serieus nadenken over een mogelijke herbestemming van het bijzondere terrein en de gebouwen. De silo is gemeentelijk monument, de rest rijksmonument. Er kwam een kink in de kabel door een grote brand in de zomer van 2008. Van de pakhuizen en de fabriek bleven alleen de buitenmuren staan: het industriële en imposante interieur, met enorme deuren, een gietijzeren draagconstructie en fraaie oude houten vloeren, werd verwoest. BOEi kocht het complex van de VOF, met uitzondering van een directeursvilla.

Frisse school

De lokalen van de Dominicusschool zitten in de voormalige fabriekshal, die grotendeels gespaard bleef bij de brand. Daar heeft hij de oude gietijzeren hoofddraagconstructie dus in het zicht kunnen laten, zegt Van de Kraats. Zelfs een motor met katrollen en rails hangt nog aan het plafond. Er waren er oorspronkelijk twee, maar er werd er tijdens de verbouw één gestolen. Van de Kraats wilde graag zoveel mogelijk bestaande elementen ‒ bijvoorbeeld de oorspronkelijke hoogte van de ruimtes ‒ handhaven, maar de school was bang dat het beoogde label ‘frisse school’ daardoor in gevaar zou komen wat ertoe leidde dat gangen en hal nu verlaagde plafonds en daarmee dus een nieuwbouwlook hebben. In de lokalen was plaats voor een nieuwe tussenverdieping, waar leerlingen bijvoorbeeld zelfstandig kunnen werken. Alle nieuwe invullingen zijn van donkerbruin staal. De leerlingen werden betrokken bij het interieur van hun nieuwe lokaal. Van de Kraats gaf een paar gastlessen over de historie van de fabriek en zijn aanpak en liet de kinderen mee beslissen over de kleur van de vloeren. Tot zijn verbazing kozen ze uiteindelijk voor linoleum in bruinrood en grijzen: ‘Ze hadden de fabriek in mijn lessen leren kennen en vonden dit goed passen. Ik was even bang dat ze voor primaire kleuren zouden gaan, maar ze willen iets rustigs. En dat linoleum met lijnolie wordt gemaakt is natuurlijk mooi omdat dat vroeger in de fabriek werd geperst.’ De buitengevel werd klassiek gerestaureerd, de oorspronkelijke gietijzeren ramen kregen nieuwe achterzetbeglazing.

Meysters Buiten

De buurt is erg betrokken bij de ontwikkelingen, ze hopen er een fantastische ontmoetingsplek bij te krijgen. Cultuurhuis Het Wilde Westen gaat cursussen organiseren en voorstellingen, er komt een sportzaal (ook voor de gymlessen voor de scholieren natuurlijk), restaurant Buurten begint er een tweede vestiging met terras en de wijkbibliotheek verhuist vanuit het nabijgelegen park naar de Cereolfabriek. Een deel van de bibliotheek komt in het witte silogebouw en krijgt een nieuwe uitbreiding op de binnenplaats. Het oorspronkelijke plan om de silo te restaureren, er lichtsleuven in te zagen en er kantoren in te vestigen, gaat voorlopig niet door. Dat is in deze economisch barre tijden niet rendabel te maken, is de verwachting. Van de Kraats is er niet rouwig om, zegt hij. ‘Ik doe eigenlijk het liefst zo min mogelijk aan gebouwen. Ik vind dit een fantastisch gebouw, dat grote witte gesloten volume. Het is inmiddels een gemeentelijk monument, daar ben ik blij om.’ Rondom de fabriek is al enige nieuwbouw opgeleverd, onder de naam Meysters Buiten, een naam die refereert aan Everard Meyster. Meyster liet in de 17e eeuw het landgoed ‘Oog in Al’ bouwen, waarbij de naam sloeg op zijn plan om een oogje in het zeil te kunnen houden bij de grootschalige stadsuitbreidingsplannen van Utrechts’ burgemeester Hendrick Moreelse. Rondom het landgoed kwam begin jaren dertig een fraaie tuinwijk, die ook Oog in Al werd genoemd. De nieuwbouw rondom de Cereolfabriek sluit gedeeltelijk aan op de architectuur van de aangrenzende wijk. De grote herenhuizen waren ondanks de crisis snel verkocht. In de plannen zitten ook nog een aantal nieuwe appartementengebouwen, die qua architectuur meer aansluiten bij het industriële karakter van de fabriek. Opvallend is vooral een ronde woontoren, die een verwijzing is naar een opslagtank die na de brand werd gesloopt. Of die deelplannen ooit worden verwezenlijkt is nu nog niet duidelijk, en van sommige delen zou het voor de aanblik van het geheel misschien beter zijn als ze niet doorgingen. Opvallend element aan de rand van het water: een grote kraan. Daar gebeurt voorlopig niks mee, een wild plan om er een woning aan te ‘hangen’, sneuvelde. De kraan staat op grond van Rijkswaterstaat, niemand wil er wat mee en het voldoet prima als verwijzing naar de historie van deze prachtige plek. Van de Kraats heeft inmiddels een haat-liefdeverhouding met dit project, zegt hij. ‘Ik heb geleerd om geduld te hebben. Het is ongelofelijk hoe vertragend het werkt als zoveel partijen er iets mee willen en iets van vinden.’

Begin september 2013 nam de Utrechtse Dominicusschool een aantal lokalen in de voormalige sojafabriek in gebruik. Om de school heen wordt nog aan alle kanten druk gewerkt, om herbestemming van de voormalige fabrieksgebouwen mogelijk te maken. Het fabrieksgebouw is nog een soort lege huls: het restauratie- en herstelwerk is gedaan, nu moeten de nieuwe vloeren en wanden en functies er een plek in krijgen.

Projectgegevens

ArchitectBastiaan van de Kraats
LocatieMerwedekanaal Utrecht
TekstAnka van Voorthuijsen
FotografieBOEI, Jan van Dalen
ProgrammaSchool, theater, horeca, bibliotheek, kantoren en sportzaal.

Gerelateerd

Tags: , , , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.