Vermeercentrum Delft

Vermeercentrum Delft

Project
Door: Redactie ArchitectuurNL | 15-01-2008

Projectgegevens

ProjectarchitectJoris Molenaar
ProjectteamWillem van der Bas, Willem-Jan Paijmans
OpdrachtgeverVan Oosten & De Vette Bouwmaatschappij, Maasdijk
HoofdaannemerVan Oosten & De Vette Bouwmaatschappij, Maasdijk
Adviseur Constructies4Construct, Leiderdorp
Adviseur constructie Alewijnse, Delft
Adviseur E-installaties Joost Naaktgeboren, Delft
Adviseur W-installaties Wolf Dikken adviseurs, Wateringen
Adviseur bouwfysicaOpera Ontwerpers, Amsterdam
Start bouw April 2005
OpleveringApril 2007
Bruto vloeroppervlak Vermeercentrum Vermeercentrum 950 m²
Bruto inhoud Vermeercentrum Vermeercentrum 3100 m³
Differentiatie5 stadswoningen, stallingsgarage en Vermeercentrum
Totale stichtingskosten€ 1.400.000 incl. stadswoningen
TekstPaul Groenendijk
Foto'sGer van der Vlugt, Molenaar & Van Winden (8)

Het onlangs geopende Vermeercentrum in Delft beoogt een nieuwe toeristische trekpleister te zijn over deze befaamde Delftse schilder. Het is gesitueerd vlak achter de Markt tegenover de plek waar zijn ouderlijk huis ooit stond. De gevel is een reconstructie van het St. Lucasgildehuis dat hier van 1661 tot 1876 heeft gestaan. Het complex komt in de plaats van een schoolgebouw uit de jaren vijftig. Het perceel van de school loopt door van de Voldersgracht tot aan de volgende straat, de Vlouw, waar vijf stadswoningen zijn gerealiseerd. Onder de binnenplaats ligt een parkeergarage.

De totstandkoming van het complex is minder logisch verlopen dan men zou verwachten. De verhuizing van de Jan Vermeerschool naar een andere locatie in de binnenstad bood de gelegenheid om door middel van nieuwbouw de gevelwand op deze plaats beter bij de omgeving aan te passen. De locatie ligt via de Oudemanhuissteeg rechtstreeks in het zicht vanaf de Markt. Bouwbedrijf Van Oosten & De Vette, eigenaar van de grond, wilde een gebouw met commerciële ruimte op de begane grond met vier appartementen erboven. Omdat het idee leefde om de gevel van het St. Lucasgilde te reconstrueren werd architectenbureau Molenaar & Van Winden benaderd. De opdrachtgever had het idee dat deze architecten wel geïnteresseerd zouden zijn in een dergelijke opgave. Joris Molenaar wilde inderdaad aan deze reconstructie meewerken, omdat aan enkele essentiële voorwaarden kon worden voldaan.

Ten eerste was de exacte locatie van het oorspronkelijke gebouw beschikbaar, ten tweede was er garantie van een goede uitvoering door een ervaren aannemer en ten derde was er voldoende betrouwbare historische informatie. Er bestaan enkele prenten van het gebouw, maar de belangrijkste en meest exacte informatie geeft een daguerrotype, een vroege foto van het gebouw uit circa 1876. Omdat hierop ook de nog bestaande belendende panden te zien zijn, was een exacte maatreconstructie mogelijk. De oorspronkelijke festoenen, slingervormige stenen versieringen, bleken in een gevel van het Rijksmuseum ingemetseld, zodat er replica’s konden worden gemaakt. De festoenen verbeelden de vier hoofdneringen van het gilde door het afbeelden van de gereedschappen ervan: de kunstschilders, de glazenmakers, de plateelbakkers en de boekverkopers.

Reconstructie en nieuwe functie
Het vrijwel tegelijkertijd in Delft ontwikkelde idee voor een Vermeercentrum bleek een ideale invulling van het gebouw. Vermeer was zelf lid van het Lucasgilde. Het complex is ideaal gesitueerd voor een publieksfunctie en groot genoeg voor dit doel. De structuur van het gebouw is desondanks nog steeds zodanig verder uitgewerkt dat de twee bovenverdiepingen zijn in te delen als woningen en de begane grond ook als winkelruimte bruikbaar is. Enkele bijzondere, ruimtelijke ingrepen uit het oorspronkelijke plan zijn bij de definitieve inrichting van het gebouw op de achtergrond geraakt. De tentoonstellingsmakers hebben de ruimte opgevat als black box en zich volledig geconcentreerd op de schilder Vermeer. Er is bijvoorbeeld niets gedaan met het uitzicht naar de Markt. Ook is een geprojecteerde vide in het gebouw alsnog dichtgezet. Hier hadden de architecten reproducties van alle 45 schilderijen van Vermeer op ware grootte gedacht. Deze zijn nu in de kelder ondergebracht. De vide verwees in zijn contouren en maatvoering naar de kapel die op deze plek stond voordat het gildehuis werd gebouwd. Vermoedelijk bevatte het Lucasgildehuis ook nog fragmenten van deze kapel; daaruit is mogelijk de typische asymmetrische indeling van de begane grond te begrijpen. Het op foto’s en prenten afwijkende gevelvlak is in de nieuwbouw een grote glazen etalage geworden.

Binnenplaats en houten huizen
Het Vermeercentrum heeft globaal de omvang en contouren van het historische gildehuis, maar achter de gevel zit gewoon een betonconstructie en de achtergevel aan de binnenplaats is nieuw ontworpen. Deze binnenplaats is een referentie aan het hofje dat hier ooit was; de semi-openbare ruimte fungeert als gemeenschappelijke buitenruimte van de vijf stadswoningen met hun entree aan de Vlouw, een achterafstraatje. Uitgangspunt bij deze woningen is de architectuur van de houten huizen waarmee Delft in de middeleeuwen volstond. Bij de grote stadsbrand van 1536 sneuvelde vrijwel de hele stad en raakten houten huizen in onbruik. De woningen hebben een basement van baksteen. De scheidingswanden zijn als bakstenen penanten doorgezet, oorspronkelijk bedoeld om brandoverslag te voorkomen. Verder zijn de gevels op vlucht gebouwd, dat wil zeggen dat elke hogere verdieping steeds licht uitkraagt ten opzichte van de lagere. Zo authentiek als de gevel van het Gildehuis is gereconstrueerd, zo fantasierijk is deze gevelrij. Een lichte dissonant in deze middeleeuwse fantasie is de toegang tot de ondergrondse garage in de vorm van een stalen hek. Ook de gestroomlijnde, vanwege de draaicirkel van auto’s afgeronde hoek is een onverwacht modern element.

     

Gerelateerd

Tags:

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.