Vleermuizenbrug

Vleermuizenbrug

Door: Kirsten Hannema | 16-11-2015

Als entree naar Poelzone Noord, een ecologische zone die dwars door het Westland voert, heeft NEXT Architects de Vlotwateringbrug gebouwd. Een brug met een bijzondere dubbelrol: het betonnen brugdek kan onderdak bieden aan vleermuizen. Maar zelfs zonder die extra functie klopt de brug als stedenbouwkundige ingreep, architectonisch beeld en landschappelijk element.

Monster is een dorp van contrasten. Er is het historische centrum met zijn karakteristieke kerken, oude korenmolen en bakstenen huizen. Een paar straten verder sta je ineens in de duinen en kijk je uit over het strand en de zee. Draai je je honderdtachtig graden om, dan loop je het Westland in: een uitgestrekt landschap van kassen en bedrijfsloodsen.
Op het kruispunt van deze werelden heeft NEXT Architects een brug als een driesprong gebouwd, waarin dorp, water en natuur in een sculpturaal gebaar zijn samengebracht. Aan de dorpszijde heeft de brug een bakstenen balustrade die overvloeit in het brughoofd. Aan de andere kant, aansluitend op de sfeer van slootjes en steigers, hebben de architecten de balustrade uitgevoerd in verticale houten delen, die doorzicht bieden over het water. Het betonnen brugdek dat de balustrades verbindt, vervult een bijzondere dubbelrol: deze constructie biedt onderdak aan de vleermuizen die in dit gebied leven.

Ruimte voor dieren

De vleermuizenbrug, zoals de Vlotwateringbrug inmiddels bekend staat, vormt de entree naar Poelzone Noord, een 21 hectare grote ecologische zone die dwars door het Westland voert, waarvoor LOLA Landscape in 2012 het ontwerp heeft gemaakt. De belangrijkste ingrediënten van hun plan zijn de begroeide oevers met paaivijvers voor vissen, een 1,5 kilometer lange fietsroute, en 15 kavels voor nieuwe huizen. Eyecatcher wordt de zogeheten Animal Tree, een gestapelde houten structuur met aparte onderkomens voor vogels, insecten en kleine zoogdieren.
Alleen voor vleermuizen was nog niets bedacht, en dat terwijl de populatie onder druk staat. De dieren vinden onderdak in bomen, maar ook in gebouwen – met name in spouwmuren. Maar nu steeds meer gevels en daken gevuld worden met isolatiemateriaal, is het steeds lastiger voor vleermuizen om broedplaatsen te vinden. Gelukkig denken architecten mee over oplossingen die niet alleen de vleermuis, maar ook het oog plezieren. Zo ontwierp bureau SLA een indrukwekkende koepel op Fort Asperen, met glazen dakpannen die zo gevormd zijn dat vleermuizen er doorheen naar binnen kunnen vliegen. En in de gevel van villa Het Brouwhuis in Oisterwijk integreerde Bedaux de Brouwer architecten een vleermuizenverblijf.

Verblijf verstopt in constructie

Hoewel de vleermuizenbrug uniek is in de wereld, hebben de ontwerpers dit gegeven niet als ‘uithangbord’ willen gebruiken. De bedoeling is niet dat het een attractie wordt; de dieren houden van rust. Het knappe van het ontwerp is dat de constructie zelf is ingezet om het bouwwerk geschikt te maken als verblijf, terwijl slechts een aantal details erop wijst dat deze brug meer is dan een route van A naar B.
De basis voor het ontwerp, dat de architecten in samenwerking met een groep ecologen hebben gemaakt, is het brugdek van beton. Een materiaal dat door de combinatie van sterkte, thermische massa – vleermuizen gedijen het best bij een constante temperatuur – en ‘kneedbaarheid’ bij uitstek geschikt is voor deze tweeledige functie. In de spleten die in het reliëf onder het dek verstopt zitten, kunnen vleermuizen ’s zomers slapen. Het winterverblijf bevindt zich in de kelder onder het brughoofd – bereikbaar via een vensterbank-achtige entree en via een luik toegankelijk voor mensen (om de populatie te tellen). De stenen rand, gunstig georiënteerd op het zuiden, doet dienst als kraamkamer. Vleermuizen kunnen in de spouwconstructie kruipen via de open stootvoegen.

Aandacht voor de uitvoering

Nu is het afwachten of de dieren hun nieuwe huis weten te vinden, en of het beeld dat architect Bart Reuser bij de eerste presentatie in 2012 liet zien – een zwerm vleermuizen die bij schemering als een zwarte wolk omhoog vliegt – werkelijkheid wordt. Maar ook als dat een droombeeld blijft, is de brug geslaagd te noemen. Dat zit ’m in de aandacht voor de uitvoering. Neem het stenen brugdeel, strak gemetseld met dezelfde straatklinkers als de fietspaden aan weerszijden van de brug, waardoor de constructie een vanzelfsprekend onderdeel van de recreatieve route wordt.
Met als verrassing de afstandhouders op de klinkers – normaal gesproken verstopt in de straatvoegen – die een fraaie nuance geven aan het metselwerk. Kijk naar de precisie waarmee de houten latten van de andere balustrade keurig in het gelid zijn geplaatst, met de vereiste doorvalbeveiliging voor auto’s vrijwel onzichtbaar in het staalwerk geïntegreerd. De Vlotwateringbrug klopt: als stedenbouwkundige ingreep, architectonisch beeld en landschappelijk element. Een mooi voorbeeld hoe een interdisciplinaire aanpak meerwaarde kan geven.

Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 7 van 2015.

Projectgegevens

Opdrachtgever:Gemeente Westland
Architect:NEXT Architects
Landschapsontwerp:LOLA Landscape
Constructeur:Pieters Bouwtechniek
Adviseur ecologie:Zoogdiervereniging
Ontwerp:2012
Bouw:2015
Fotografie:Raymond Rutting

Gerelateerd

Tags: , , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.