Zorghotels, ontwerpen voor de zorg

Zorghotels, ontwerpen voor de zorg

Door: Anka van Voorthuijsen | 14-04-2019

Architecten krijgen steeds vaker opdrachten vanuit de zorgsector. Hoe draag je er met je ontwerp aan bij dat mensen vanuit een zorginstelling zo snel mogelijk weer naar hun eigen huis kunnen? Maar ook: hoe ontwerp je een permanent tehuis als een thuis? ‘Je wilt niet dat de laatste keer dat mensen verhuizen, zo verdrietig is.’ Vijf architecten en interieurontwerpers van recente zorghotels en woonzorgcentra delen hun ervaringen.

Zorg-of herstelhotel

De kamers heten suites, er is een grand café met goede latte macchiato en het geheel heeft een ‘vier-sterren’-uitstraling. De naam is ook aangepast: een revalidatiekliniek heet tegenwoordig zorg- of herstelhotel. De patiënt van vroeger is de gast van nu. Architect MarieJeanne Sas: ‘Het jargon komt steeds meer uit de leisure-wereld. En de beeldtaal ook.’ Sas is directeur bij opZoom architecten, dat al meer dan 15 jaar ontwerpt voor wat zij omschrijft als ‘de veranderende zorgvraag’. Sas: ‘Vroeger raakte je nogal makkelijk gehospitaliseerd, die kans krijg je nu niet meer.’ Na een opname gaat de patiënt zo snel mogelijk naar huis en als dat niet lukt, is er het zorghotel. Voor zowel ouderen als jongeren een perfect tussenstation na een ernstige ziekte of een operatie. Zoals de aanduiding hotel al suggereert, werkt dat meer vraaggestuurd dan aanbod-gestuurd: koffie drinken, slapen en fysiotherapie wanneer de gast dat wil. opZoom architecten heeft veel samengewerkt met ZZG zorggroep, een grote zorgaanbieder in de regio Nijmegen en is inmiddels gespecialiseerd in ontwerpen voor de hele breedte van de zorgsector. Voor ZZG werd een paar jaar geleden het verouderde sanatoriumterrein Dekkerswald bij Groesbeek herontwikkeld, met onder andere een herstelhotel en zorgsuites.

Ontwerpen voor de zorg

Ontwerpen voor de zorg is niet meer zo specifiek en specialistisch als 20 jaar geleden, zegt Sas. ‘We werken met Woonkeur voor de zorg en met het handboek voor toegankelijkheid, dat is voor deze sector een mooi handvat. Daar staan alle standaarden in, de randvoorwaarden om optimaal toegankelijk te ontwerpen, rekening houdend met de draaicirkel van een (elektrische) rolstoel bijvoorbeeld.’ Maar waar je vroeger van verre al kon zien of een gebouw een ziekenhuis of verzorgingsflat was, is dat nu anders. Sas: ‘Voor de zorg werden hele specifieke gebouwen ontworpen, dat vastgoed was ook moeilijk ergens anders voor in te zetten. Nu ontwerpen we veel flexibeler zodat het in de toekomst ook voor andere doelgroepen geschikt kan zijn.’ Zo signaleert ze dat de vraag naar woonvormen voor dementerenden op dit moment erg hard groeit: ‘Maar stel dat dementie in de toekomst te voorkomen of te genezen is, dan kan er een hele andere doelgroep in komen wonen.’

Natuurlijke kleuren

In z’n algemeenheid vraagt een opdrachtgever in deze sector meestal nadrukkelijk om een huiselijke uitstraling in plaats van een medische, zegt Sas, waarbij een prettige en helende omgeving, een ‘healing environment’ centraal staat. Daar horen natuurlijke kleuren bij en een sfeer die stimuleert om actief te worden. Wegvinding is belangrijk bij het ontwerp, zegt Sas. ‘Als de gangen wit zijn, kunnen de bergingdeuren ook wit zijn, want daar hoeven bewoners niet te komen. De kamerdeuren krijgen dan juist wel een contrasterende kleur. Je let op daglicht en uitzicht, zodat de oriëntatie vergemakkelijkt wordt, bijvoorbeeld als je op een verdieping uit de lift komt. Het is prettig dat mensen vanuit een rolstoel contact hebben met de straat, dus we letten op de hoogte van de borstweringen. Deuren in de gangen staan in principe open, en gaan pas dicht bij brand.’ Flexibiliteit is voorwaarde, benadrukt Sas. ‘Doordat mensen steeds ouder en met meer problematiek in een herstelhotel terecht komen, komen er ook meer hulpmiddelen binnen dan van te voren was bedacht. Rollators, tilliften, rolstoelen. Er is dus ook meer ruimte nodig om deze spullen op te bergen. Eén van de suites in Dekkerswald is nu bergruimte.

Domotica steeds belangrijker

Door de zwaardere doelgroep blijkt in de praktijk ook niet iedereen in het restaurant te eten. Enkele informele ontmoetingsruimten zijn nu in gebruik als gemeenschappelijke eetkamer voor een afdeling.’ Los van een Programma van Eisen is intensief samenwerken met de zorgmedewerkers essentieel om tot een goed ontwerp te komen, zegt Sas. ‘Domotica wordt steeds belangrijker in deze sector. Comfort, maar ook veiligheid van bewoners en personeel is essentieel. Ook de facilitaire zaken zijn belangrijk: materialen moeten goed te onderhouden zijn. Je wilt geen bandensporen van rolstoelen, geen muren die na één dag beschadigd zijn door stuurfoutjes met karren en rolstoelen. Anderzijds wil je ook voorkomen dat het één grote bumpertoestand wordt.’

Healing environment

Healing environment: hij vindt het een hele mooie term maar hij had er een paar jaar geleden nog nooit van gehoord, zegt Niels van Eijk, van bureau Van Eijk van der Lubbe. ‘Wij hadden tot voor kort nog nooit voor de zorgsector ontworpen.’ Twee jaar geleden klopte Axion Continu aan met de vraag het interieur te ontwerpen voor een zorghotel in Utrecht. Van Eijk: ‘Wij vinden het leuk als er iets nieuws op ons pad komt, zoals deze vraag. Het voordeel van die onbekendheid is ook dat we niet in een vast stramien, in de standaard zorgoplossingen denken.’ Het skelet van voormalig verzorgingshuis Albert van Koningsbruggen (bouwjaar 1974) bleef staan. Architectenbureau DiederenDirrix tekende voor de nieuwe architectuur, Van Eijk en Van der Lubbe ontwierpen het interieur.

Zorghotel Domstate

Najaar 2018 werd zorghotel Domstate opgeleverd. Uitgangspunten voor de opgave waren: hoteluitstraling tenzij, buiten de lijntjes kleuren, buiten en groen naar binnen brengen en revalidatie is topsport. Hoe hebben ze dat ingevuld? Van Eijk: ‘Revalidatie vindt niet alleen plaats in de daarvoor bestemde behandelzone. Het hotel is natuurlijk aangepast op rolstoelgebruik, maar we hebben bewust niet álle ongemakken weggenomen. De grote boze buitenwereld komt ook een beetje binnen. Zo wen je eraan dat niet alles is aangepast of handig is, want dat is het straks ook niet. Het buffet is aangepast op rolstoelen, maar de bar niet. In een café heb je ook geen bar op rolstoelhoogte.’ Er zijn verschillende zones gemaakt, afhankelijk van het gebruik. ‘In de keuken komen alleen werknemers, dan is de revalidatie/topsport-insteek niet nodig.’

Uitstraling viersterrenhotel

De opdrachtgever wilde graag de uitstraling van een viersterrenhotel. Van Eijk: ‘We ontdekten dat in de hotelbranche dan bijvoorbeeld een spionnetje in je kamerdeur verplicht is. Wij hebben er onze draai aan gegeven door vijf spionnetjes in elke deur te maken: boven elkaar, altijd bereikbaar. Of je nu in een rolstoel zit of niet, je kunt altijd zien wie er voor de deur staat.’ Het ontwerpteam ging op snuffelstage in andere woon-zorgcomplexen van de opdrachtgever. Van Eijk: ‘Je ziet direct wat je anders wilt, maar je stoot ook je neus. Niet alles kan in de praktijk.’ De wens voor tapijt op de hotelkamers, om een warmere en huiselijke sfeer te creëren en ver te blijven van het standaard marmoleum, matchte bijvoorbeeld niet met de kleine wieltjes van de tilliften. Het standaard zorgmeubilair dat hij in alle collecties zag, vond hij eigenlijk zonder uitzondering lelijk, zegt Van Eijk. ‘In alles: de vorm, de materialen, de kleuren, de gekozen houtsoort.’

Wastafels

De bestaande wastafelmeubels bijvoorbeeld: een gruwel, volgens de ontwerpers. ‘Zó verschrikkelijk lelijk. Maar je moet er natuurlijk wel met je rolstoel onder kunnen rijden. We hebben ze uiteindelijk zelf getekend en uit laten voeren: in materialisering en vorm heel anders dan wat gebruikelijk is in deze wereld.’ Ook de stoelen voor kamers en restaurant komen uit een gewone collectie, die werd aangepast op de behoefte. ‘We hebben de stoelen iets hoger laten maken. Dit heeft de luxe uitstraling, die we zochten.’

Stang voor steun

Opvallend in de hotelkamers: een doorlopende buis die zich over een wand van de hotelkamer slingert. Daaraan kunnen objecten aan leren riemen hangen, als een spiegel, een headbord of een kastje. ‘Die stang kun je gebruiken voor steun. Die riemen geven je de vrijheid om zelf te bepalen waar je die spiegel bijvoorbeeld wilt hebben.’ De leren riem keert ook terug als handgreep aan alle kastjes en deuren in de kamer en in een variant bij de buitendeur van elke kamer: ‘Een klink vastpakken en naar beneden drukken is moeilijk als je in een rolstoel zit. Dit is een lange leren greep. Helemaal geen hogere wiskunde, maar het werkt uitstekend. Je kunt de deur dicht doen terwijl je naar buiten rijdt. Dat is een mooi nieuw product dat we hiervoor hebben ontwikkeld.’ Niels van Eijk: ‘Ik ben er trots op dat we ver zijn gebleven van de zorguitstraling die veel producten in deze wereld hebben. Onze opdrachtgever stond er ook voor open, dat is natuurlijk belangrijk. En we zijn binnen budget gebleven.’

Zorghotel Aafje in Rotterdam

Ook Abrahamse De Kock Architecten wilden een healing environment ontwerpen voor zorghotel Aafje in Rotterdam, onderdeel van het Maasstadziekenhuis. Bram Peter Abrahamse: ‘Aafje was in 2011 met 121 kamers, één van de eerste grote zorghotels van Nederland. De opdrachtgever wilde een 4-sterren hoteluitstraling, eigenlijk dat niets refereerde aan de zorg, maar het moest wel voldoen aan alle eisen voor het verlenen van die zorg.’ Het ontwerpteam bestond, naast uit architecten, uit deskundigen op het gebied van hotellerie en zorg. Op het eerste gezicht lijkt het te gaan om luxe hotelkamers, maar die blijken bij nadere beschouwing geschikt om eenvoudig allerlei voorzieningen aan toe te voegen. Abrahamse: ‘De badkamers hebben bijvoorbeeld standaard geen toiletbeugels en -verhogers, maar je kunt die wel aan- en inklikken als je het nodig hebt.’ Dat al die hulpmiddelen ook weer weggehaald kunnen worden als een gast ze niet meer nodig heeft versterkt de positieve en herstelbevorderende sfeer. De sfeer in de kamers is die van een hotel: gastvrij, maar niet al te huiselijk. Abrahamse: ‘Het is niet de bedoeling dat gasten hun eigen fotolijstjes ophangen of meubeltjes neerzetten. Alles is erop gericht dat het verblijf tijdelijk is, je snel zelfredzaam wordt en naar huis kunt.’

Dementie

Dat is juist niet het uitgangspunt als je voor bewoners met dementie ontwerpt, zegt Femke Feenstra van Gortemaker Algra Feenstra Architects. Ze werkt momenteel aan woonzorgcentrum Allévo in Zierikzee, dat grotendeels bestemd is voor langdurig verblijf, voor mensen met dementie. Wat maakt je huis tot een thuis, en hoe blijf je verre van het tehuis, vroeg zij zich af. ‘Dit is een woongebouw. Natuurlijk is alles rolstoeltoegankelijk, maar dat zie je niet meteen. Voor sommige bewoners geldt: van de 24 uur die ze er doorbrengen, worden er hooguit twee aan zorg besteed.’ Verhuizen moet eigenlijk een feestje zijn, zegt Feenstra, ‘maar nu is het vaak zo dat de laatste keer dat je verhuist, erg verdrietig is. Dat wil je toch niet?’ Dus moet er een echt thuis worden ontworpen, vindt zij. En bij een ‘thuis’ hoort bijvoorbeeld een eigen voordeur. Feenstra: ‘Elke kamer krijgt aan de gemeenschappelijke tuin een entree. Eigenlijk een achterdeur,
maar die functioneert als voordeur. Je kunt als familie dus je fiets gewoon tegen de gevel van het huis van je moeder zetten, en via de voor/ achterdeur naar binnen. Je hoeft niet eerst langs een balie en door allerlei gangen.’

Vrijheid

Vrijheid is ook in deze fase van het leven een groter goed dan de bescherming die je geneigd bent te bieden door mensen ‘voor hun eigen bestwil’ op te sluiten, zegt Feenstra. De woonomgeving en de tuin zijn in principe voor iedereen toegankelijk, behalve wanneer dit in bepaalde situaties niet verantwoord is. Bewoners hebben een tracker (‘fraai vormgegeven, je draagt het als een sieraadje’) die kan worden ingezet als de vrijheid beperkt is. Het uitgangspunt van 93 voordeuren resulteert in een stervormig gebouw in een park. Via de achterdeur van de woningen kunnen bewoners elkaar treffen in ontmoetingsruimten, gericht op muziek, de tuin of bijvoorbeeld spelletjes doen. Bewoners kunnen zelf kiezen waar zij gaan zitten. De opdrachtgever is erg enthousiast over deze aanpak. ‘Bij het personeel hebben we wel wat weerstand moeten overwinnen.’ Familie van bewoners vindt het ook spannend, merkt ze. ‘Maar als we het idee uitleggen weet iedereen dat het belangrijk is dat mensen zoveel mogelijk zelf de regie houden. Wat wil je liever voor je moeder? Dat ze elke dag de hele dag in dezelfde stoel zit of alle vrijheid heeft? Of bijvoorbeeld dat ze haar trui verkeerd om aan heeft, maar dat ze dat wel zélf heeft gedaan?’

Atelier PRO

Ook architect Dorte Kristensen van Atelier PRO ziet de deuren letterlijk en figuurlijk het liefst ‘zoveel mogelijk open staan’ in de woonomgeving van dementerenden, zegt zij. ‘Herinneringen die in deze fase blijven, zijn vaak die uit je kindertijd. En iedereen kent van vroeger wel het idee dat ‘je ergens opgesloten hebt gezeten, dat je de wc deur niet open kreeg of jezelf hebt opgesloten. Dat wil je niet oproepen.’ Atelier PRO deed zowel de verbouwing als het interieur van woonzorgcentrum De Scheldehof in Vlissingen, gehuisvest in een voormalige plaatwerkerij van de de scheepswerf. Ook zij handhaaft het idee van de ‘eigen voordeur’ bij het ontwerp voor de woongroepen van demente bewoners.

Wooneenheden grenzen aan binnentuin

Kristensen: ‘Je wilt zoveel mogelijk ontwerpen volgens de normaliteit der dingen’. Alle wooneenheden grenzen hier aan een binnentuin met terrasjes en tuinmeubilair: daar ga je naar binnen en zo kom je in de hal en de huiskamer. ‘Daarna komen pas de gang en de slaapkamer. Zoals in elk huis.’ De omvang van dit kolossale gebouw is een voordeel, vindt ze. ‘Big is beautiful.’ Mensen die dementeren kruipen vaak in hun schulp, ze kunnen minder makkelijk naar buiten. ‘Door de omvang van dit gebouw, kan de buitenwereld binnen worden gehaald.’ Het filmhuis in De Scheldehof trekt ook veel niet-bewoners. Er worden zalen verhuurd, er is een opleiding voor verzorgenden die ruimtes als klaslokaal gebruikt. Kristensen: ‘Je hoeft als bewoner niet naar buiten om reuring te ontmoeten. Zo voel je dat je nog in het leven staat.’

Kuipstoelen van Eames ideaal voor ouderen

Ook hier geen traditioneel en generiek zorgmeubilair in het interieur. ‘Er zijn hier veel rolstoelen en dat zijn slopers. We hebben massief eikenhouten tafels, maar wel met rvs poten. De kuipstoeltjes van Eames blijken ideaal voor ouderen: ze zitten goed, zijn licht en makkelijk verplaatsbaar. En hebben ook een metalen onderstel.’ Voor de rest is het interieur een mix van oud en nieuw, nostalgische prullaria en design. ‘Het interieur ontstaat als een soort slow cooking. Het is een grove indeling, een canvas, dat iedereen in mag kleuren. Mensen mogen hun eigen spulletjes erbij zetten in de boekenkast of vensterbank.’ Dorte Kirstensen: ‘We wilden geen horeca- of hoteluitstraling, maar het soort argeloosheid die door de jaren heen ook ontstaat in je eigen huis.’ Het werkt, hoort ze: ‘Iedereen voelt zich hier welkom. Niet alleen de 80-plussers, maar ook hun kinderen en kleinkinderen.’

Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 2 van 2019

Gerelateerd

Tags: , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.