3 4
meteen veel socialer en dynamischer.’
Elk Studio KNOL-project begin met een
vraagstelling. Kemerink: ‘Dat kan groepsgedrag
zijn of onderwijsbeleving. Vervolgens bedenken
we een interieur dat het beste bij dit onderzoek
aansluit.’ Deze interieurs zijn weliswaar
fictief – het gaat tenslotte niet om een echte
flexwerkplek of lesruimte – maar zij moeten
realistisch ogen en esthetisch overtuigen. ‘Om
gebruikers van de flexwerk plek te vinden
hadden wij geadverteerd alsof wij een nieuw
initiatief waren. Zzp-ers mochten een maand
werken voor 5 euro in een avontuurlijke en
comfortabele werkplek.’ Ook de studenten
waren ervan overtuigd dat zij echt onderwijs
kregen. ‘De docenten werkten mee.’ Studio
KNOL is zich ervan bewust dat het met
deze ongevraagde sociale experimenten
een ethische grens aftast. ‘Maar uiteindelijk
vertellen wij iedereen wat wij hebben
onderzocht. De resultaten maken wij ook
openbaar, zodat proefpersonen beter inzicht
kunnen krijgen in hun eigen gedrag.’
Met deze zelfgeïnitieerde onderzoeken buigt
Studio KNOL zich over maatschappelijke
vraagstukken als onderwijs, werkomgeving
of crowdmanagement. ‘Het onderwerp moet
in principe iedereen aangaan’, zegt De Waal
Malefijt ‘Maar wij kunnen ook onderzoek doen
voor het bedrijfsleven. Mits wij worden ingezet
om verandering te begeleiden. Stel een bedrijf
wil nieuwe werkplekken introduceren, dan
kunnen wij onderzoeken welke het meest
geschikt zijn. Maar hebben zij al besloten dat
zij flexplekken willen en moeten wij alleen het
ontwerp daarvan maken, dan vinden wij dat
minder interessant. Er moet een vraag liggen
waarvan het antwoord niet vast staat.’
Modefabriek
Maar ze kunnen ook een functioneel en
toegepast interieurontwerp maken. Voor de
Modefabriek, een jaarlijkse kledingbeurs
in Amsterdam maakte Studio KNOL (i.s.m.
Christiaan Bakker) een inventief vloerplan en
een ontwerp voor de centrale ruimte met een
grote food-area, voor lezingen en presentaties.
‘Een normale beursvloer heeft een recht grid
dat haaks op de muren staat. Wij hebben dit
vloerplan een kwartslag gedraaid zodat er
een andere dynamiek ontstaat. Zichtlijnen
worden doorbroken en bezoekers moeten zich
zigzaggend door de ruimte bewegen, waardoor
zij meer verast worden. Vervolgens hebben wij
scherp contrast gecreëerd door het gebruik van
harde en zachte materialen als textiel.’
Overeenkomst tussen deze modebeurs en de
fictieve onderzoeksruimtes is dat het beiden
tijdelijke interieurs zijn. ‘Wij hebben in 2013
samen de opleiding Vacant NL gevolgd, een
thematische masterstudie over leegstand van
het Sandberg Instituut. Daar ligt de basis van
de huidige Studio KNOL’, zegt De Waal Malefijt.
Het duo werkte daarvoor al samen sinds het
afronden van de studie Industrieel Ontwerp
aan de TU Eindhoven in 2009. ‘Onze eerste
presentatie was over techno food, een fictieve
kijk op de toekomst van eten. Vervolgens
kregen wij enorm veel aanvragen op gebied
van food design. Om ons te verdiepen in meer
ruimtelijk ontwerp besloten wij in 2011 samen te
starten met Vacant NL.’
Teleportatie
Voor de recente onderzoeken werkt Studio
KNOL samen met socioloog Anna Dekker.
De theoretische basis voor hun onderzoek
wordt gelegd door een architectuurhistoricus/
theoreticus (Lion Zeegers). Toch pretenderen
ze geen wetenschappelijke basis onder hun
onderzoek. ‘Wij zijn tenslotte ontwerpers.’ Een
onderzoek waar Studio KNOL nu aan werkt is
het visualiseren van natuurkundig onderzoek
aan de TU Delft naar de verstrengeling
van quantumdeeltjes. ‘Dit principe gaat
ervan uit dat objecten op grote afstand met
elkaar in verbinding kunnen staan en dus
ook dataverkeer kunnen uitwisselen. Dit is
teleportatie. In principe maakt dit een extreem
snelle en ontraceerbare internetverbinding
mogelijk zonder een tussenmedium zoals een
glasvezelkabel of satelliet. Via alledaagse
voorwerpen. Wat gaat dit betekenen voor onze
leefomgeving?’
De eerste visualisatie van dit toekomstscenario
is een film van lichtgevende plexiglas platen
die op elkaar reageren. De tweede fase van
het onderzoeksproject wordt een verkenning
van architectonische toepassingen en zal
bestaan uit twee ruimtes die met elkaar
communiceren, bijvoorbeeld via het meubilair.
Het wordt een conceptueler onderzoek dan de
empirische onderzoeken volgens de gangbare
methode-Studio KNOL, beamen Kemerink en
De Waal Malefijt. ‘Wij maken een esthetische
verbeelding van een hoogst theoretisch
onderzoek. Het wordt dus meer kunstzinnig
dan realistisch. Maar de basis is het hetzelfde:
wij ontwerpen een fictief interieur om een
concrete vraag te onderzoeken.’
Alle onderzoeken en bijbehorende resultaten
zijn op te vragen via www.studioknol.com
38ArchitectuurNL Tekst Jeroen Junte
36-37-38-39_studioknol.indd 38 01-02-16 15:40