‘Zoals iedereen hou ik van de schoonheid van de natuur. En zoals
iedereen kan ik geraakt worden door een kindertekening, al is het maar
omdat het er vaak grappig uitziet. Zowel die kindertekeningen als bomen
en bergen in de natuur, zijn grillig en organisch ontstaan. Blijkbaar levert
dat iets op wat veel mensen mooi vinden’, vertelt hij. ‘Maar zodra een
ontwerper of architect achter de tekentafel gaat zitten, komen daar
strakke, gelikte en symmetrische vormpjes uit. Dat straalt iets uit van
onoverwinnelijkheid, van succes en perfectie. Ik denk dat we ons wijs
hebben gemaakt dat dàt mooi en nastrevenswaardig is, terwijl het ons
eigenlijk niet raakt. Ik pleit voor iets meer geluid uit de andere hoek; ik wil
de rigide en strakke benadering doorbreken’, betoogt Baas.
Over het algemeen ging dat goed. De vele schetsen die het team samen
maakte, leidden tot een ontwerp dat dicht bij het oorspronkelijke idee is
gebleven. Iedereen was ook welwillend om van elkaar te leren. Zo leerde
Baas meer over technische en praktische zaken, zoals waar een huis aan
moet voldoen, wat wel en niet kan, wat bepaalde oplossingen kosten.
Het leverde hem een bredere kijk op het geheel op: hoe beleef je een
gebouw vanaf de straat, vanaf de binnenplaats, als je Eindhoven binnen
rijdt, als je op de bovenste of juist de onderste verdieping woont.
Wat betreft ontwerpmethodieken werken architecten met bepaalde
standaarden. ‘Dat is een nieuw inzicht’, zegt Baas, ‘want mijn werk
kenmerkt zich vooral door niet-standaard oplossingen.’
Baas-esthetiek
Als je Maarten Baas’ architectonische ontwerpen moet vergelijken met
een architect, dan denk je aan de postmodernisten zoals de Amerikaanse
architect Michael Graves. En toch is Baas’ stijl uniek. Zo refereert de
ontwerper weliswaar aan een traditionele Nederlandse huizentypologie
zoals je aan de Avenues in New York ziet of aan de Amsterdamse
grachten, maar hij voegt er een onmiskenbare Maarten Baas-esthetiek
aan toe. ‘Ik wilde niet per se refereren aan mijn eigen werk, maar het
is nou eenmaal mijn handschrift waar ik in geloof’, zegt hij. Zo sluit
het gekleurde pleisterwerk aan op zijn Clay-series waarbij hij met de
hand het synthetische materiaal om een metalen frame modelleert tot
wiebelige stoelen en bevende tafeltjes, net zoals de Aardman-animaties
Wallace and Gromit worden gekneed. Of aan Sculpt: metalen met
walnotenfineer beklede kasten gebaseerd op snelle schetsen, die tot
monumentale afmetingen worden uitvergroot.
Karakters
Met dat handschrift bedachten de architecten en Baas het hoogbouwblok
aan het drukke kruispunt dat aan weerszijden aflopend is in hoogte. Die
panden zijn wat betreft schaal en ‘normaalheid’ op dezelfde hoogte gebracht
als de bestaande bouw. Ook aan de zijstraten kregen de twee verdiepingen
tellende duplexwoningen dezelfde schaal als de traditionele bouw.
De voorzijde van de panden aan het drukke kruispunt lijken op een rijtje
uiteenlopende karakters: je hebt uitgerekte strakke en smalle gebouwen,
een huis met speels verspringende ramen en terrassen, een pand met
een kleurrijk baksteenmozaïek, een zwart gebouw en in het midden een
wiebelig huis op hoge poten, bedekt met een aandacht trekkende gele
pleisterwerkfaçade. Op de daken prijkt een symbolisch herkenningspunt:
een typisch Maarten Baas-wolkje of klok. ‘Subtiele Dutch Design grapjes,’
zeggen Predeina en Aben, die speelden met kleuren en vormen terwijl ze
ook zorgden dat de balans niet doorsloeg naar een soort kitsch-stijl.
Omdat het geel geaccentueerde gebouw een enorme façade heeft, is dat
doorbroken door de entree op te tillen. ‘Zo ontstaat een poort, de ingang
van Eindhoven, de internationale stad van high technology en design dat
tegelijkertijd een dorp is’, legt Alexandra Predeina uit. Geflankeerd door
een koffiezaak, leidt de entree naar een semi-openbare binnenruimte,
een intieme oase van rust met een gemeenschappelijke tuin met
foodgarden. ‘Want’, zegt Baas, ‘veel architectuur is niet vriendelijk en
staat ver van de natuur.’
Het is goed om met andere disciplines samen te werken, vinden zowel
de architecten als de ontwerper. ‘In elk wereldje heersen bepaalde
opvattingen van hoe je iets moet doen. Dat wordt al snel een zichzelf
bevestigend systeem, dat af en toe wel wat lucht kan gebruiken’, meent
Baas. ‘Ik kan niet voor ‘ontwerpen’ of ‘architectuur’ in het algemeen
spreken, omdat het brede vakgebieden zijn, maar architectuur kun je wel
minder vrijblijvend noemen dan design. Van een stoel kun je nog zeggen:
‘als je hem niet leuk vindt, koop je hem niet’. Met architectuur zadel
je mensen langere tijd op. Daarom zijn gebouwen waarschijnlijk vaak
voorzichtiger in de vormgeving. Toch wil ik juist niet die voorzichtigheid
hanteren, maar een onderscheidend gebouw maken.’
Dat is zeker gelukt. Nu hopen Maarten Baas en Van Aken Architecten dat
het oorspronkelijke plan van The Sketch daadwerkelijk wordt uitgevoerd.
Als het bestemmingsplan is gewijzigd, kunnen wellicht dit jaar de eerste
palen van het markante gebouwencomplex de grond in.
4 5
12ArchitectuurNL
10-11-12_baasvanaken.indd 12 04-04-16 14:09