ArchitectuurNL 02 2017 – pag. 48

ArchitectuurNL 02 2017 – pag. 48

Door: | 29-04-2021

‘Een reality check’ noemt Jan Nauta de start van zijn eigen bureau
Studio Nauta in 2013. De voorafgaande vier jaar studeerde hij aan
de Architectural Association School of Architecture in Londen, de
prestigieuze opleiding beter bekend als ‘the AA’ waaraan ook starchitects
als Zaha Hadid en Rem Koolhaas studeerden. Nauta kreeg er les van
grootheden als Bernard Tschumi. Het was ‘een intellectueel bad’ waarin
hij zich vol overgave onderdompelde in de historie en theorie van
architectuur. Vier jaar geleden was er zelfs twijfel over een toekomst
als bouwend architect. Hij maakte tentoonstellingen, deed onderzoek
en overwoog te promoveren. ‘Ik kwam van school met een rotsvaste
overtuiging dat ik de wereld kon helpen veranderen via een theoretische
weg. Door het documenteren van ideeën en kennis. Best pretentieus
eigenlijk’, zegt hij nu. Al onderkent hij de waarde van deze intellectuele
basis. ‘Het heeft mij geleerd om kritisch te zijn en te zoeken naar de
historische context.’

Van theorie naar praktijk
Maar eenmaal terug in Nederland moest hij zich dus opeens buigen
over alledaagse besognes als acquisitie en detaillering. Hij ervaarde dat
architectuur een weerbarstige discipline is waarin praktische problemen
bepalend kunnen zijn voor de uitkomst van een ontwerp. Zijn eerste
opdracht was de uitbreiding van het huis van tv-kok Herman de Blijker
in Rotterdam. ‘Gewoon bouwen.’ Daarna volgde de verbouwing van een
school in Amsterdam tot een gezinswoning. ‘Daar ontdekte ik de kick
van fysieke realisatie.’ Natuurlijk was de stap groot van ‘het hoofd in de
wolken naar de voeten op de bouwplaats’. Maar inmiddels ziet Nauta de
baksteen – tijdens zijn studie nog ‘wat armoedig en beperkt’ – als een
betaalbaar en ook flexibel materiaal. ‘Elke aannemer kan ermee uit de
voeten en het nodigt uit tot harmonieuze esthetiek.’

Focus op context
Inmiddels ervaart hij in de praktijk dat architectuur een krachtenveld is
waarin politiek, geld, technologie, cultuur en sociale vraagstukken een
rol spelen. Bovendien begeeft een architect zich in de openbare ruimte,
waardoor je je toegankelijk, zelfs kwetsbaar opstelt. ‘Alleen door deze
krachten goed te inventariseren kun je de context van architectuur
beheersen en van daaruit kwalitatieve verandering realiseren.’ Als er iets
is dat zijn studio kenmerkt, is het een focus op deze context. Momenteel
werkt hij aan een woningbouwproject in Groningen. ‘Driekwart van de
tijd gaat zitten in locatieonderzoek. De historie van de locatie, bij een
oude stadswal, is belangrijk. Maar ook het inleven in de gebruikers. Er zat
daar bijvoorbeeld een start-up kantoor. Daar lopen we dan naar binnen,
zogenaamd als potentiële huurders.’

Direct Urbanism
Deze praktische methodiek is overigens aangeleerd op de AA. ‘Ik ben
afgestudeerd in Direct Urbanism, een unit ooit opgezet door Bernard
Tschumi en Nigel Coates. Daar werd van een architect verlangd dat
hij een plek niet alleen observeert maar ook daadwerkelijk ervaart.
Immersie is daarbij een veelgebruikt middel.’ Zijn afstudeerproject aan
de AA was een Oost-Londense wijk waar werkgelegenheid volgens
etnische structuren is verdeeld. ‘De Bengladeshi bijvoorbeeld zitten in de
kledingindustrie, etc. Om inzicht te krijgen in de locatie heb ik bij veel van
die textielbedrijfjes gesolliciteerd. Het hoeft niet altijd zo radicaal maar
locatieonderzoek gaat voor mij verder dan het bestuderen van de fysieke
statische omgeving. Deze werkwijze zit diep in mijn architectonische
DNA.’
Zijn loopbaan begon met de praktijkgerichte HTS. Vervolgens stond hij
op de drempel van een studie Bouwkunde in Delft. ‘Maar dat was mij

48ArchitectuurNL

1 2

46-47-48-49-50-51_platformnauta.indd 48 27-03-17 16:32

Gerelateerd