ArchitectuurNL 02 2018 – pag. 32

ArchitectuurNL 02 2018 – pag. 32

Door: | 29-04-2021

Het is een gebouw met compleet transparante

glazen gevels, heeft een overweldigend atrium van 15

verdiepingen hoog, en tóch voelt het kantoor van Deloitte

aan de Zuidas in Amsterdam huiselijk aan. Dat ligt

natuurlijk aan de gekozen materialen, aan de akoestiek,

aan de architectuur, maar zeker ook aan het lichtontwerp,

dat Robert Jan Vos maakte voor The Edge, zoals het

gebouw heet.

Hij constateert het zelf ook, als hij binnenkomt. Ondanks de imposante omvang heerst hier de sfeer
van een huiskamer. ‘Er is sprake van een intiem karakter, er is rust.’ En bijzonder: er zijn nauwelijks
lichtarmaturen aanwezig in de ruimte. Twee oversized schemerlampen staan op een verhoogd
plateau bij de koffiebar en boven de entreebalie hangt een luchtig ogende armatuur, dat meer
decoratief dan functioneel lijkt. Dat lijkt weinig, voor de omvang van de ruimte.
The Edge was bij de oplevering in 2014 één van de grootste (40.000 m²) kantoorgebouwen ter
wereld en ook het meest duurzame, met een ‘outstanding’ BREEAM-NL score. Regenwater wordt
opgevangen en ingezet voor het spoelen van de wc’s, er is een warmte-koude opslaginstallatie, er
zijn zonnepanelen, er is veel aandacht gegeven aan daglichttoetreding naast enorm veel andere
duurzame maatregelen: het gebouw is energieneutraal. Medewerkers kunnen met een app op hun
smartphone klimaat en verlichting op hun werkplek regelen. Gegevens daarover leiden weer tot
meer inzicht in hoe het gebouw wordt gebruikt om zo de efficiëntie te vergroten.

Meerwaarde voor hetzelfde geld
Via projectontwikkelaar OVG werden Robert Jan Vos en zijn collega lichtontwerper Hans Wolff
al kort na het stadium van voorontwerp bij het project betrokken, om het lichtontwerp voor
het atrium te realiseren. Vos: ‘Het moment waarop je er als lichtontwerper bij wordt gehaald is
belangrijk. Je wilt het licht zoveel mogelijk in de bouwkundige schil verwerken. Dan kun je het licht
kostenneutraal mee ontwerpen en voor hetzelfde geld echt meerwaarde genereren.’ Hij noemt
zichzelf nadrukkelijk lichtontwerper en geen lichtarchitect, zegt Vos. ‘Ik zoek in de architectuur
waar ik iets kan toevoegen. Ik wil dat wat de architect heeft bedoeld, kracht bij zetten. Ik ben de
toegevoegde waarde.’
Uitgangspunt van de lichtontwerpers bij dit project: zo weinig mogelijk elementen toevoegen. ‘Dus
wat we vooral níet hebben gedaan, is van alles aan het plafond hangen.’ Want ja, eigenlijk verwacht
je een spectaculair lichtobject bij zo’n enorm atrium, erkent Vos. ‘Maar dat kan ook intimideren. En
dingen wegnemen die je had moeten zien. Omdat je oog zo sterk reageert op het licht zie je zo
maar de achtergrond minder goed.’

1. Entresol in het atrium van gebouw The Edge.
De onderzijde van de luchtbruggen zijn voorzien
van wit spandoek, waar diffuus licht door schijnt.
2. Er zijn zo min mogelijk lichtarmaturen in het
atrium, wanden en trappen worden aangelicht
vanuit verborgen lichtbronnen. De glazen
balustrades links zijn voorzien van een grid
van geëtste puntjes en worden elk afzonderlijk
van onder af aangelicht. Overdag heeft dit glas
een subtiele groene zweem. Maar het kan ook
fungeren als een dynamisch lichtelement.

Lichtplan voor
atrium The Edge

1

LICHTONTWERP

32ArchitectuurNL Tekst Anka van Voorthuijsen Fotografie Ronald Tilleman en Lida Chaulet

32-33-34-35_lichtedge.indd 32 29-03-18 11:28

Gerelateerd