Michiel van Driessche is landschapsarchitect en
oprichter van en partner bij Felixx Landscape
Architects & Planners uit Rotterdam. Hij studeerde
in 2007 cum laude af als landschapsarchitect aan
de University College in Gent. In 2012 behaalde
hij een Master of Arts in Landscape Architecture
aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam.
Hij heeft een sterke focus op milieuproblemen en
is gespecialiseerd in strategische planning. Zijn
kracht als ontwerper ligt in ruimtelijk onderzoek
en grootschalige planningsprojecten, evenals in
complexe openbare ruimteprojecten. Michiel is
bij Felixx voornamelijk verantwoordelijk voor de
internationale portfolio.
Voordat we ons gesprek beginnen, geef ik landschapsarchitect Michiel
van Driessche van Felixx Landscape Architects & Planners uit Rotterdam
het gedicht ‘Tuinarchitect’ van Gerrit Achterberg te lezen. Hij kent het
niet. De eerste regels luiden: ‘Het is de boom al over honderd jaar als
hij hem plant en op zijn hurken zit. Dan wonen andere mensen waar hij
dit afbakent met een indirect gebaar. Hij maakt nu vast hun wandelingen
klaar; een in de tijd vooruitgeschoven lid van ’t leven strevend naar een
ver doelwit, alleen voor deze ogen openbaar.’
Een mooi vers, vindt hij, dat gaat over verbeeldingskracht. ‘Het geeft
precies aan waar het grootste verschil zit tussen een architect en een
landschapsontwerper: de tijdskaders waarin we werken. De kracht van
een gebouwontwerp is direct vanaf de dag van oplevering zichtbaar.
Een goed ontworpen landschap ontvouwt zijn schoonheid pas na jaren.
Uiteraard doet de tijd ook iets met een gebouw, maar niet zo ingrijpend
als wanneer je een landschap tot wasdom ziet komen.’
Wat zeggen de woorden verder over je werk?
Het gedicht brengt me direct op een zeker ongeduld dat ik bij steeds
meer opdrachtgevers zie. Zeker in een stedelijke context wil men
het eindbeeld versnellen door te investeren in volwassen beplanting.
Dat merken we bij aanbestedingen en tenders. Het lijkt een trend
die gepaard gaat met meer aandacht voor ons vak en het bewustzijn
onder opdrachtgevers en ontwikkelaars van de meerwaarde die je met
landschappelijke elementen aan een project kunt toevoegen. Soms
ook spelen gemeentes mee door een rol voor een landschapsarchitect
te eisen als onderdeel van een gebiedsontwikkeling. Gevolg hiervan is
dat er vaak meer financiële middelen beschikbaar zijn en dat is beslist
noodzakelijk om een versneld eindbeeld te kunnen realiseren. Grote
bomen zijn nou eenmaal duurder dan kleine. Je begrijpt dat deze trend
voor ons een heel prettig klimaat creëert om in te werken.
Wat voegt landschap dan toe?
Onderscheidend karakter en belevingswaarde. Maar landschap kan ook
een publieke waarde aan een ontwikkeling toevoegen. Vooral als het
gaat om binnenstedelijke locaties. Het is belangrijk dat er niet alleen
kubieke meters gebouw ingepast worden, maar ook een kwalitatief
goede publieke ruimte. Als je dat vergeet, creëer je verblijfsgebieden
waar geen mens graag komt en dat is kortzichtig. Geld en aandacht
voor landschap is een langetermijninvestering die zich dubbel en dwars
terugverdient omdat de hele omgeving ervan kan profiteren.
Wat wil jij bij de wandelaar teweeg brengen?
Dat hangt erg af van de plek in de stad en aan wat de opgave is. Rond
een zorgcomplex bedenk je een ander landschap dan wanneer je je buigt
over de omgeving van een station. Wat we altijd nastreven, is een gevoel
van herkenning. Een landschap kan bijdragen aan het specifiek maken
van een gebied. Een goed ontworpen landschap kan, in samenhang
met de gebouwen, de mensen die er doorheen lopen helpen zich te
oriënteren en zich er tegelijkertijd thuis te voelen.
Wie is Michiel van Driessche en wat drijft hem?
Ik ben als landschapsarchitect opgeleid in Gent en Amsterdam. Vijf
jaar geleden begon ik samen met Marnix Vink en Deborah Lambert
30ArchitectuurNL Tekst Peter de Winter Fotografie Martin Wengelaar
28-29-30-31-32-33_interview.indd 30 27-03-19 16:08