bureau Felixx. Het bedrijf groeit voorspoedig. Inmiddels hebben we
25 mannen en vrouwen in dienst. Het bureau is vernoemd naar onze
zelfverklaarde, bescheiden held Felixx die de wereld rondreist en zoekt
naar kansen om gelukkige omgevingen te realiseren. We zijn het bureau
gestart omdat we zochten naar het antwoord op de vraag wat de rol
van landschapsarchitectuur specifiek en de planning van de ruimtelijke
omgeving in het algemeen kan zijn op de hedendaagse maatschappelijke
opgaves. Gevolg daarvan is dat Felixx geen plannen verkoopt, maar
engagement. We zoeken dan ook naar plekken die we met onze
landschappelijke opvattingen net iets mooier én slimmer kunnen maken.
Wij onderzoeken de toekomst van de mobiliteit en gaan op zoek naar wat
wij daaraan kunnen bijdragen.
Waarom ben je landschapsarchitect geworden?
Mijn ouders hadden een boomkwekerij en hoveniersbedrijf in België.
Daardoor ben ik landschapsarchitectuur gaan studeren. Aanvankelijk in
België, maar later ook in Nederland. Dat laatste was een verrijking. In mijn
eigen studietijd in België ging het vooral over tuinen en parken terwijl ik
tijdens mijn stage in Nederland in aanraking kwam met de planologische
schaal en de grotere ontwerpopgaven die daarmee samengaan. Dat
sprak me enorm aan. Je kunt hier op allerlei schaalniveaus opereren.
Wat kenmerkt Felixx?
We hebben bewust gekozen voor een bureau dat werkt op
alle schaalniveaus over de volle breedte van het spectrum. Zo
ontwerpen we straatmeubilair, maar houden we ons ook bezig met
grootschalig ruimtelijk onderzoek, masterplanopgaves, strategische
transformatieprojecten en we werken in de openbare ruimte aan straten,
parken of pleinen en de links die je daartussen kunt leggen. Om dat te
kunnen behappen, hebben we veel expertises in huis. Uiteraard zitten
hier landschapsarchitecten, maar ook stedenbouwers, architecten,
wetenschappelijk onderzoekers en productontwikkelaars.
Een gemixte groep waarmee we de wereld aankunnen. Ondanks die rijke
variatie aan vakgebieden noemen we ons toch monodisciplinair omdat
al die mensen in dienst staan van het landschap. Ruim 90 procent van
onze opdrachten zijn samenwerkingen. We ontwerpen nooit een louter
stedenbouwkundig of architectonisch plan. Felixx staat altijd in dienst van
het landschap. Ik merk dat die aanpak ons een makkelijke of in elk geval
interessante partner maakt om mee samen te werken. Ons doel is dan
ook zo compleet mogelijk te zijn in de landschapsdiscipline.
Pakken jullie urgente wereldwijde uitdagingen
aan met lokaal ingebedde oplossingen?
Vraagstukken rond klimaat, migratie, stadsklimaat, gezondheid, water
komen op vrijwel alle plekken in de wereld voor. Daarom werken we ook
internationaal. Uiteraard is de wateropgave in Nederland anders dan
die in Bangladesh of Myanmar, maar er zijn ook veel parallellen. Wat wij
graag onderzoeken, is welke generieke vraagstukken ze delen en wat
de locatiespecifieke aspecten zijn aan opgaves en hoe we die kunnen
oplossen.
We werken daartoe samen met onderzoeksinstituten om antwoorden te
formuleren op gedeelde opgaves en te leren uit de ervaring daarmee op
verschillende plekken. Daarnaast zoeken we steeds de samenwerking op
met sterke lokale partners om die kennis te vertalen naar gebiedseigen
ingrepen en ontwerpen. Je moet begrijpen wat nodig is voor een
beheersbaar systeem in Nederland, Bangladesh, maar ook in Myanmar.
Speelt meer variëteit aan soorten, ecosystemen en
landschappen een rol in jullie werk?
Beslist. Het belang van natuur en ecologische processen mag je nooit
onderschatten bij het plannen van landschappen. Sterker nog: het
herintegreren van natuur in stedelijke landschappen is een van de pijlers
van ons bureau. Opgaves waar we nu voor staan, dwingen ons ertoe
omgevingen te maken die niet eendimensionaal zijn. Dus we realiseren
niet alleen maar gebruiksplekken of natuur of productielocaties. We zullen
slimmere en complexere landschappen moeten gaan maken waarmee
je verschillende systemen met elkaar verbindt. Dat verbinden vind je
terug in al onze projecten en op alle schaalniveaus. We maken prachtige
plekken om te verblijven die tegelijkertijd de waterhuishouding op orde
houden, de biodiversiteit verbreden en het stadsklimaat veraangenamen.
We benaderen het landschap dan ook als een technische machine die
zaken als waterbuffering, riolering, irrigatie, waterlopen en waterafvoer,
maar ook hittestress, fijnstofproblematiek en andere zaken rond het
stadsklimaat beheersbaar maakt. Dat is de technische kant. Nuchtere
ingenieurskunst. Aan de andere kant zijn onze landschappen uitbundig
ontworpen. We zijn creatieve landschapsarchitecten nietwaar, nietwaar?
Die nuchtere én frivole ontwerpbenadering is kenmerkend voor ons
bureau.
Heeft Felixx een eigen handschrift of stijl?
Nee, en dat willen we ook helemaal niet. De enige continuïteit in ons
werk zit in positiviteit waarmee we opdrachten benaderen. Ons bureau
is in eerste instantie opgezet als een zoektocht naar de rol die we als
landschapsarchitect willen spelen nu en in de toekomst. Dat is een
dynamisch proces en daar hoort wat ons betreft geen vast handschrift bij,
anders dan dat onze ontwerpen uitbundig zijn en technisch ingenieus in
elkaar zitten. Daarom heten we ook Felixx en niet bureau Vink, Lambert,
Driessche. Die naam neutraliseert de ego’s. Landschapsarchitectuur
gaat namelijk niet over ons en een bureau is slechts een middel. Toch
is het vak supernoodzakelijk om antwoorden te formuleren op de
maatschappelijke vraagstukken waar we voor staan. Dat lukt veel beter
als je ego je niet in de weg staat. Een handschrift past volgens ons niet
bij een landschap.
Waar sta je over twintig jaar?
We willen wereldwijd actief betrokken zijn bij de herorganisatie van
binnensteden en plattelanden die aansluiten op de gezonde samenleving
die ons voor ogen staat. Daarnaast willen geen rol in de marge spelen,
maar impact hebben. Die weg zijn we vijf jaar geleden ingeslagen en
die blijven we volgen. We willen bovendien grote projecten draaien en
daarom groeit ons bureau bewust ook snel. Om wereldwijd te kunnen
werken en te anticiperen op de actualiteit van vandaag en morgen, heb
je een groot team nodig. Waar het eindigt en hoe groot we over twintig
jaar zijn, weet ik niet, maar dat we gaan groeien staat vast.
Tot slot. Wie van de oudere generatie wil je dat ik ga
interviewen en waarover moet het gesprek gaan?
Ik stuur je naar John Körmeling. Wij proberen vorm te geven aan de
maatschappelijke rol van ons vak. Körmeling deed dat op een heel
andere, provocatieve manier in het verleden ook. Ik ben benieuwd naar
hoe hij kijkt naar de maatschappelijke rol die ontwerpers vandaag op
zich nemen en hoe hij die heeft zien evolueren. Vraag hem ook naar zijn
toekomstverwachtingen voor het vak.
31 ArchitectuurNL
28-29-30-31-32-33_interview.indd 31 27-03-19 16:08