van de relatie tussen mensen en andere soorten. En ook Lina Bo Bardi’s
SESC Pompéia in São Paulo, een prachtige dialoog tussen huishoudelijke
en industriële ruimtes.
Favoriet Nederlands gebouw? Aldo van Eyck’s labyrint in de tuin van
het Kröller-Müller museum, en zijn speeltuinen in Amsterdam, zulke
vreugdevolle projecten, tegelijkertijd intiem en burgerlijk.
Favoriete architect? Wij kijken vaak naar Lina Bo Bardi’s unieke versie
van het modernisme, Cedric Price vanwege zijn originele kijk op de
relatie tussen mensen, technologie en het milieu, John Hejduk vanwege
zijn narratieve gevoel en vanwege de inspirerende ontwerpmethode,
Ettore Sottsass voor de unieke combinatie van diepte en ‘lichtheid’ in
verschillende velden.
Favoriete hedendaagse architect? Andrea Branzi. Aan zijn werk als
stedenbouwkundige, architect, designer en kunstenaar ligt altijd een idee
van de wereld, of een interpretatie ervan ten grondslag. Maar zijn werk is
ook heel intiem, met persoonlijke en collectieve gevoelens.
Favoriete Nederlandse architect? Hugh Maaskant. Wij wonen
in Rotterdam en wanneer we het station verlaten en het Groot
Handelsgebouw zien, worden we herinnerd aan de geschiedenis van de
stad, het bombardement en de wederopbouw. Het is een gebouw op de
schaal van de stad, maar met een verfijning en aandacht voor details, die
tegenwoordig zeldzaam is op een dergelijke schaal. We zijn dol op de
ingetogen originaliteit van zijn werk, zijn publieke ambitie.
Als je niet in Nederland woont, in welk land zou je dan willen werken?
We hebben een tijd doorgebracht in Istanboel en het zou fantastisch zijn
om daar te wonen. Als we een ruimte konden hebben met uitzicht op de
Bosporus, ook al is het maar een fragment, zouden we daar gelukkig zijn.
Wat zou je nooit ontwerpen? Wij hadden nooit gedacht dat wij zouden
werken aan een project met zonnepanelen, maar bij dit ontwerp hadden
we wel de meest interessante uitkomsten en processen. Vaak zijn het
juist de plaatsen en onderwerpen waar we ons niet mee verwant voelen,
die we moeten uitdagen en waar we het meest door worden uitgedaagd.
Wat is het meest irritante aan het vak? Het ontwerpen aan internationale
culturele projecten wordt beperkt door lokale regelgeving. Dit maakt
het moeilijk voor kleine bedrijven zoals wij om internationaal te werken,
ondanks dat we denken en ontwerpen in een internationale context.
Wat is je droomopdracht? De drijvende ruimtes ontwikkelen die we voor
Amsterdam hebben bedacht voor de Prix de Rome. Ook willen we graag
plekken ontwerpen voor mensen en andere dieren, en zo de relatie
tussen soorten opnieuw verbeelden als een echte tuin.
Belangrijkste niet-architectonische inspiratiebron? Schilderijen van
Hieronimus Bosch en Pieter Bruegel, land art van Michael Heizer, Robert
Smithson en James Turrell, Zes memo’s voor het volgende millennium van
Italo Calvino, diagrammen van Alexander von Humboldt en Francis Hallé,
reisdagboeken van Bruce Chatwin.
Beste advies? Van Pancho Guedes, de Mozambikaanse architect: ‘Laat
sommige dingen altijd onverklaard.’ Een uitnodiging om zowel ruimte
te laten voor de verbeelding, maar ook om ruimte te maken voor het
subjectieve, het intieme, want dat kan soms meer zeggen dan woorden.
5. Speelkunstwerk voor een schoolplein dichtbij Utrecht. Een landschap
op kinderhoogte in beton met variaties in pigmenten, texturen en vormen.
6. Petrified Carpets is geïnspireerd op de ideale tuin afgebeeld op
klassieke Perzische tapijten. Objecten zoals de omringende muur heeft
Studio Ossidiana met verschillende technieken van gieten, kleuren en
structureren vertaald in beton. 7. Prototype voor een ‘zonnegordijn’ voor
ontwerponderzoek Solar Gardens, naar fotovoltaïsche technologie voor
historische gebouwen rond het Moreelse Park in Utrecht.
7
47 ArchitectuurNL
42-43-44-45-46-47_platform.indd 47 27-03-19 16:22