Paraplu’s inpakken
Wijkcentrum ’t Karregat in Eindhoven stond er na jaren verloedering treurig bij. De
renovatie werd Europees aanbesteed en Diederendirrix architecten & architecten|en|en
smeedden een gelegenheidscombinatie omdat ze allebei hun zinnen gezet hadden op
deze opdracht. Ze wonnen de aanbesteding en maakten van het oorspronkelijke open,
maar disfunctionele plan van architect Frank van Klingeren een functioneel gebouw.
Wie een paar jaar gelden door wijkcentrum
’t Karregat in Eindhoven liep, kon zich maar
moeilijk voorstellen dat dit gebouw ooit
evenveel tot de verbeelding sprak als een
wereldberoemd icoon als het Centre Pompidou
in Parijs. Het gebouw werd ontworpen door
architect Frank van Klingeren en na oplevering
begin jaren zeventig trok het busladingen
Japanners die speciaal voor ’t Karregat naar
Eindhoven kwamen. Van die reputatie was aan
het begin van deze eeuw bitter weinig over.
Het gebouw was langzaam dichtgeslibd tot
een gesloten geheel terwijl het oorspronkelijke
ontwerp ooit het toonbeeld was van een
nieuwe maakbare collectiviteit.
Open ruimte
Idee van architect Van Klingeren was één
groot dak maken met van binnen een zo open
mogelijke ruimte waar mensen elkaar konden
ontmoeten. En het gaf niet dat je daarbij een
beetje last had van elkaar. Dat hoorde er in de
visie van de architect bij. In de praktijk bleek
dat zijn idealistische visie op gespannen voet
stond met de dagelijkse werkelijkheid, zegt
Frans Benjamins van architecten|en|en. ‘De
gebruikers van het gebouw kregen al snel
heel veel last van elkaar en een paar jaar na
oplevering bleek dat het open-ruimte-idee van
Van Klingeren onhoudbaar was.’
Waar elkaar ontmoeten en alles samendoen
het ideaal was, gingen de mensen in de praktijk
met de rug naar elkaar staan en bouwden ze ’t
Karregat dicht, vult architect Paul Diederen aan.
‘Er zaten hier twee scholen, een supermarkt,
een gymzaal, een grote gemeenschapsruimte
en een huisarts. Elke afzonderlijke functie ging
met zijn eigen ding aan de gang. Er bleef weinig
over van samen onder één dak werken. Dat
miste zijn impact niet. Al die lukraak geplaatste
wanden maakten van het gebouw een desolaat
doolhof waar je letterlijk en figuurlijk je weg niet
kon vinden.‘
Gelegenheidscoalitie
De gemeente wilde het gebouw nieuw leven
inblazen en die gedachte werd in de vorm van
een Europese aanbesteding wereldkundig
gemaakt. Frans Benjamins en Paul Diederen,
beiden architect en diep geworteld in de
Eindhovense cultuur, wisten direct dat ze
deze aanbesteding wilden winnen. Solistisch
te werk gaan, zou de kans van slagen er niet
groter op maken en dus besloten ze een
gelegenheidscoalitie te smeden.
Gevraagd naar wat er zo belangrijk is aan
’t Karregat, zeggen ze dat het gebouw past bij
de vreemde schaal die je aantreft in Eindhoven.
Philips verbond de stad met de wereld en
tegelijkertijd was Eindhoven een dorp. Vandaag
de dag wonen er zowat 40.000 expats, hoor je
in het centrum meer Engels dan Brabants, ligt
het buitengebied op een kwartiertje fietsen, kan
je hier de enorme power als brainport voor High
Tech industrie ervaren en is Industrial Design
toonaangevend in de wereld. Die combinatie
maakt Eindhoven een aantrekkelijke stad en ’t
Karregat past naadloos in die geschiedenis. Het
was een vooruitstrevend ontwerp dat publicitair
veel aandacht kreeg en deze kleine stad op de
architectonische wereldkaart zette. Als je zo’n
gebouw wilt renoveren dan moet je een stad
met een dorps karakter kunnen doorgronden.
Kennelijk deden ze dat goed, want ze wonnen
de aanbesteding. Benjamins en Diederen
hebben er nadrukkelijk geen esthetisch object
van willen maken. Dus niet restaureren en ’t
Karregat van 1973 tevoorschijn halen, want dan
had er niets in kunnen functioneren en zeker
geen school en peuterspeelzaal, de huidige
gebruikers van het gerenoveerde deel van
’t Karregat.
Inpakken
De belangrijkste ingreep van de architecten
was de paraplu’s aan de binnenkant inpakken.
Daarnaast hebben de architecten ervoor
gezorgd dat je op iedere hoek van de paraplu
– de voet is vierkant – kunt aansluiten met
een systeemwand. Haaks, maar ook schuin.
Daardoor kan een paraplu niet alleen middenin
een ruimte staan, maar ook ruimtescheidend
zijn. Benjamins en Diederen hebben dus naar
analogie van het structuralisme een oplossing
bedacht die herhaalbaar was. Dat idee maakt
een probleemloze herverkaveling van de
plattegrond in de toekomst mogelijk omdat
je de systeemwanden die zijn toegepast
gemakkelijk kunt weghalen, toevoegen of
verplaatsen. Je kunt met de binnenzijde van het
gebouw dus doen wat je wilt. Dat maakt deze
renovatie duurzaam en toekomstbestendig
want het gebouw is aanpasbaar en dus flexibel.
Om ’t Karregat ook bouwfysisch in orde te
maken, zijn de paraplu’s aan de bovenzijde
ingepakt met Rodeca (translucente
kanaalplaten). Aan de binnenkant of onderzijde
zijn ze ingepakt met enkel glas. De lucht
er tussenin wordt (mechanisch) langzaam
weggezogen. Door het inpakken is een soort
dubbelglas ontstaan en heb je geen last meer
van een koudeval in de winter en in de zomer
ben je verlost van warmteophoping. Door het
inpakken is een prettig binnenklimaat ontstaan
en kunnen de kinderen weer zorgeloos onder
de paraplu’s hun werk doen. ’t Karregat kan
weer jaren mee.
35 ArchitectuurNLTekst Peter de Winter Fotografie Arthur Bagen en Bas Gijselhart
RENOVATIE
34-35_karregat.indd 35 13-06-16 12:00