De belevingskwaliteit lijkt een weerbarstig begrip te zijn: wanneer heeft
beleving daadwerkelijk kwaliteit en zijn we het daar met elkaar over
eens? Als we een ruimte binnen gaan, hebben we binnen twee seconden
een gevoel. De plek voelt goed, ongezellig of bijvoorbeeld kil. Het gevoel
is heel duidelijk. Als we echter na die twee seconden onze ogen sluiten
en proberen vast te stellen wat we exact in die ruimte gezien hebben,
blijkt dat we dat vaak niet of in zeer beperkte mate weten. Omdat we
ons niet bewust zijn wat we feitelijk hebben gezien en wat we feitelijk
hebben ervaren, is het leggen van de link tussen het gevoel en de
oorzaak een lastige opgave. Zo blijven in restaurants bepaalde plekken
vaak leeg of worden in zorginstellingen bepaalde ‘gezellige’ zitjes nooit
gebruikt. Het is daarbij echter moeilijk te duiden waardoor dat precies
komt. De link tussen oorzaak en gevolg (het gevoel) is niet eenvoudig
te leggen. Dit komt onder andere omdat ‘beleven’ te maken heeft met
de totaliteit. Als we een ruimte binnen komen, ervaren we niet alleen
een gekleurde wand, een verlichtingsarmatuur of het stucwerk, maar
we beleven de totaliteit bestaande uit alle verschillende bouwdelen en
kenmerken, inclusief de interacties daartussen. De belevingskwaliteit is
mede daardoor een lastig te definiëren begrip. Dit is een probleem onder
andere tijdens gesprekken met opdrachtgevers en andere partijen, maar
ook bij het vastleggen van de belevingskwaliteit in documenten als een
Programma van Eisen of het Voorlopig en Definitief Ontwerp.
Om vat te krijgen op de totaliteit van beleven, is het zinvol vast te
stellen hoe mensen exact de omgeving ervaren. De zintuigen vormen
het intermediair tussen mens en omgeving en gedegen kennis over de
werking van het sensorisch informatiesysteem blijkt de voorwaarde te zijn
voor het kunnen kwalificeren en kwantificeren van de belevingskwaliteit.
12 zintuigen
De tool om te kunnen sturen op belevingskwaliteit die Iris Bakker tijdens
haar promotieonderzoek aan de TU Delft heeft ontwikkeld, is gebaseerd
op de werking van twaalf zintuigen. Over het algemeen kennen
mensen de vijf zintuigen zoals Aristoteles deze heeft benoemd (voelen,
horen, zien, proeven en ruiken), maar intussen zijn er twaalf zintuigen
vastgesteld die aantoonbaar informatie geven over onze lichamelijke
conditie, gevoelens en cognities. Zo vertelt onze evenwichtszin of
ons lichaam in balans is. Het warmtezintuig geeft informatie welke
temperatuur we om ons heen voelen en het symboolzintuig helpt ons de
betekenis te begrijpen van gebouwen, ruimtes en elementen. Mensen
leren bijvoorbeeld begrijpen wat de betekenis is van een Mariabeeld in
een kerk of wat een schoolbord betekent in een klaslokaal. Dankzij het
symboolzintuig begrijpen mensen wat de omgeving bedoelt en welke
betekenis deze heeft, zodat mensen daardoor beter ervaren waar ze
zich bevinden en wat er van hen wordt verwacht. Dit draagt bij aan
gevoelens van psychologische veiligheid. De twaalf zintuigen bieden
met alle sensorische informatie inzicht in de totaalervaring: wat ervaren
we lichamelijk, hoe ervaren we de gevoelens en op welke wijze worden
we beïnvloed door ons denken. Juist in het kennis- en informatietijdperk
waarin we leven, heeft de manier van denken een grote invloed hoe
we omgevingen ervaren. Zo hebben we heel snel een mening over de
omgeving, wat onmiddellijk effect heeft op onze beleving. Om deze
reden ervaren we een knalroze wand in een meisjeskamer heel anders
dan diezelfde knalroze wand als we horen dat het een jongenskamer is.
We hebben namelijk geleerd dat in onze cultuur een link bestaat tussen
roze en meisjes (wat overigens drie eeuwen geleden niet het geval was,
toen jongetjes en mannen vaak roze broeken droegen).
Alle sensorische informatie die de basis vormt van de totale
belevingskwaliteit is in de tool vertaald aan de hand van een
beoordelingslijst met een aantal zorgvuldig geselecteerde adjectieven die:
3 4
1. Hortus Amsterdam: accenten in de levenszin met woorden als krachtig
en natuurlijk, de gezichtszin met licht en contrast, en de vormgevingszin
die aspecten als sprekendheid en functie doen ervaren. 2. Einsteintoren
Potsdam van Erich Mendelsohn: accenten in de tastzin door een gladde
en gesloten impressie, de levenszin door de krachtige uitstraling, de
evenwichtszin door de massiviteit en de identiteitszin door het authentieke
karakter. 3. Sony Center Berlijn van Murphy/Jahn Architects: accenten in de
levenszin door o.a. spiegelingen in het glas, de bewegingszin door keuzes
die je kan maken, de smaakzin met variatie in stijl en de symboolzin m.b.t.
mode en de moderne tijd. 4. De Rode Olifant Den Haag van de architecten
J.H. de Roos en W.F. Overeijnder: accenten in de evenwichtszin, stabiel en
recht, de smaakzin met woorden als netjes en gevarieerd, de symboolzin
met woorden als betekenisvol en de identiteitszin met indrukken als
authentiek en karaktervol.
Sturen
op
belevings kwaliteit
45 ArchitectuurNL
ONDERZOEK
44-45-46-47_belevingswaarde.indd 45 13-06-16 14:24