ArchitectuurNL 03 2017 – pag. 40

ArchitectuurNL 03 2017 – pag. 40

Door: | 29-04-2021

diens invloed direct herkennen in het landhuis.
‘Ik maak er geen geheim van dat ik naar Louis
Kahn’s Fisher, Korman en Esherick huizen heb
gekeken. Maar een gevaar dat ik zie, is dat men
mij nu gaat benaderen voor een Kahn-villa, een
bepaald product. Daarom is het nodig om de
gelaagdheid van de architectuur uit te leggen.’

Inspiratiebronnen
Hij haalt inspiratie uit de omvangrijke bundel
Americana, waarin schrijver Joost Zwagerman
talloze beschouwingen en andere teksten
over Amerikaanse literatuur, beeldende kunst
en populaire cultuur bijeenbracht. Het boek
vormt een soort canon en is tegelijk een
persoonlijke zoektocht naar Zwagerman’s
fascinaties en drijfveren als schrijver. De Vries,
die veel reist – hij maakte drie keer een tour
door de Verenigde Staten – verzamelde op
vergelijkbare wijze referenties voor zijn project.
Deze gelegenheid grijpt hij graag aan om het
ontwerp voor Landgoed Valkenberg verder
toe te lichten. ‘Er zitten veel meer lijnen in naar
de architectuurgeschiedenis, het omvat wel
degelijk een visie. Die wil hij graag ontvouwen
aan de hand van een kleine, persoonlijke
omzwerving door de architectuurgeschiedenis.

1: Maison Louis Carré, Bazoches-sur-Guyonne,
Frankrijk (1957-60). Architect: Alvar Aalto. ‘In
dit huis heb ik vooral gekeken naar de routes.
Hoe kom je aan, hoe stuur je iemands blik, hoe
laat je hem verder lopen of even pauzeren?
Aalto maakt de ruimte bij de voordeur kleiner
en lager, om je vervolgens te ontvangen in
een enorme hal. Van daaruit kijk je onder
het schuine dak weer terug naar buiten. De
precieze positie van de deur, de maat van de
planken, de aansluiting van de kolom op de
stenen vloer – over elk detail is nagedacht.
Het huis is bijna een kunstobject, de enige
persoonlijke noot in het gebouw zijn de
schilderijen aan de muur; het is gebouwd voor
een galeriehouder. Zo zie ik huizen niet. Ik wil
dat de bewoners er kunnen leven, en zelf hun
invulling aan de ruimtes geven.’ • Foto Ard de
Vries.

2: Casa de Chá da Boa Nova, Leça da
Palmeira, Portugal (1958-63). Architect: Alvaro
Siza. ‘Het is het eerste gebouw dat Siza – toen
pas 29 jaar – maakte. Het mooiste vind ik hoe
hij de sublieme kwaliteit van de plek aan de
kust in het ontwerp ‘vangt’. Siza kiest er bewust
voor om geen glazen doos te maken die het
landschap ‘onaangetast’ laat, maar licht de

verschillende facetten van het landschap in zijn
ontwerp uit: het tweeledige uitzicht op de zee
en het achterland, de rotsachtige ondergrond,
de traditionele witte huisjes in de omgeving.
Het gebouw heeft het landschap verrijkt, en
tegelijk de ervaring daarvan geïntensiveerd.’
• Foto Juan Rodriguez.

3: Church of the Light, Osaka, Japan (1989).
Architect: Tadao Ando. ‘Ik leerde Ando’s
Church of the Light pas kennen nadat iemand
zei: Landhuis Valkenberg lijkt daar op. De
overeenkomst zit ’m in het samengaan van
architectuur en omgeving, de lange muren die
uit het landschap oprijzen. Net als Ando maak
ik voor mijn ontwerp gebruik van geometrische
principes; het is volledig gebaseerd op het
vierkant. Ando is een meester in het scheppen
van specifieke ruimtes, elk met een andere
proportie en lichtval. Verstilde ruimtes zijn
het. Bij onze eerste ontmoeting nam mijn
opdrachtgever mij mee naar een kerkje; het
leek hem mooi om zo’n soort ruimte te maken.’
• Foto wikimedia.

4: Villa Müller, Praag (1930). Architect: Adolf
Loos. ‘Loos is een meester in het creëren
van ruimtelijke ‘scenes’. Haus Müller is
opgebouwd als een film, een aaneenschakeling
van verschillende interieurs: hal, keuken,
zitkamer, eetkamer, die door opstapjes en
niveauverschillen van elkaar gescheiden en
door middel van doorzichten en vides met
elkaar verbonden. Het is een heel filmisch huis,
je loopt van verhaal naar verhaal. Het bankje bij
de entree heb ik in mijn ontwerp verwerkt, bij
de deur van de bijkeuken. Het moet alleen nog
getimmerd worden.’ • Foto wikimedia.

5: Villa Rotonda, Vicenza, Italië (1592).
Architect: Andrea Palladio. ‘Sowieso kijk ik
veel naar het werk van Palladio. Vanwege
de geometrie, maar vooral ook vanwege de
manier waarop ruimtes elkaar opvolgen in zijn
gebouwen. Er zijn geen gangen. Essentieel aan
Villa Rotonda is verder dat je vanuit elke ruimte
zicht hebt op het landschap. Dat landschap
is gecultiveerd, het is aangelegd bij de villa.
Bij Landgoed Valkenberg hebben we het
andersom gedaan: het huis is midden in het
‘wilde’ landschap geplaatst.’ • Foto Quinok.

6: Fisher house, Pennsylvania
(1967). Architect: Louis Kahn. ‘Ik heb eindeloos
gestudeerd op de compositie van de gevels
van het landhuis, dat naar alle vier de zijden

een ander ‘gezicht’ heeft. Daarbij was het werk
van Kahn behulpzaam. Ik heb onder meer
onderzocht hoe hij het materiaal detailleert –
dat werkte niet overal even goed – en naar de
symmetrie van zijn gevels en de indeling van
de gevelopeningen. De onderverdeling in een
aantal kleinere ramen vind ik een verrijking
ten opzichte van een grote glazen gevel, niet
alleen wat betreft de compositie, maar ook
in het gebruik. Zo kun je bijvoorbeeld een
zitvensterbank maken.’ • Foto wikimedia.

7: Chion-in tempel en 8 Kenninji tempel,
Kyoto, Japan. ‘Dit voorjaar heb ik een reis
gemaakt door Japan, waar ik onder meer
een aantal tempels bezocht. Het is de
constructieve opbouw van de Japanse tempels
die ik interessant vind. Daarbij bepaalt de
vlakverdeling van wandschermen en tatami-
matten de maatvoering van het hele gebouw.
Het is een streng maatsysteem, maar juist
daardoor ontstaat de vrijheid om te variëren,
zonder dat de samenhang tussen de ruimtes in
het geding komt.’ • Foto’s Ard de Vries.

9: Eigen woonhuis Frank Lloyd Wright,
Chicago (1909). ‘De haard is het centrum in
alle huizen van Frank Lloyd Wright. Het is niet

1

40ArchitectuurNL Tekst Kirsten Hannema

38-39-40-41_arddevries.indd 40 12-06-17 15:58

Gerelateerd