Streek-
of StadS-
gebonden
inter-
ventieS, ik
ben er gek
op
De Volkskrant schreef onlangs over ‘De verdozing van Nederland’ waarmee bedoeld werd dat er
in rap tempo enorme smakeloze rechthoekige gebouwen op industrieterreinen langs snelwegen
verrijzen: de XXL-distributiecentra. Wat dát betreft is er helaas niets nieuws onder de zon;
gebouwen zonder kraak of smaak vind je overal, of zoals kunstenaar David Veldhoen het verderop
in dit blad zegt: ‘Als beeldend kunstenaar heb ik leren kijken en dat betekent dat ik kan genieten
van mooi vormgegeven gebouwen, maar ook dat vormgeving pijn aan m’n ogen en ziel kan doen.
Neem de bedrijventerreinen langs de snelweg. Als ik die zie, begrijp ik niet hoe zoveel lelijkheid
gebouwd kon worden.’
Lelijkheid is kennelijk van alle tijden, maar schoonheid gelukkig ook. Dan denk ik aan ontwerpen
die zich logisch voegen naar de omgeving waarin ze staan en die ook alleen maar ín de omgeving
passen waarin ze staan. Over een goed voorbeeld op dat vlak leest u in het artikel ‘Zoektocht
naar moderne ruïnes’ wat gaat over landschapsarchitect Hannah Schubert. Met haar project
‘Tweede Natuur’ wil ze niet alleen natuur meer ruimte geven, maar ook gefaalde gebouwen een
tweede kans geven. Daarnaast transformeert ze – soms nauwelijks gebruikte – openbare ruimte
in avontuurlijke speellandschappen. Streek- of stadsgebonden interventies…., ik ben er gek op.
Ze doen in elk geval veel meer voor mijn gevoel van welbevinden dan die inwisselbare anonieme
dozen op industrieterreinen.
En als het toch over beleving gaat dan is het uitvaartcentrum van architect Michiel Hofman minstens
zo interessant. Op de crematie van een van zijn beste vrienden viel het hem op hoe ongemakkelijk
een ceremonie voor familie en vrienden kan zijn. Die ervaring zette hem aan tot het ontwerp van
een uitvaartcentrum, waarin de gevoelens van de aanwezigen en de waarde van de overledene
volledig tot hun recht komen. Niet streekgebonden, maar emotioneel geladen en dus bezield.
Dat geldt ook voor de ontwerpen van Floris Wubben. Hij noemt het ontwerpproces een pure
lijdensweg en hij moet pijn lijden als een masochist. Ontwerper zijn is voor hem geen baan, maar
een levensstijl. Ontwerpen als pure opoffering. Klinkt romantisch – de lijdende kunstenaar – maar
voor Wubben is het serious business.
Werken vanuit eenzelfde soort passie geldt ook voor Elisabeth Boersma. Zij neemt Tabula Rasa
voor haar rekening, waarin ze schrijft dat sinds alom wordt bejubeld dat de crisis voorbij is, we met
z’n allen weer in onze gangbare patronen schieten. Het Blauwdruk-denken zit er kennelijk nog
steeds goed in en diverse organisaties schieten in hun oude rol. Dat moet anders, vindt ze, en in vijf
transitielessen legt zij uit hoe het ook anders kan. En dat is slechts een greep uit de inhoud van dit
blad. Ik wens u veel kijk- en leesplezier.
Peter de Winter
Hoofdredacteur ArchitectuurNL
Reageren? Mail naar [email protected]
beste lezer,
3 ArchitectuurNL
editorial
03_editorial.indd 3 11-06-18 15:50