Op de binnenplaats van het gerestaureerde
Predikherenklooster zit een select gezelschap
peinzend bijeen. Zij vertegenwoordigen diverse
Vlaamse en Nederlandse organisaties die
nauw betrokken waren bij de tot standkoming
van dit huzarenstukje. Mechthild Stuhlmacher
heeft hen net rondgeleid door het tot voor
kort ruïneuze 17e eeuwse klooster, dat
binnenkort zal heropenen voor publiek. Dan
is Mechelen, een stadje tussen Antwerpen
en Brussel met een grote hoeveelheid
kerken, een stadsbibliotheek rijker. De
leeszalen hebben een plek gekregen in de
voormalige kloostergangen. De nog aanwezige
muurbeschilderingen zijn gefi xeerd in de
staat waarin zij zijn aangetroff en. De meeste
boeken en leesruimtes zijn te vinden onder
het monumentale dak, dat nooit eerder publiek
toegankelijk was. Voor dat doel heeft het dak
een compleet nieuwe constructie gekregen.
Door alle programmaonderdelen in het klooster
onder te brengen, kan de aanpalende 18e
eeuwse kerk een multifunctionele ruimte
worden, die zoveel mogelijk leeg blijft – een
belangrijke wens van Stuhlmacher.
Historische gelaagdheid
De aanpak getuigt van een aanvaarding van
het gebouw in al zijn onvolmaaktheden. ‘We
hebben zoveel mogelijk gelaten zoals het
was, waarbij we steeds met open blik hebben
gekeken naar wat het gebouw te bieden had.
Niemand had durven hopen dat de originele
kleuren op de wanden zo goed behouden
zouden kunnen worden’, zegt Mechthild
Stuhlmacher. Tegelijkertijd zijn deze wanden
niet gereconstrueerd of gerestaureerd. Het
procedé is eerder een zo voorzichtig mogelijk
bevriezen in de staat waarin de wanden werden
aangetroff en. ‘De ruïneuze toestand toont een
duidelijk beeld van de historische gelaagdheid’,
stelt restauratie-architect Wouter Callebaut. ‘We
hebben gekozen voor maximaal behoud van de
originele materialen, op een wetenschappelijk
onderbouwde en weloverwogen manier. Het
is een van de eerste keren in België dat we
dat doen met een gebouw met een praktische
functie.’
Approximatieve benadering
Deze intuïtieve benadering is wat Dirk
de Meyer, professor Architectuur aan de
Universiteit van Gent, ‘het approximatieve’
noemt: het laveren tussen geschiedenislagen,
het telkens opnieuw afwegingen maken én
uitspraken doen, die zowel de geschiedenis
van het gebouw recht doen als de eisen aan
hedendaags gebruik. De approximatieve
benadering schuwt harde feiten zoals die
in bestekken, kernkwaliteitbepalingen en
aanbestedingsprocedures worden vastgelegd
en zoekt beschutting bij liefdevolle manipulatie,
ambiguïteit en beredeneerde enscenering.
Maarten Liefooghe, eveneens werkzaam bij
de Universiteit van Gent, noemt het resultaat
een ‘monumentaire’: een bewerking, een
conceptuele uitspraak van de ontwerper
over een gebouw. En zo analyseert het
gezelschap op de binnenplaats de ambivalente
tussenpositie waarin Stuhlmacher en Callebaut
zich bevonden bij aanvang van het project. Een
positie die hen beide uitstekend beviel, maar
hen desalniettemin voor enkele problemen
stelde.
Militair hospitaal
Het oorspronkelijke 17e eeuwse klooster,
een vierkant complex rondom een vierkante
binnenplaats (pandhof), werd eind 18e eeuw
gesloten door de Fransen. In de 19e eeuw
werd het een opvanghuis voor arme bejaarden
en daarna een militair hospitaal. Tussen 1814
en 1977 had het complex een militaire functie.
Het leger deed verschillende aanpassingen,
soms pragmatisch, soms uit esthetische
overwegingen, die nog altijd duidelijk zichtbaar
zijn in de gevels en vloeren. En hoewel klooster
en kerk in 1979 de monumentenstatus kregen,
duurde het tot 2014 voor de restauratie
voortvarend werd aangepakt door de stad
Mechelen. ‘Veertig jaar stond het leeg.
Verwaarlozing, zwam en regen veranderden
het binnen enkele decennia in een
ontzagwekkende ruïne’, vertelt Stuhlmacher. Al
die tijdlagen laten hun sporen na en vragen om
uitspraken.
Volledige opdracht aan architect
Korteknie Stuhlmacher/Callebaut Architecten
kozen voor een integrale aanpak, die ruimte
biedt voor eigen toevoegingen zonder het
gebouw te negeren. Het is een manier van
werken die in Vlaanderen gebruikelijker is dan
in Nederland. Niet alleen omdat de afstand
tussen de disciplines restauratie en nieuwbouw
kleiner is, maar ook omdat de zogeheten
‘volledige opdracht’, waarbij architecten
gedurende de hele periode voortdurend en met
mandaat op de bouw aanwezig zijn, veel vaker
voortkomt. ‘Die betrokkenheid is nodig om
mee te kunnen bewegen met de dynamiek en
onvoorspelbaarheid van het uitvoeringsproces
en met alle inzichten en ontdekkingen die
onderweg worden gedaan’, zegt Stuhlmacher.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
13
0 1 5 10
8
Begane grond
1 entree
2 receptie
3 boeken inleveren
4 pandgang
ontvangst
5 pandgang collectie
6 pandgang foyer
7 pandgang bar
8 pandhof
9 restaurant
10 keuken
11 blauwe zaal
12 sacristie
13 kerk/agora
10ArchitectuurNL
08-09-10-11-12-13_predikherenklooster.indd 10 09-08-19 12:17