ArchitectuurNL 05 2016 – pag. 44

ArchitectuurNL 05 2016 – pag. 44

Door: | 29-04-2021

Zoals zoveel dorpjes in de regio is ook Veghel gesticht op een punt waar
handelswegen samenkomen en in de nabijheid van een beek. In de
19e eeuw werd de Zuid-Willemsvaart gegraven waardoor het dorp kon
uitgroeien van typisch streekdorp tot een van de belangrijkste industriële
centra van Nederland. Veghel kreeg hierdoor niet alleen een agrarisch,
maar ook een industrieel en dus ondernemend karakter. Die aspecten
bracht Architekten Cie tot uitdrukking in het masterplan. Kernbegrippen
daarbij waren: cultuur, industrieel, creatief, dorps, food, ondernemend,
haven en recreatie.

Culturele honger
Voor de transformatie van het CHV-terrein in cultuurcluster, moesten de
inwoners van Veghel uitwijken naar omliggen steden als Den Bosch en
Eindhoven om hun culturele honger te stillen. Dat wilde Stefan van de
Ven veranderen. Als rechtgeaarde Veghelaar wilde hij de inwoners van
zijn dorp de mogelijkheid bieden om op fietsafstand van cultuur, een
goed glas drank en lekker eten te kunnen genieten.
In het Masterplan van de Cie staat te lezen dat door heel Europa de
culturele voorhoede zich rond verlaten havengebieden vestigt en er in
deze gebieden broedplaatsen ontstaan die werken als een magneet
voor de kapitaalkrachtige creatieve industrie. Gemeentelijke culturele (en
maatschappelijke) instellingen kunnen een kantelpunt in de ontwikkeling
van het gebied worden. Kon dat in Veghel ook?
Dat de Cie en Van de Ven cultureel gezien op de goede weg zitten,
blijkt ook uit een aardige aantekening in de marge van het Masterplan.
Saxofonist Candy Dulfer noteerde: ‘Wat mij betreft verdient Veghel een
fantastisch cultureel centrum. Enthousiasme, passie en voedingsbodem
genoeg. Ik steun de toekomst van CHV en mijn vader vindt dit ook.’ Daar
kan je mee thuiskomen.

Voorbeeldwerking
Maar er zijn meer plekken in Nederland waar bedrijventerreinen cultureel
getransformeerd worden. Wat maakt het CHV-terrein in Veghel zo
bijzonder dat er volgens Pi de Bruijn een voorbeeldwerking vanuit gaat
voor andere gebiedstransformaties?
‘Het is sowieso al bijzonder om middenin de crisis een terrein vol
bestaande bebouwing te willen transformeren tot cultuurcluster’, meent
De Bruijn. ‘Daarmee nam Van de Ven als ontwikkelaar/bouwer een enorm
risico. Maar wat de aanpak van dit gebied echt bijzonder maakt, is dat
hij begreep dat er voor een succesvolle transformatie een doorlooptijd
van 25 jaar nodig is die van te voren tot in detail is vastgelegd in een
stedenbouwkundig masterplan.’ De doorlooptijd die voor het CHV-
terrein nodig is, begint in de plannen van De Bruijn in 2010 en krijgt zijn
afronding in 2035. ‘Dat Van de Ven daarin meeging, vind ik getuigen van
grote klasse.’

Strakke regie door de Cie
Een medewerker van Architekten Cie is de afgelopen jaren twee dagen
per week op locatie geweest om als projectarchitect de transformatie
in goede banen te leiden. ‘Van de Ven is zeer gedreven en creatief
maar hij is geen architect’, stelt De Bruijn. ‘Er was af en toe een straffe
hand nodig om vanuit de visie waar we het samen over eens waren het
ontwerp te realiseren. De projectarchitect hield de regie strak in de hand.
Wat je op het CHV-terrein ziet, is dus wel degelijk het werk van de Cie.
En het aardige is dat Van de Ven ons weerwoord accepteerde. Maar het
blijft hoe dan ook een eigenzinnige man. Zo is hij nooit naar Amsterdam

gekomen. Hij verwachtte dat wij naar hem toekwamen en dat kan ik
eerlijk gezegd wel waarderen.’

Vier plattegronden
In het masterplan CHV-terrein Veghel worden de stappen tussen 2010
en 2035 opgedeeld in vier plattegronden die per tijdsperiode verder
worden ingevuld. De transformatie begon met plattegrond Nu (2010).
De bestaande gebouwen hadden vooral potentie. Alles moest nog
worden ingevuld. De tweede plattegrond De pioniers (2010 – 2015)
laat zien wat er in vijf jaar tijd tot stand gebracht is. De muziekschool
die ondergebracht is in een van de gebouwen vormt het begin van
het cultuurcluster. Een restaurant en het grand café geven het centrale
plein in deze situatie al een publiek karakter. De eerste ambachtelijke
en creatieve bedrijven strijken neer in het inmiddels getransformeerde
hoofdgebouw. De Noordkade aan de achterkant van het terrein wordt
openbaar gebied.
De derde plattegrond De identiteitsdragers (2015 – 2025) gaat weer
een stap verder. Het bestaande complex is stap voor stap ontdaan van
onnodige ballast. Op verschillende plekken valt een aantal gebouwen
voor de sloophamer en verder zijn op strategische plekken gevels,
daken en vloerdelen uit de gebouwen weggenomen en zijn voor licht en
luchtigheid slanke profielen gemonteerd. Forse ingrepen, maar nodig om
de donkere fabrieksgebouwen hun nieuwe bestemming te geven.

Food en cultuur
Wie over het terrein loopt, ziet dat het kantoor dat op de begane
grond vrijwel ongemoeid is gelaten. Het metselwerk is schoongemaakt
en de houten kozijnen zijn hersteld en opnieuw in de verf gezet. De
thema’s food en cultuur worden in deze periode afgerond. Een deel
ervan is al gerealiseerd in de vorm van verschillende ateliers voor
grafiek en beeldende kunst die in het getransformeerde complex zijn
ondergebracht.
De brede straat die dwars door het complex heenloopt, komt op het
kanaal uit. De kade is in stedenbouwkundig plan opgenomen als
openbare ruimte. Pal aan de kade liggen het café, de loods, de Foyer en
het Koekgebouw. De Wiebengaloods is als enig Rijksmonument van een
strakke nieuwe stuclaag voorzien.
Naast de loods ligt de ingang van de straat. De betonnen portalen laten
de sporen van de tijd overduidelijk zien. Ze zijn bewust niet aangeheeld,
maar in al hun ruwheid behouden als herinnering aan de veevoerindustrie
die ooit op deze plek zijn bestaan had.
Voorbij de straat ligt het voormalige koekgebouw. In het verleden
diende deze kolossale ruimte als opslagplaats voor veekoeken. Er zijn
vergevorderde plannen om er een theater van te maken. Overigens moet
‘straat’ in het geval van het CHV-terrein vrij letterlijk genomen worden.
Hij loopt dwars door het complex heen en is drie verdiepingen hoog. Om
de benodigde ruimte voor daglicht en loopbruggen te maken, zijn delen
van de betonconstructie weggebroken. In de straat zijn op verschillende
niveaus bruggen (met trappen) opgehangen. Ze zorgen voor de
verbinding van ruimtes en functies in de bestaande bebouwing. Er komt
nog een containerdorp met pop-up stores en galeries. Steigers met
aanlegplaatsen moeten de kade aantrekkelijk maken voor pleziervaart.

De voltooiing
De vierde plattegrond De voltooiing (2025-2035) laat de laatste fase
van de gebiedstransformatie zien. De oorspronkelijke lintbebouwing

44ArchitectuurNL

42-43-44-45_veghelpi.indd 44 10-10-16 15:48

Gerelateerd