ArchitectuurNL 05 2016 – pag. 65

ArchitectuurNL 05 2016 – pag. 65

Door: | 29-04-2021

vlaggetje

65 ArchitectuurNLTekst ?? Fotografie ??

Een kwetsbaarheid en afhankelijkheid die is ontstaan doordat praktisch
de hele wereld afhankelijk is van een de dominante positie van het
besturingssysteem van Microsoft. Deze softwaresystemen bestaan
uit honderden miljoenen regels en codes waardoor het praktisch
onmogelijk is om deze complexiteit te overzien. Los van het gegeven
van moedwillige sabotage, is het onvermijdelijk dat er in zo’n systeem
onvolkomenheden insluipen.

Ook in de inrichting van onze steden zien we tendensen die neigen
naar het ontstaan van monoculturen. De gemiddelde buitenwijk en
eengezinswoning laten zich moeiteloos definiëren als een monocultuur.
Reeds in 1961 schreef stadsactivist Jane Jacobs haar pleidooi tegen
de monofunctionele stad. Centraal in haar visie staat het functioneren
van de stad met al haar grillige menselijke interacties en niet de
juridische functiesplitsing van de stad in monofunctionele zones en
wijken. Natuurlijk is het verstandig om gevaarlijke en vuile industriële
activiteiten te scheiden van het wonen. Echter nu er een verschuiving
plaatsvindt van de industriële economie naar een diensteneconomie
en de maakindustrie kleinschalig en ‘smart’ wordt, is de scheiding van
wonen, werken en recreëren niet meer relevant en zelfs ongewenst. Met
mobiele data in de hand is in potentie ieder café en terras een werkplek.
Toch is het in de huidige wetgeving heel lastig om hybride vormen
tussen wonen, werken en recreëren te ontwikkelen. Daarnaast is het
hele financiële- en belastingstelsel hier niet op gericht.

Uit al deze voorbeelden blijkt dat men een monocultuur in theorie
eenvoudig kan bekritiseren, maar ook dat dit mechanisme taai is en
overal opduikt. Ons op winst gerichte denken en handelen is doordrenkt
van een logica die al snel tot monoculturen leidt. Architectuur is een
constructie van de menselijke capaciteit om te ordenen. Deze activiteit is
net als al onze kennis gerelateerd aan patroonherkenning. Of we het nu
hebben over rechtspraak, een wetenschappelijke proefopstelling of een
bestuurlijke bureaucratie, we deduceren (en reduceren) de complexe
werkelijkheid, classificeren dit en verwachten in gelijke omstandigheden
dezelfde uitkomsten. Aan de hand van de begrippen techniek en
compositie wil ik een kleine schets geven van de komende ontwikkeling
van architectuur en een strategie toelichten die mogelijkerwijs als
tegengif ingezet kan worden tegen monoculturen.

Techniek
De organisatie van een monocultuur, zoals een plantage, vertoont
een grote verwantschap met de rationele opzet van een industrieel
productieproces. Het doel van een productieproces is om met zo min
mogelijk energie het doel, het maken van een bepaald product, te
bereiken. Hiervoor wordt het proces opgeknipt in stukjes die bestaan uit
eenvoudige, eenduidige en repeteerbare handelingen naar voorbeeld
van de principes van de lopende band.

Vanuit historisch perspectief kan men constateren dat de ontwikkeling
van technologie haast synoniem is aan de ontwikkeling van cultuur.
Als product van het denken reflecteert techniek de mindsetting van
een cultuur. De mens ontwikkelt technologie en tegelijkertijd ontwikkelt
technologie de mens. Het één kan niet zonder het ander.
Een aantal jaren terug zijn twaalf innovatieve sectoren in kaart gebracht
die voor de huidige maatschappelijke en economische orde ontwrichtend
kunnen zijn. Deze ontwikkelingen zullen rond 2025 een economische

impact hebben met een jaarlijkse omzet tussen de 14 en 33 triljoen
dollar. Deze twaalf ‘next big things’ zijn in willekeurige volgorde: mobile
internet, automation of knowledge work, internet of things, cloud
technology, advanced robotics, autonomous and near autonomous
vehicles, next generation genomics, energy storage, 3D printing,
advanced materials, advanced oil and gas exploration and recovery en
renewable energy (noot 3).
Als we deze twaalf sectoren met elkaar vergelijken zien we dat allen
zijn doordrongen van informatietechnologie (van lerende machines
tot toepassingen van artificial life). Al deze ontwikkelingen bestaan bij
de gratie van de enorme toename van de
rekenkracht van computers. De productiekosten
van chips nemen enorm af en zullen rond
2025 vergelijkbaar zijn met een velletje papier.
Tegenwoordig heeft een gemiddelde IPhone
van 400 euro een chip met een rekenkracht
van 1 miljard calculaties per seconde. Deze
rekencapaciteit zal in de toekomst worden
ingebouwd in ieder essentieel onderdeel in onze
gebouwen en openbare ruimte. Ieder object
in onze leefomgeving in en buiten het huis zal
worden voorzien van chips en sensoren. En
al deze objecten zullen meten, informatie uitwisselen en controleren.
Muren, meubels, kleren, (wc-) brillen, pillen, luiers, ramen, spiegels,
lantarenpalen, hekwerken enzovoorts zullen ‘smart’ worden en grote
invloed uitoefenen op onze beleving en ons gedrag in de ruimte. De
‘Internet of Things’ wordt nu vooral toegepast in gebieden waar veiligheid
of zorg een grote rol spelen. In twee pilotwoningen voor de zorgwoning
in de toekomst die Archipelontwerpers in 2012 voor Het Dorp in Arnhem
ontwierp (samen 186 m2 groot), was 1 km bedrading nodig om ieder
onderdeel – van verlichting, ventilatie tot raam en sanitair – draadloos
aan te sturen via stem, touchscreen of oogregistratie. Dit was anno 2012
‘the state of the art’, en tegelijkertijd nog maar het prille begin.

Een aantal van deze twaalf toekomstige technologische ontwikkelingen
zullen zeker hun neerslag vinden in architectuur, productontwikkeling en
in onze stedenbouw. Denk vooral aan een nieuwe generatie materialen
die door Nanotechnologie superieure eigenschappen zullen hebben
(op het gebied van gewicht, sterkte en geleidingsvermogen), de
ontwikkelingen m.b.t. ‘smart cities, toepassingen van duurzame energie
(energie opwekkende gebouwen), sensortechnologie, veiligheid en de
3D printing. Techniek wordt steeds kleiner en minder zichtbaar, maar
haar invloed zal alleen maar toenemen. Kevin Kelly (medeoprichter van
Wired) vergelijkt de technologie in al zijn uitgebreidheid met een primitief
levend organisme met een eigen wil. Hij spreekt over het technium: een
zichzelf instant houdend systeem van creatie. “Een wereldwijd, cyclisch,
onderling verbonden netwerk van systemen, subsystemen, machines,
pijpleidingen, wegen, kabels, lopende banden, auto’s, servers, routers,
codes, rekenmachines, sensoren, archieven, reactoren, collectief
geheugen, elektriciteitscentrales”, allemaal onderling verbonden tot een
groot systeem. En net als met de bio-industrie vinden we dit niet leuk
en willen we dit helemaal niet weten, maar zijn we wel verslaafd aan dat
wat het voort zal brengen. Door deze technische ontwikkeling verandert
de leefruimte, zowel fysiek als virtueel in de ruimste zin van het woord
en hiermee ook het ‘materiaal’ en de context van de architect en zijn
speelruimte.

Foto’s linkerpagina: Boven de Dr. Lelykade in Scheveningen, met rechts de Luchtgebonden bouwen projecten Nautilus en IJsvis uit 2005, links de Havenmeester uit 2016.

Onder: De drie façades van de kerken aan Canale della Giudecca die Palladio tussen 1566 en 1580 in Venetië ontwierp. (San Giorgio Maggiore, Le Zittelle en Il Redentore).

De gevels zijn niet identiek, maar hebben wel een verwantschap in opbouw, kleur en materiaal. Vanuit het San Marcoplein vormen de drie kerken samen een stedelijk front.

64-65-66-67-68-69_tabularasa.indd 65 10-10-16 16:03

Gerelateerd