Mijn onderzoek Wihdatopia concentreert
zich op de stedelijke dimensie van
vluchtelingenkampen en de symbiotische
relatie die kamp en stad met elkaar kunnen
ontwikkelen, daarbij gebruikmakend van
het gereedschap en vocabulaire van een
stedenbouwkundige.
Dit onderzoek kijkt naar de stedelijke aspecten
van Amman New Camp, plaatselijk beter
bekend als vluchtelingenkamp Al-Wihdat, en
de ruimte en structuren die worden gecreëerd
tijdens het verkennen en ontwerpen van een
onderlinge verbondenheid met Amman, de
hoofdstad van Jordanië. Hiermee beoogt
Wihdatopia de redevoering die wordt gebruikt
in het debat over vluchtelingenkampen te
beïnvloeden van een discussie die draait rond
begrippen als tijdelijkheid en a¹ankelijkheid
naar één die deze nederzettingen begrijpt als
permanente proto-stedelijke woonmilieus.
Vluchtsteden een nieuwe realiteit
De vluchtelingencrisis van de 21e eeuw is een
stedelijk probleem. Het stereotype beeld van
tentenkampen in desolate en achtergestelde
gebieden vertelt niet langer het volledige
verhaal van het vluchtelingenvraagstuk. Steeds
vaker trekken mensen op de vlucht naar de
stad.
Er leven op het moment meer vluchtelingen
in steden dan in kampen. In tegenstelling
tot kampen bieden steden vluchtelingen
kansen en een uitzicht op een toekomst.
De open en verbonden eigenschappen van
het wonen in de stad bieden vrijheid
en anonimiteit en daarmee moraal en
levensperspectief. Dit in sterk contrast met de
geïnstitutionaliseerde en marginaliserende
leefomstandigheden in een vluchtelingenkamp.
Een meerderheid van de mensheid woont in
de stad en steeds vaker dan ons lief is zijn juist
deze plekken het toneel van oorlog en geweld.
Daarmee groeit de gedwongen migratie naar
urbane gebieden explosief, want bewoners
van steden in conflict vluchten van nature
naar stedelijke gebieden. Door deze tendens
verplaatst het humanitaire probleem en de
huisvestingsopgave zich van niemandsland
naar de bestaande stedelijke leefomgeving.
Hoe gaan we om met deze nieuwe realiteit?
Terwijl Europa haar grenzen sluit, ontwikkelt
zich door de gedwongen migratie van mensen
in conflictgebieden een nieuw fenomeen;
‘vluchtsteden’. Steden in onstabiele regio’s
waar het inwonersaantal door oorlog en
geweld toeneemt met ongekend hoge cijfers,
in extreme gevallen verdubbelt het aantal
stedelingen zich per jaar.
Zonder hulpverlening zijn deze steden aan
hun lot overgelaten. Het wordt tijd dat we niet
langer wegkijken want deze locaties zijn niet
alleen de broeinesten van mogelijk conflict
en geweld, maar ook de woonbuurten waar
de overgang van armoede naar middenklasse
plaatsvindt, waar de volgende generatie
kinderen opgroeit, dromen uitkomen,
vriendschappen worden gesloten en nieuwe
coalities en regeringen worden gesmeed.
Het verschil tussen beide hangt af van onze
kennis, vermogen en bereidheid om in deze
steden te investeren. Het is daarom van
belang om in een tijd waarin de eectiviteit
en basisdoelstelling van buitenlandse
hulpverlening onderdeel zijn geworden van
een welverdiend scepticisme, te verkennen
en erkennen dat juist deze stedelijke ruimte
in transitie kansen en oplossingen aandragen
voor het vluchtelingenvraagstuk.
Een uitzondering op een standaard
Invloedrijke literaire geschriften benadrukken
in zijn algemeenheid de tekortkomingen en
uitzonderingspositie van vluchtelingenkampen.
Kamp en stad zijn vaak met elkaar vergeleken.
Waar de stad de normaliteit vertegenwoordigd,
wordt het kamp afgeschilderd als de plek
van verharde nationale identiteiten en
ideologieën of, omgekeerd, als een plaats van
opsluiting voor geopolitieke slachtoers. Deze
vooringenomen stelling kan ertoe leiden dat de
ingewikkelde sociale relaties die vluchtelingen
met de stad kunnen ontwikkelen, over het
hoofd worden gezien. Als we de complexiteit
van vluchtelingenkampen beter willen leren
begrijpen, moeten we niet de verschillen
benadrukken maar op zoek gaan naar de
overeenkomsten tussen kamp en stad. Sterker
nog, de discussie moet zich niet beperken tot
de definitie van vluchtelingenkampen in termen
van nabijheid en openheid, maar bepleiten
hoe deze dimensies uiteindelijk met elkaar
verbonden kunnen zijn.
Al-Wihdat is een goede plek om deze
dubbelzinnige relatie tussen kamp en stad te
onderzoeken. Dit Palestijnse vluchtelingenkamp
in de Jordaanse hoofdstad Amman, is ontstaan
in de nasleep van de Arabisch-Israëlische
Oorlog na de ona¹ankelijkheidsverklaring van
Israël in 1948. Meer dan zestig jaar naar dato is
deze hoog-stedelijke nederzetting, gelegen in
het centrum van de stad, nog steeds a¹ankelijk
van en wordt het bestuurd door internationale
hulpinstanties. Welke lessen kunnen we leren
van dit stedelijk vluchtelingenkamp? Als de
201620162016
MASTER AMONG MASTERS
49 ArchitectuurNL
48-49-50-51_master.indd 49 16-10-18 08:18