ArchitectuurNL 06 2016 – pag. 43

ArchitectuurNL 06 2016 – pag. 43

Door: | 29-04-2021

ConCurrentie
tussen de

kleinere
bureaus is
moordend.
Honoraria

staan
Hierdoor

onder druk.

De waarde van design
Gaat het slecht in de architectuur? Uit de recente conjunctuurpeiling van de BNA (november 2016)
blijkt dat één op de vijf architectenbureaus in financiële nood verkeert. Dit terwijl het in de bouw
alweer een tijdje goed gaat en tijdens de crisis de branche al met meer dan 50% gekrompen is.

Bijna de helft van de bureaus verwacht voor 2017 een stijging van de omzet en het aantal
opdrachten. Met de grote bureaus (20+ werknemers) gaat het kennelijk goed. Grote bureaus
hebben gemiddeld een ruim tweemaal zo grote werkvoorraad (8,9 maanden) dan kleine bureaus
(1-5 werknemers, 4,1 maanden). De concurrentie is dan ook moordend tussen de kleinere bureaus.
Het resultaat is dat voor ontwerp minder goed wordt betaald. Het honorarium staat onder druk. Het
echte designwerk wordt minder op waarde geschat. En dat is niet het enige. Ook het aantal uren
dat een project nodig heeft om tot een goed ontwerp te kunnen komen, wordt minder geschat.
Wellicht heeft dit te maken met het feit dat de groei voornamelijk van particuliere opdrachtgevers
komt. Deze hebben over het algemeen minder te besteden.

Ik moest denken aan een lezing die ik vorige week gaf voor ontwerpers van interieurproducten.
Ook daar is het sappelen voor de kleinere minder bekende ontwerpers. Sta je nog maar aan
het begin van de ladder dan word je door de opdrachtgever min of meer uitgeknepen. Een laag
honorarium en alle rechten overdragen. Dat is het geluid dat ik hoorde. Altijd soebatten over het
aantal uren dat je in rekening mag brengen en over de hoogte van tarieven. Legt de ontwerper de
algemene voorwaarden van de beroepsorganisatie voor, dan veegt de opdrachtgever deze van
tafel.
Dat hoort bij het systeem van vraag en aanbod. Maar het is ook iets dat men laat gebeuren.
Kijkende naar architecten dan heb ik de indruk dat daar de voorwaarden van de BNA (DNR) nog
wel geaccepteerd worden door opdrachtgevers. Maar misschien heb ik het mis. Wie de grootste
onderhandelingsmacht heeft wint. En als je als architect het werk hard nodig hebt, ben je bereid om
diep te gaan.

Bij exploitatieovereenkomsten, waarbij auteursrechtelijk beschermd werk commercieel
geëxploiteerd wordt, zoals licentieovereenkomsten, is in de Auteurswet extra bescherming
opgenomen tegen ‘uitbuiting’ van auteurs en tegen ‘wurgcontracten’. Dit omdat de auteur vaak de
zwakkere partij is. Zo heeft de auteur recht op een billijke vergoeding. Architectenovereenkomsten
zijn meestal geen exploitatieovereenkomsten, maar het kan wel. Denkbaar is bijvoorbeeld dat een
woning wordt ontworpen, die door een projectontwikkelaar op meerdere plaatsen gebouwd gaat
worden. Het betreft dan geen eenmalig gebouw dat voor een eindafnemer wordt ontworpen. In
zo’n geval heeft de architect de steun van de wet.

Vermoedelijk zullen er nog meer architectenbureaus verdwijnen in de nabije toekomst. De
huidige situatie stemt in elk geval niet tot optimisme. Ik hoop dat deze ontwikkeling met zich mee
zal brengen dat de architecten die overblijven, zullen staan voor hun rechten en een redelijk
honorarium kunnen vragen én krijgen. Met als gevolg dat design weer echt op waarde wordt
geschat.

RECHT VOLGENS RUBY

43 ArchitectuurNLTekst Ruby Nefkens, advocaat intellectueel eigendom, ICT, design, architectuur, kunst, media

43_ruby.indd 43 29-11-16 14:28

Gerelateerd