Architect Liong Lie bewoont samen met zijn
gezin een loft in voormalig pakhuis De Herder
aan de St-Jobshaven in Rotterdam (ontworpen
door architect PH.P. Kanters in 1941-1947,
verbouwd tot kantoren en wooneenheden in
1999 door E. Bakema). Hij kocht de ruimte 18
jaar geleden als casco. De schil was door een
projectontwikkelaar al aangepakt (2). Wat Liong
Lie kocht, was een open ruimte van 10 bij 5
meter en ruim vijf meter hoog. De ene kant
bood zicht op het water van de oude haven, de
voordeur komt uit op de binnenplaats.
Op de begane grond telt de woning drie
slaapkamers, een douche en toilet en een
stilteruimte met Tatamimatten (12). Ook is er een
plek gereserveerd voor de Ofuro, een Japans
zitbad van hout. Pal ernaast staat een palm (6).
‘Een soort binnentuintje’, duidt Liong Lie. ‘Dat
was van meet af aan het idee: In de binnenstad
van Rotterdam in een Ofuro onder een
palmboom kunnen zitten. Een mengeling van
6
5
3 4
hoofdstedelijke drukte en weldadige stilte. East meets West. Dat is dan ook de thematiek die ik aan
de begane grond heb meegegeven. Aziatisch: Oosterse beleving, informeel, meer natuurlijk. Je ziet
dat terug in de houten vlonders, het grind, de boom. Maar ook in de eenvoud van de detaillering.
Het houten schuifslot op de wc-deur (5) is daar een goed voorbeeld van. Simpel in zijn vormgeving,
maar functioneel.’
De woonkamer is meer loftachtig gehouden. Het is één grote open ruimte met lange zichtlijnen
(1). De betonstructuur van het pakhuis is nadrukkelijk in het zicht gelaten. Over het beton was
ooit een stuclaag aangebracht. Liong Lie ontdekte dat als je die wegbikt, er een prachtig soort
schorsachtige structuur tevoorschijn kwam. Die ruwe aanblik liet hij in het zicht omdat het de ruimte
veel meer karakter geeft, dan wanneer je het beton strak afwerkt.
Aan de ene kant is gebruik gemaakt van het zicht op de haven (11), aan de andere kant zijn door de
lay-out van de vaste meubels, verschillende
plekken gecreëerd; een eetplek, een
zitplek en een plek om te studeren (1).
Doordat de kasten variëren in hoogte van
90 tot 120 centimeter blijven de zichtlijnen
door de ruimte behouden, maar is er toch
voldoende privacy.’ (7)
Wat bij binnenkomst door de voordeur
direct opvalt, is de wand aan de linkerkant
van de trap, bekleed met vilt in de bruinig/
grijze tinten van de betonstructuur (3 en 4).
Maar schijn bedriegt. De wand herbergt 10
meter kastruimte en is bekleed met vilt om
de akoestiek in de loft te verbeteren.
THUIS BIJ
70-71-72-73_thuisbijlionglie.indd 71 29-11-16 14:35