De rol van de architect betwist:
Afrika als uitgangspunt.
De wijze waarop architecten omgaan met
de capaciteiten van gebruikers en de
karakteristieken van een bepaalde plek,
staat centraal in het onderzoek van Michiel
Smits. Welke relatie hebben de gebouwen
die door architecten zijn ontworpen tot het
leven van de bewoners? Bieden architecten
mogelijkheden voor verschillende leefstijlen?
En kunnen gebruikers zelf sleutelen aan de
gebouwde omgeving waarin ze wonen, werken
en ontspannen? Deze kwesties spelen niet
enkel een belangrijke rol in het onderzoek
van Smits, maar ook in het hedendaagse
architectuurdebat in Nederland.
De vragen lijken enkel aan belang te winnen als
we kijken naar de vele projecten die westerse
ontwerpers bedenken voor Afrika. Vaak met
de beste bedoelingen, gaan architecten
en stedenbouwkundigen aan de slag en
ontwikkelen ze shelters, woningen en scholen
voor lokale gemeenschappen. Michiel Smits
stelt in zijn onderzoek een gedurfde, maar ook
zeer centrale vraag: in hoeverre helpen ze
daar de lokale bevolking mee? En stellen de
interventies van architecten de bewoners niet
voor nieuwe dilemma’s en zelfs problemen?
Smits heeft in zijn onderzoek ontdekt dat
westerse architecten die in Afrika werken nog
heel vaak vertrekken vanuit denkkaders die in
Europa en Noord-Amerika zijn ontwikkeld. De
vormen van ruimten, maar ook de materialen en
de constructiemethoden die ze voorstellen zijn
nog al te vaak gebaseerd op de voorbeelden
die ze kennen uit hun thuissituatie. Vaak
grijpen westerse architecten naar bekende
benaderingen omdat die hen in staat stellen om
snel en effectief te werken. Ze veronderstellen
dan dat die andere materialen en bouwwijzen
slechts enkele kleine aanpassingen van de
bouwers en bewoners in Afrika vergen, maar
niets is minder waar.
Uit het onderzoek van Michiel Smits
wordt duidelijk dat de initiële keuzes van
architecten langdurige effecten hebben op
hoe gebouwen het lokale klimaat doorstaan
of hoe ze generaties lang kunnen worden
bewoond. Het belangrijkste inzicht is wel
dat deze keuzes lokale bewoners voor de
lange termijn afhankelijk maken van westerse
architecten, bouwers en materiaalproducenten.
Deze westerse experts bezitten immers alle
kennis waarmee de gebouwde omgeving
van de lokale Afrikaanse gemeenschappen
is opgebouwd, inclusief de kennis om de
gebouwen te herstellen, uit te breiden, te
renoveren of onderhouden. Het resultaat is dat
de lokale gemeenschappen zelf deze kennis
ontberen.
Dat was ooit anders, want vele Afrikaanse
gemeenschappen waren zelfvoorzienend
voor hun gebouwde omgeving: het plannen,
bouwen en onderhouden van de woningen
en collectieve gebouwen was een zaak van
de gemeenschap die werkte met lokale
materialen en vakmanschap. De hoofdvraag
in het werk van Michiel Smits is dan ook hoe
architecten benaderingen kunnen ontwikkelen
die juist de kunde van de lokale bewoners en
de karakteristieken van een bepaalde plek
benutten. Met deze vraag naar de mate waarin
een gebouw zich dient te verhouden tot de
aanwezige materialen en vakmanschap, en
in hoeverre het daar onafhankelijk van kan
zijn, raakt Smits aan een van de fundamentele
paradoxen van de hedendaagse architectuur.
Het is opvallend dat werken in Afrika deze
vraag op scherp stelt en er wellicht ook zinnige
antwoorden op biedt.
Prof. dr. ir. Tom Avermaete, hoogleraar TU Delft,
afdeling Architectuur, promotor Michiel Smits.
Waarde PhD-onderzoek in praktijk
Michiel Smits onderneemt actie op zeer
urgente problemen met betrekking tot
de zelfredzaamheid van mensen in een
problematische situatie. Een actie die
praktijkgericht is, die kan omgaan met de
vele variabelen in de praktijk, maar tevens
wetenschappelijk onderbouwd is. Het toont aan
dat promotieonderzoeken naar het werkbare
maatschappelijke effect in real-live-situaties
op wetenschappelijke wijze kunnen worden
uitgevoerd. Dit levert ook bruikbare inzichten
op voor het praktijkgericht onderzoek vanuit
een HBO-situatie. Situaties waarin onze
studenten een maatschappelijke bijdrage
kunnen leveren, op een onderzoekende manier
die tevens aantoonbaar is. Daarnaast geeft zijn
onderzoek meer inzicht in wat er nodig is qua
onderzoeksopzet en -methodes, competenties
van de docentonderzoeker, de studenten en
actoren uit het werkveld.
Dr. ir. Emile Quanjel, lector Avans Hogeschool
en copromotor van Michiel Smits.
11 1210
39 ArchitectuurNL
34-35-36-37-38-39_michielsmits.indd 39 28-11-17 11:30