Van schets tot
meesterwerk
Een tentoonstellingsconcept bedenken, voelt voor hem
helemaal niet als vreemdgaan. Hij is ontwerper en een
programma van eisen vertalen, dat hoort bij zijn vak. Wel
benaderde hij de materie vanuit een architectonisch
perspectief. De tentoonstelling ‘Pure Rubens’ waarvoor
Ard de Vries het concept bedacht, ziet er naar zijn zeggen
daardoor ongetwijfeld anders uit dan wanneer de opdracht
aan een industrieel ontwerper vergeven zou zijn.
‘Ik heb niks met Rubens, maar nu ik de
tentoonstelling gezien heb, ben ik daar toch
anders over gaan denken’, is volgens Ard de
Vries een van de meest gehoorde reacties
van bezoekers van de tentoonstelling ‘Pure
Rubens ‘ in Museum Boijmans Van Beuningen
in Rotterdam. De tentoonstelling kreeg in NRC,
Trouw en De Standaard zelfs vijf sterren.
‘En dat vind ik best een mooi compliment
voor de tentoonstelling’, zegt De Vries. ‘Wat ik
gedaan heb, is een tentoonstelling vormgeven
die zich ondergeschikt gedraagt ten opzichte
van de kunstwerken, maar wel probeert het
verhaal van de kunst en van conservator Friso
Lammertse te vertellen.’ Volgens Lammertse
lukte Rubens werkelijk alles. En dat is volgens
hem in zijn olieverfschetsen goed te zien. Ze
tonen zijn werkwijze en zijn enorme plezier in
het schilderen. ‘Mijn opdracht was om in de
monumentale Bodonzaal (1.500 m2) dat verhaal
aan de hand van een serie kunstwerken van
Rubens duidelijk te maken.’
Ervaring van grote schoonheid
Ard de Vries kreeg de opdracht voor het
tentoonstellingsconcept door een wonderlijk
toeval in de schoot geworpen. Titus, de
zoon van conservator Friso Lammertse, is als
architect afgestudeerd en hij kende het werk
van De Vries. ‘Kennelijk heeft hij een goed
woordje voor me gedaan want ik kreeg op een
gegeven moment een telefoontje of ik langs
wilde komen en of ik binnen twee weken iets
wilde laten zien. Ik had het reuze druk, maar
vond het idee zo interessant dat ik er toch mee
aan de slag ging.’
Ter voorbereiding op de tentoonstelling
lieten Friso Lammertse en Alejandro Vergara
(conservator Vlaamse en Noord-Europese
schilderkunst van het Museo Nacional del Prado)
Ard de Vries rondlopen door het Prado in Madrid
zonder bezoekers. Dat was voor hem een
ervaring van grote schoonheid. ‘Beide mannen
weten zo ontzettend veel van schoonheid en de
verhalen erachter. Ik kon zo als het ware door
hun ogen naar de kunstwerken kijken.’
Zij vertelden hem op indringende wijze wat
het belang was van die olieverfschetsen.
Belangrijke input want tot voor kort wist
architect De Vries weinig over het belang
van de olieverfschetsen voor het werk van
Peter Paul Rubens die in de tentoonstelling
centraal staan. ‘Die schetsjes zijn gemiddeld
30 centimeter breed, terwijl het uiteindelijke
kunstwerk dat ernaar gemaakt werd vaak meer
dan drie meter breed is.’
Eerste gedachte
Het belang van de schetsjes, weet De Vries, is
dat ze de originele eerste gedachte van Rubens
zijn. De hand van de meester zogezegd want
het uiteindelijke schilderij liet de schilder door
zijn leerlingen in zijn atelier uitwerken. ‘De
vraag was hoe ik als architect die werkwijze en
het belang van de oorspronkelijke gedachte –
van schets tot schilderij – in de tentoonstelling
tot uitdrukking zou gaan brengen. Zonder
mijzelf met Rubens te willen vergelijken, ligt
daar toch de link met mijn vak: het ontwerp
begint vaak met een idee door middel van een
schets op papier of maquette en eindigt in het
uiteindelijke gebouw. Rubens had alleen een
atelier vol leerlingen die van zijn schetsen een
kunstwerk maakten. Die luxe heb ik helaas niet.’
Drie objecten
De Bodonzaal in het Boijmans is een
monumentale ruimte van 1.500 vierkante meter
met een prachtig plafond. De Vries heeft er
op een as over het midden van de zaal drie
objecten op zo’n manier neergezet dat ze het
verhaal ondersteunen dat Friso Lammertse
in zijn hoofd had. Lammertse wil duidelijk
maken hoe Rubens zijn werken doorgaans
voorbereidde met een schets van olieverf op
Vreemdgaan
6ArchitectuurNL
06-07-08_arddevries.indd 6 26-11-18 12:17