ArchitectuurNL 06 2018 – pag. 61

ArchitectuurNL 06 2018 – pag. 61

Door: | 29-04-2021

Architect en ontwerper Arne Jacobsen (1902-71)
studeerde in 1927 af aan de Koninklijke Deense
kunstacademie. Zijn doorbraak als architect
kwam in 1929 met het winnende ontwerp voor
de wedstrijd van het Huis van de Toekomst.
Kenners beschouwen dit gebouw als de
introductie van moderne architectuur op Deens
grondgebied.
Vanaf 1950 ontwerpt Jacobsen (ook) meubels,
die toonaangevend waren in hun tijd, gewild
zijn op hedendaagse veilingen en bovendien
nog steeds worden geproduceerd. Zijn eerste
succes boekte hij in 1952 met de stoel ‘de Mier’.
De Mier werd opgevolgd door de stoelen
de Zwaan en het Ei, inmiddels klassiekers.
Oorspronkelijk waren ze bedoeld voor het
door Jacobsens ontworpen SAS Hotel in
Kopenhagen. Kort nadat Arne Jacobsen in
1961 de wedstrijd won voor zijn ontwerp voor
de Nationale Bank van Denemarken nam de
eigenaar van VOLA A/S, Verner Overgaard,
contact met hem op.

Nieuw concept
Hij was zeer onder de indruk van het talent
van de jonge Deens ontwerper en zocht
samenwerking. Overgaard had een idee voor
een nieuw type kraan. Hij wilde alle technische
delen in sleuven in de muur wegwerken zodat
alleen de knoppen en uitloop zichtbaar waren.
Toentertijd een compleet nieuw concept.
Jacobsen realiseerde zich dat dit idee goed
aansloot op zijn eigen opvattingen over
functionele vormgeving.

Met dit principe in het achterhoofd ging
Jacobsen aan de slag. In 1968 ontwierp hij de
mengkraan 111 voor de Nationale Bank van
Denemarken. Meer dan 45 jaar later is het
tijdloze ontwerp nog steeds in productie. Sinds
die tijd zijn de kranen en douches van VOLA
toegepast in toonaangevende gebouwen over
de hele wereld waaronder het ARoS Aarhus
Kunstmuseum, BMW Welt in München, het
Festspielhaus St. Pölten en het Old Treasury
Hotel in het centrum van Perth. In Nederland
werd VOLA voorgeschreven in gebouwen als
het Stedelijk Museum, Museum MORE en het
Mauritshuis.
Na zijn afstuderen aan de Koninklijke Deense
Kunstacademie (Kopenhagen) in 1966 kwam
Teit Weylandt in dienst bij Arne Jacobsen. Hij
werkte er van 1966 tot 1971. Bij het overlijden
van Arne Jacobsen in 1971 werd diens kantoor
voortgezet door Dissing + Weitling en in 1985
werd Weylandt partner van dit nog altijd
gerenommeerde architectenbureau. Sinds
1971 werkte hij met Carsten Overgaard samen
om voor VOLA een aantal nieuwe producten
te ontwikkelen. In 2005 ontwierp Weylandt
de VOLA 050 hoofddouche. Overigens zijn er
designliefhebbers die voor VOLA-ontwerpen
sparen en ze verzamelen. Wat dat betreft heeft
ontwerper van het eerste uur Arne Jacobsen
goed werk geleverd.

Dochteronderneming
VOLA was vanaf 1970 tot 1999 in Nederland
verkrijgbaar via een importeur. Sinds 1999

wordt VOLA in Nederland geïmporteerd en
gedistribueerd door VOLA Nederland BV,
een zelfstandige dochteronderneming van de
Deense VOLA holding. Het assortiment bevindt
zich wat de prijs betreft in het topsegment
en is verkrijgbaar via geselecteerde sanitair
speciaalzaken in heel Nederland. Zo’n 80%
van het assortiment vindt zijn weg naar de
markt voor particulieren. Zo’n 20% komt op
voorspraak van architecten terecht bij de
zakelijke markt.
Alle sanitaire componenten worden in
Denemarken door VOLA A/S gefabriceerd.
Volgens het bedrijf een schoolvoorbeeld van
Scandinavisch vakmanschap in combinatie met
de nieuwste technologieën. De verschillende
onderdelen van VOLA-sanitair zijn modulair en
altijd afgeleid van cilindrische vormen of staven
en staan haaks op elkaar.
Ze worden gemaakt uit massieve schuiven
roetsvrijstaal of messing. Bij de productie
van een messing douchekop bijvoorbeeld
wordt een massieve schijf van 10 tot 12 kilo
nauwkeurig verspaand. Aan het eind van de
productie blijft slechts 10 procent van het
oorspronkelijke materiaal over. VOLA kiest
voor deze arbeidsintensieve productiewijze
omdat de haakse hoeken die kenmerkend zijn
voor de verschillende ontwerpen niet met een
giet- of stanstechniek gerealiseerd kunnen
worden. Overigens wordt er geen spaan van
het materiaal verspild. Alle het messing en
roestvrijstaal wordt hergebruikt.

4 en 5. De VOLA-producten worden gemaakt uit massieve schijven roetsvrijstaal of messing. Bij de productie van een douchekop bijvoorbeeld wordt een
massieve schijf van 10 tot 12 kilo nauwkeurig verspaand. Aan het eind van het productieproces blijft slechts 10 procent van het oorspronkelijke materiaal
over. 6. In 2005 ontwierp Teit Weylandt de VOLA 050 hoofddouche

654

SANITAIR DESIGN

61 ArchitectuurNL

60-61-62-63_sanitairdesign.indd 61 26-11-18 15:16

Gerelateerd