Achter het station in Tilburg is een voormalige locomotiefwerkplaats getransformeerd tot de nieuwe bibliotheek, naar ontwerp van CIVIC Architects, Braaksma & Roos architecten, Inside Outside en Arup. Vanaf het moment dat de deuren van de LocHal begin 2019 openden zit het tjokvol, met studenten, kinderen, senioren, scholieren, congresgangers. Dat de ontwerpers de hal open hebben weten te houden is dé grote prestatie van dit project. Gigantische gordijnen maken het mogelijk ruimtes tijdelijk af te kunnen schermen, heel praktisch met zo veel verschillende gebruikers en activiteiten.
Bibliotheek
Wat maakt een goede bibliotheek? Moet je dat meten aan het aantal bezoekers, de hoeveelheid uitgeleende boeken, of kun je beter kijken naar de – positieve – posts op social media? Architect Ingrid van der Heijden van CIVIC Architects, dat samen met Braaksma & Roos architecten, Inside Outside en Arup de nieuwe bibliotheek van Tilburg ontwierp, gevestigd in de voormalige locomotiefhal achter het station, stelde zichzelf een specifiek doel: het project zou geslaagd zijn op het moment dat er weer bruidsparen zouden komen; het leegstaande pand uit 1932, een industriële kathedraal van (draad)glas en staal, was voor de verbouwing een geliefde locatie voor trouwfotografie.
Het zegt veel over de rol van de bibliotheek anno 2019: die is veel meer dan een bewaarplaats voor boeken, wat het oudGriekse woord letterlijk betekent. Papieren boeken worden immers steeds minder gelezen, en cd’s en dvd’s zijn dankzij diensten als YouTube, Netflix en Spotify min of meer overbodig geworden. Informatie over wat dan ook kun je tegenwoordig op internet opzoeken, wat de vraag oproept waarom je überhaupt nog naar de bieb zou gaan. Tegelijk zorgt de voortschrijdende digitalisering, samen met de ontkerkelijking, voor een gemis aan fysieke ontmoetingsplekken.
LocHal
Steeds meer kerken en publieke gebouwen – postkantoren, stadskantoren, warenhuizen – sluiten hun deuren, maar ook gewone kantoren krimpen in door het groeiende aantal flex- en thuiswerkers. Steeds meer van onze tijd brengen we door in de eindeloos uitdijende digitale wereld; we worden 24 uur per dag overspoeld door apps, beelden en nieuwsberichten, waarbij de vraag is wat waar is en wat niet, hoe we dit alles moeten duiden, en of we ooit nog een moment van werkelijke rust terugvinden. Zo bezien is de bibliotheek relevanter dan ooit: als kerk, kenniscentrum en stadsforum. De gemeente Tilburg heeft dat goed begrepen. Ze besloot om de verstofte bibliotheek aan het Koningsplein niet op te doeken, maar juist uit te breiden met de kunstuitleen, co-werkplekken, een leescafé en een restaurant, en deze in het hart van de spoorzone te plaatsen, het voormalige rangeerterrein ten noorden van het spoor, dat herontwikkeld wordt tot een nieuw stuk stad. Het blijkt een meesterzet: de LocHal, zoals het gebouw voortaan heet, zit vanaf het moment dat de deuren begin dit jaar open gingen tjokvol, met studenten, kinderen, senioren, scholieren, congresgangers. Ze komen er om te studeren, spelen en werken, voor een krantje met een kop koffie, om mee te doen aan workshops en tentoonstellingen te bekijken, al kun je er ook gewoon in een luie stoel neerploffen om te genieten van de grandioze ruimte.
Stad gebouwd rond tribunetrap
Onder de dubbele kap boven de kraanbaan met de twee kranen, waaraan vroeger locomotieven hingen, hebben de architecten een kleine stad gebouwd rond een gigantische tribunetrap, die associaties op roept met het Piazza di Spagna in Rome. Vanaf het leescafé op de begane grond loop je over de brede zittreden, met aan weerszijden de vloeren met de boekenkasten, langs de werkruimtes van Seats2meet helemaal naar boven, waar je rustige studieruimtes vindt rond de hangende tuin in het midden. Kers op de taart is het glazen stadsbalkon dat de architecten aan de voorgevel toevoegden, van waaruit je rondom uitkijkt over het spoor en de binnenstad. Maar het mooiste is de weldadige leegte die dit gebouw biedt, in een stad en een levenssfeer die steeds voller wordt. Die kwaliteit lijkt evident – de lege hal stond er immers al – maar is dat niet. Want aanvankelijk was de gemeente van plan om het gebouw te slopen, samen met de andere bestaande panden in de spoorzone, en er nieuwbouw te realiseren. ‘Gelukkig’ sloeg in 2008 de economische crisis toe, waardoor dat plan onhaalbaar werd, en de industriële gebouwen een tweede leven werd gegund.
Tilburg stad van sloop en nieuwbouwoperaties
Het is een belangrijke stap voor Tilburg, dat een verleden kent van grootschalige sloop-nieuwbouwoperaties die enorme littekens in de stad hebben achtergelaten. De afgelopen jaren werden de mogelijkheden van bestaande gebouwen en gebieden herontdekt, zoals de oude binnenhaven, waar CIVIC architects eerder een horecapaviljoen met een publiek dakplein bouwde.
Prijsvraag transformatie LocHal
In 2015 schreef de gemeente een prijsvraag uit voor de transformatie van de LocHal (sinds 2014 een gemeentelijk monument), met de suggestie om onder de oostelijke kap een geklimatiseerde doos te plaatsen met de bibliotheekfuncties en de westelijke helft van de hal leeg te laten voor evenementen; hiervoor kon mooi de glazen zaal gebruikt worden die vroeger in de Amsterdamse Beurs van Berlage stond en die Tilburg in 2015 had aangekocht voor het symbolische bedrag van 1 euro. De opdracht van de gemeente leek vooral gericht op hoe je al die nieuwe functies – 120.000 boeken, 500 werkplekken – in het gebouw moest zien te krijgen. De ontwerpers, die de nodige ervaring hebben met transformaties, wonnen de competitie door de opgave andersom te benaderen: wat voor ruimte heb je in handen, en hoe kun je die zo veel mogelijk uitbuiten? Toen ze bij de eerste bezichtiging binnenliepen en diagonaal door de ruimte keken – vanuit de hoek waar nu de hoofdentree zit – zagen ze de potentie van de geschakelde hallen en besloten dat deze als ‘tweeling’ zouden moeten worden herbestemd.
In plaats van de voorgestelde oostwest-indeling stelden ze voor om het gebouw in de noord-zuidrichting te organiseren, als een oplopend landschap. Daartoe ontwikkelden ze een slim klimaatconcept, waarbij het gebouw is benaderd als een overdekt plein, dat plaatselijk – op (werk)plekken waar men langer verblijft – verwarmd wordt. Isoleren is hierdoor niet nodig, en het interieur kan toe met bijna alleen maar daglicht. Ook het programma van eisen hebben de architecten kritisch doorgelicht; was er – naast de glazen zaal – echt nog een auditorium nodig? Ze maakten een plattegrond van de stad met de vele bestaande zalen en stelden voor om dat aanbod te verrijken met een nieuw soort ruimte: de tribunetrap, die – al dan niet gekoppeld aan het leescafé – voor verschillende doeleinden te gebruiken is. Je kunt er werken met je laptop, een publiek debat organiseren of een expositie inrichten. Tegelijk vormt de trap een fraaie ‘promenade architecturale’ die ook structuur geeft aan de enorme ruimte, met aan de voorzijde de publieke ‘huiskamer’ – gunstig op de zon gelegen – aan de achterzijde de meer besloten kantoorruimtes en de kunstuitleen en bovenin de stilteplekken.
Gigantische gordijnen
Dat de ontwerpers de hal open hebben weten te houden is dé grote prestatie van dit project. Maar met zo veel verschillende gebruikers en activiteiten is het wel praktisch om ruimtes tijdelijk af te kunnen schermen, bijvoorbeeld voor een voorstelling. Daartoe ontwikkelde Petra Blaisse van Inside Outside – die eerder met OMA werkte aan de bibliotheek van Seattle – beweegbare wanden in de vorm van gigantische gordijnen, die in samenwerking met het TextielLab in Tilburg zijn vervaardigd. Geïnspireerd door de filigreine kwaliteit van het draadglas enerzijds en de robuuste staalconstructie anderzijds, ontwierp Blaisse een transparante stof en zware, zeilachtige doeken die met metalen ringen aan elkaar zijn bevestigd. De gordijnen hebben ook een akoestische werking en brengen kleur – fluorgeel, nachtblauw – in de ruimte, die verder naturel is afgewerkt met hout, staal en beton.
Integrale aanpak ontwerpteam
Naast deze flexibele ruimtes omvat de bibliotheek een zestal vaste ‘stijlkamers’ voor educatie op het gebied van technologie, koken, geschiedenis en taal: markante gebouwtjes binnen de dynamische ‘stad’ die de LocHal is. Zo is er de ‘schrijverij’, een paviljoen van open houten kastwanden, tot en met het plafond gevuld met boeken. Het knappe is dat de gordijnen en stijlkamers – uitgesproken ontwerpen – volkomen vanzelfsprekend op hun plek hangen en staan. Dat heeft niet alleen te maken met de precieze analyse die de ontwerpers van het gebouw hebben gemaakt, maar ook met de integrale aanpak. Het klimaatconcept van Arup, de ruimtelijke structuur van CIVIC, de doeken van Blaisse en haar team, het renovatiewerk van Braaksma & Roos en de inrichting van Mecanoo: het zijn logische onderdelen van een groter geheel geworden, waarbij de ontwerpers elkaars ideeën hebben weten te versterken. Zo zijn bij het organiseren van de ruimte en het inpassen van de nieuwe bouwdelen – vloeren, verlichting, gordijnen – het ritme en de draagkracht van de bestaande spantconstructie zo veel mogelijk benut, terwijl de nieuwe zwart-stalen kolommen aansluiten bij de ruige sfeer van het gebouw. Ook de inrichting en bewegwijzering van Mecanoo haalt inspiratie uit bestaande elementen, zoals de oranje kleur van een kraan en de oude werkvloer van kops hout. Van het onderstel van een oude locomotief is een gigantische verrijdbare leestafel gemaakt die ook dienst doet als podium. De tribunetrap is verrijkt met tientallen houten ‘kistjes’ die te gebruiken zijn als kruk, sokkel voor te exposeren objecten of bijzettafel voor je computer.
Publiek gebouw
Waar vroeger werd getakeld en gesleuteld aan treinen, wordt nu opnieuw gewerkt en bewogen, geschoven en verbouwd. ‘Gebruiksmogelijkheden bieden aan mensen met verschillende leeftijden en culturen, eenieder zijn een eigen plek laten vinden of maken, en daarbij een gevoel van gezamenlijke trots creëren; dat maakt een waarlijk publiek gebouw’, zegt projectarchitect Fedele Canosa van Mecanoo. Dat alles is hier gelukt. Het eerste bruidspaar werd drie dagen voor de feestelijke opening, eind januari, gesignaleerd.
Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 2 van 2019