Stoere Poptempels

Stoere Poptempels

Door: Peter Visser | 23-06-2015

Er komt geen einde aan de stroom nieuwe poppodia in Nederland. In december 2014 werd in Leiden Gebr. de Nobel geopend dat in de plaats is gekomen van het voormalige LVC. Een knap staaltje passen en meten in de historische binnenstad waarbij een mooi evenwicht is gevonden tussen de geschiedenis van de plek en het huidige gebruik. En dat is nog niet het einde, in Nijmegen en Venlo werden onlangs nieuwe poppodia geopend, Leeuwarden volgt dit jaar, Alkmaar in 2016.

Het LVC zat sinds 1969 aan de Breestraat in hartje Leiden, eerst als Kreatief Sentrum, later als Leids Vrijetijds Centrum. In 2013 sloot het de deuren ten behoeve van het Aalmarktplan, waarbij de winkelfunctie tussen Breestraat en Haarlemmerstraat versterkt moet worden. Inmiddels was al gestart met de realisatie van nieuwbouw van een poppodiumgebouw aan de Marktsteeg, tussen het Scheltema complex enerzijds en de Lakenhal anderzijds. Afgelopen december opende het de deuren onder de naam Gebr. de Nobel, verwijzend naar de laatste officiële gebruiker, een handelaarsfamilie in lompen en metalen. Dit deel van de Leidse binnenstad ontstond na 1611 en bestond in eerste instantie uit woonbebouwing en enkele grotere publieke gebouwen, waaronder de Lakenhal. In de 19e eeuw vestigde zich hier meer en meer industrie, waaronder dekenfabrikant Scheltema die zowel in het huidige Scheltemacomplex als in de huidige Gebr. de Nobel zat. Na het faillissement in 1958 nam de Nobel er zijn intrek en bleef er tot 1987. Sindsdien zaten er onder andere een duivenvereniging en een fanfare. Het complex omvat een groot deel van het bouwblok, maar met name langs de Oude Singel en de Lammermarkt zijn de meeste oorspronkelijke panden blijven staan. Het was dus passen en meten voor Ector Hoogstad Architecten om het hele programma erin te krijgen. Dit is echter wonderwel gelukt, waarbij ook nog eens delen van het fabriekscomplex aan de Marktsteeg, een gemeentelijk monument, zijn behouden.

Twee gezichten

Aan de Marktsteeg is de oorspronkelijke fabrieksgevel behouden gebleven en aan de ‘achterkant’, de Lange Scheistraat, is de bestaande bebouwing gesloopt en heeft plaatsgemaakt voor een nieuwe gevel van grotendeels cortenstaal. Door de maat en de indeling van de gevel is er een mooie link gelegd tussen de oude, verdwenen bebouwing en de huidige functie. Gebr. de Nobel omvat twee zalen, een grote zaal met twee balkons voor 750 bezoekers en een kleine met één balkon met een capaciteit van 200 personen. Aan de Marktsteeg hebben beide zalen hun eigen ingang, ligt de foyer van de grote zaal, zijn de kassa’s en is er een fikse fietsenstalling. Achter de zalen, aan de Lange Scheistraat zijn de backstage ruimten en kantoren en op de hoek met de Lammermarkt is de inpandige laad- en losruimte.

Geen doos-in-doos

De zalen zijn modern en functioneel, opvallend intiem en hebben een uitstekende akoestiek dankzij de modernste digitale techniek en de efficiënte, stijlvolle wandafwerking met hout en geperforeerd staal. De zalen zijn voorzien van een veerconstructie om geluidsoverlast te voorkomen. De zalen liggen in het midden van het complex met rondom diverse nevenfuncties als kantoren, fietsenstalling en toiletten, waardoor voor de grote zaal geen doos-in-doos constructie nodig was. De foyer is gesitueerd in de voormalige fabriekshal, de brede trap naar de eerste verdieping kan daar dienen als tribune voor kleine optredens. De naastgelegen garderobe is tweezijdig benaderbaar, en staat ter beschikking van zowel bezoekers van de grote als de kleine zaal. De zalen zijn zowel afzonderlijk te gebruiken als gezamenlijk bij festivals. Door ook het Scheltemacomplex erbij te betrekken kan er zelfs een festival met vier podia gerealiseerd worden. In totaal kent het complex vier bars en drie rookruimtes, zowel in de zalen als grenzend aan de foyer. Voor drinken en roken hoeft de bezoeker geen seconde van een optreden te missen. En hoewel de rokerslounge van het oude LVC node gemist wordt, heeft dit ook zo zijn voordelen. Leiden mag trots zijn op deze nieuwe poptempel met al die mooie contrasten van oud tot nieuw en van hard tot zacht. Het LVC had dan weliswaar zo zijn charmes, de voordelen van dit nieuwe complex wegen ruimschoots op tegen de nadelen van het oude.

Neushoorn en Victorie

Waren de eerste nieuwbouw poppodia nog strak en modern, steeds vaker wordt een mix gemaakt van oud en nieuw. Bijvoorbeeld bij De Neushoorn in Leeuwarden dat eind van dit jaar geopend wordt en dat deels ook uit bestaande en hergebruikte elementen bestaat. Het podium gaat onderdeel uitmaken van het cultuurcluster in het Harmoniekwartier en biedt plaats aan de bestaande podia Asteriks en Romein plus de praktijkafdeling van het Friesland College. De Neushoorn is een ontwerp van DP6 architectuurstudio, die eveneens bezig is met het nieuwe gebouw voor poppodium Victorie in Alkmaar. Dit gebouw krijgt een meer stoere, industriële uitstraling, omdat dat beter past op die plek. Aan de buitenkant veel staal en aluminium, binnen ruige betonwanden en hout. De oplevering staat gepland voor 2016.

Grenswerk en Doornroosje

Eerder vorig jaar opende de nieuwe poptempel Grenswerk zijn deuren in Venlo. Architectenbureau Van Dongen-Koschuch spreekt van een gevoelig, maar stoer gebouw dat refereert aan oude pakhuizen. Opvallend zijn de ‘dichtgemetselde’ ramen en de los daarvan willekeurige uitsnedes in de gevel. Het gebouw bevat één zaal, oefenruimtes en een popcafé. Een ander podium dat vorig jaar opende was het nieuwe Doornroosje in Nijmegen door AAI (AGS Architects International). Hier, vlak naast het station is een combinatie gemaakt van een fietsenstalling, twee popzalen daarboven en studentenhuisvesting daar weer bovenop. Met zijn stoere kleuren en donkere baksteen past deze nieuwbouw ook goed in het rijtje stoere podia. Kortom, een stoere popcultuur is overal in het land terug te vinden, en dat is fijn voor de architectuur- én muziekliefhebbers.

Projectgegevens

TekstPeter Visser
FotografieGebr. de Nobel Petra Appelhof

Gerelateerd

Tags: , , , , , , , , ,