Architektenburo Brink & Fleer gaat los op prefab

Kennis

Architektenburo Brink & Fleer gaat los op prefab

Door: Redactie ArchitectuurNL | 20-05-2020

Architektenburo Brink & Fleer is gevestigd in Dronten. Kenmerkend voor het bureau is de voorliefde voor techniek. “Alles draait om de juiste verhoudingen, materiaalkeuzes en de technische uitwerking”, vat architect Anton Brink samen. Maar ook voor nieuwe manieren van samenwerken staan de architecten open.

Prefab bouwen

Zowel Anton Bink als Carla Renkema van Architektenburo Brink & Fleer zijn zeer geïnteresseerd in de technische bouwaspecten. het bureau heeft inmiddels de nodige ervaring opgedaan met Cpo, steigerloos en prefab bouwen, bijvoorbeeld bij de appartementengebouwen in de Houthavens en aan de Schipluidenlaan in Amsterdam. “In onze ontwerpen vind je die voorliefde voor techniek terug. We vinden het belangrijk dat een mooie schets ook opgeleverd Prefab Design wordt.” Op die instelling is Anton trots. met een schuin oog naar Carla zegt hij: “er is nog nooit een gebouw van ons opgeleverd met grote bouwfouten. de sleutel voor dat succes zit in de beginfase. Ons uitgangspunt is dat alles wat we bedenken in het eindplaatje moet kloppen.” Dat het soms hersenkrakers zijn, ziet Anton als een mooie uitdaging. “Je moet goed doordenken, want alle aspecten hangen met elkaar samen, of het nu gaat om creatieve vormen of de materiaalkeuze, alles draait om de juiste verhoudingen en de technische uitvoerbaarheid.”

Nieuwe samenwerkingen

Integratie is tegenwoordig het sleutelwoord en het is de kracht van de architect om alles aan elkaar te knopen; niet alleen de elementen, ook de mensen. Brink: “Echt nieuw is dat niet. Tegenwoordig spreken we over bouwteams, maar de samenwerking tussen bouwers en architecten bestaat al jaren. Wij hebben bijvoorbeeld al meer dan dertig jaar een relatie met Groothuis Bouw in Emmeloord. Samen ontwikkelen we nieuwe woningtypes en werken we concepten uit tot volwaardige projecten.” Daarnaast startte Brink & Fleer in de crisistijd Archides. “Met Bob van Munster, vastgoedontwikkelaar, begonnen we een joint venture. We wilden in het Homeruskwartier in Almere de kansen die er lagen oppakken. Dat resulteerde in een CPO-gebouw met 25 appartementen en een paar commerciële ruimtes.” In Almere deed het bureau de eerste ervaring op met collectief particulier opdrachtgeverschap. “Zowel financieel, contractueel als praktisch steekt CPO anders in elkaar dan traditioneel bouwen.

Homeruskwartier

Na het idee geformuleerd te hebben, komt namelijk het moment dat we iedereen gaan informeren en enthousiasmeren; mensen erbij betrekken. Zelf vind ik dat erg leuk, want dan vloeit het ondernemersbloed weer door de aderen.” Het Homeruskwartier vormde de aanleiding voor Brink & Fleer om mee te dingen naar een project in de Houthavens in Amsterdam. Gevraagd werd om ondernemende architecten. “Aan de CPO-projecten in de Houthavens werden hoge eisen gesteld, zoals een EPC-waarde van 0,3. De gevel die wij ontwierpen kreeg een Rc-waarde 8, heeft triple glas en ook aan de kierdichting is extra aandacht besteed. Alleen over de verwarming hoefden we niet na te denken, op deze locatie is stadsverwarming beschikbaar.” Wel moest er licht gebouwd worden. Én steigerloos! zo kwamen de prefab gevels en minerale steenstrips in beeld. Helemaal zonder slag of stoot ging dat niet. “Wij houden van baksteen”, zegt Carla eerlijk, “en vooral van de structuur.” Dat maakte zij ook kenbaar aan leverancier Sto. “Gelukkig waren we beiden bereid de handschoen op te nemen, want een paar jaar geleden was de keuze beperkter dan nu. Wat voor ons uiteindelijk doorslaggevend was, was dat de steenstrips ook in verschillende diktes geleverd werden. Daardoor zien voorbijgangers nu een ambachtelijk vervaardigde gevel. Er zit leven in!”

CPO-projecten Houthavens en My Loft

Zowel de Houthavens als het in 2019 opgeleverde WFC My Loft zijn CPO-projecten, waarbij Brink & Fleer de opdrachtgevers maximale keuzevrijheid wilden geven. “Meestal is de keuzevrijheid beperkt tot de plattegrond, maar WFC My Loft in Amsterdam-West bood ruimte om een stap extra te zetten, om toekomstige bewoners mee te laten beslissen over de gevel.” Om te veel eigenzinnigheid te voorkomen, schetste Brink & Fleer het gevelkader. Carla: “We ontwierpen als het ware een frame waarbinnen individuele invulling mogelijk werd, terwijl de gevel toch eenheid uitstraalt.” In eerste instantie deed zij dat door een design van vlechtwerk te creëren. “Tot een collega opperde ‘dan kun je er ook een golvend matje van maken’.” De gevel verwijst dus niet naar de Amsterdamse schoolarchitectuur? “Dat horen we vaker, maar het antwoord is ‘nee’. Ik zie het echter wel als een compliment, want ook wij willen dat het gevelmateriaal een eigen verhaal vertelt.” Maar hoe ging het verder met de ontwerpen van de bewoners? “Er waren niet veel belemmeringen, alleen balkons aan de voorzijde waren niet toegestaan en de locatie van de badkamer en keuken stond vast. We wilden dat bewoners aan al hun individuele eisen invulling konden geven.”Toch zijn de plattegronden en gevels minder divers geworden dan op voorhand verwacht. “Als je iedereen uitnodigt op kantoor, zie je dat mensen elkaar inspireren, waardoor een aantal appartementen erg op elkaar lijkt.”

Prefab

Twee appartementengebouwen in Amsterdam, beide duurzaam, twee CPO-projecten en allebei voorzien van steenstrips. En toch zijn de houthavens en WFC My loft niet vergelijkbaar. Anton: “In de houthavens moest steigerloos gebouwd worden en is alles geprefabriceerd. Ook alle gevelelementen van 3 x 8 meter. Dat is een beduidend andere manier van werken. Niet alleen voor de bouwer, ook voor ons. Bij prefab moet je zorgen dat afstanden telkens hetzelfde zijn, ook als er overhoeks twee elementen aan elkaar geplaatst worden. Dat vraagt om discipline en aan de voorkant nadenken over de bouwpraktijk. daarnaast is de twee procent bouwtolerantie – die in het verleden aangehouden werd – achterhaald. als je niet oppast heb je naast een prefab element van 8 meter een naad van 16 centimeter. Dat ziet iedereen.” Bovendien is prefabricage niet altijd de uitkomst, blijkt als Carla verder praat. “In prefabfabrieken zie je hoe exact materialen verwerkt worden, maar op de bouw is nog niet iedereen daarop ingesteld. soms wringt dat. Daarnaast is de vorm bepalend. Bij My Loft kozen we voor verwerking van de minerale steenstrips op de bouwplaats. Dat ging prima omdat er voldoende ruimte was voor steigers. Het had ook onze voorkeur, omdat de gevel golvend is en een creatief patroon de façade siert.”

Projecten verrijken ons ontwerpproces

Gevraagd naar het leerproces zegt Carla. “Deze projecten verrijkten ons ontwerpproces. We weten nu zo veel meer. Bijvoorbeeld over de naden die ontstaan door het inzetten van prefab elementen. In het begin denk je alleen aan het wegmoffelen, nu denken we erover na hoe we deze overgangen kunnen gebruiken als architectonische elementen. Denk aan het maken van kleur- of dieptesprongen. door hiermee te spelen creëren we een nieuwe ontwerpvrijheid.” In retrospectief zegt Brink & Fleer zelfs geëvolueerd te zijn. “Soms is het puzzelen. Maar misschien is de belangrijkste les die we leerden wel: We willen niet ontwerpen met de handrem erop. Prefab biedt veel mogelijkheden en we zien steeds meer mogelijkheden om binnen de kaders steeds diverser te ontwerpen.”

Fotobijschrift
CPO-project WFC My Loft in AmsterdamWest bood ruimte om een stap extra te zetten, om toekomstige bewoners mee te laten beslissen over de gevel. Carla Renkema: “We ontwierpen als het ware een frame waarbinnen individuele invulling mogelijk werd, terwijl de gevel toch eenheid uitstraalt.”

Tekst: Katja van Rosmalen
Fotografie: NDDI, Brink& Fleer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Gerelateerd

Tags: , ,

    Schrijf een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.